• Nadat de laatste beweging gedetecteerd is, blijft
de verlichting ingeschakeld gedurende de ingestelde
uitschakelvertraging. Zodra de uitschakelvertraging verlopen
is, schakelt de verlichting uit.
• De verlichting schakelt automatisch uit zodra het vooraf
ingestelde daglichtniveau bereikt is.
Na een stroomonderbreking wordt de verlichting ingeschakeld
gedurende de ingestelde uitschakelvertraging als op dat moment
het daglichtniveau lager is dan de ingestelde luxwaarde.
4.3. Manuele bediening
De inbouwbewegingsmelder bevat twee modi. Naast de
automatische of PIR-mode (zie rubriek 4.2.) kun je de verlichting
ook manueel in- en uitschakelen:
NL
1XX-7805X
9