Probleemoplossing - WEIBANG WB386HC-M Mode D'emploi

NL
GASHANDEL
Als het nodig is om de gashandel te vervangen of bij te stellen,
lees dat dan na in de motor handleiding.
CARBURATOR
De carburator is ingesteld in de fabriek en zou niet moeten
worden bijgesteld. Kleine aanpassingen kunnen mogelijk zijn
door verschillen in brandstof, temperatuur, hoogte of werklast.
l
l l De luchtfilter moet op de carburator geplaatst zijn wanneer
de motor draait.
Maak uw grasmaaier klaar voor opbergen aan het eind van
het seizoen, of als hij gedurende 30 dagen of meer niet
gebruikt wordt.
GRASMAAIER
Als de grasmaaier voor langere tijd wordt opgeslagen, reinig
hem dan grondig en verwijder alle vuil, gras, bladeren enz.
Berg hem op in een schone, droge ruimte.
1.Reinig de hele grasmaaier (Lees "SCHOONMAAK" in
hoofdstuk Verantwoordelijkheid van de koper van deze
handleiding)
2.Smeer als aangegeven in hoofdstuk Verantwoordelijkheid
van de koper van deze handleiding.
3.Zorg dat alle moeren, bouten, schroeven en pinnen
behoorlijk vastzitten. Controleer bewegende delen op
beschadiging, breuk en slijtage. Vervang ze zonodig.
4.Werk alle verroeste of beschadigde geverfde delen bij;
lichtjes opschuren voor het verven.
STUURSTANG
U kunt de stuurstang dubbelvouwen voor het opbergen.
1.Draai de twee (2) stuurstangknoppen los aan de zijkant
van het bovenste deel, daarna kan hij naar onder worden
gevouwen.
2.Verwijder de twee (2) knoppen en schroeven aan de
zijkanten van de onderste helft van de stuurstang. Klap de hele
stuurstang naar voor, zodat die op de behuizing rust en monteer
de de schroeven en knoppen opnieuw in de steunen.
3.Bij het opnieuw ineenzetten na de opbergperiode zal het
onderste deel van de stuurstang met de hand vergrendeld
moeten worden voor de maaistand.
MOTOR
BRANDSTOFSYSTEEM
BELANGRIJK: TIJDENS DE OPBERGPERIODE, MOGEN
ZICH GEEN AFZETTINGEN KUNNEN VORMEN OP
BELANGRIJKE ONDERDELEN ZOALS CARBURATOR,
BRANDSTOFFILTER, BRANDSTOFLEIDING OF -TANK.
ERV ARING LEERT DAT MET ALCOHOL VERMENGDE
BRANDSTOFOF HET GEBRUIK VAN ETHANOL OF
METHANOL, VOCHT KAN AANTREKKEN, WAT
SCHEIDING EN ZUURVORMING KAN VEROORZAKEN
TIJDENS DE OPSLAG. ZURE BRANDSTOF KAN HET
BRANDSTOFSYSTEEM VAN DE MOTOR AANTASTEN
TIJDENS OPSLAG.
13
l
De carburator-afregeling is optimaal met een voor ¼ volle
l
brandstoftank.
l
l
Om de motor te laten werken moet de aandrijfschakelaar
ingedrukt gehouden worden. ·Een tweede persoon moet die
schakeling dus ingedrukt houden, als u aanpassingen wilt doen
aan de carburator.
Lees het deel Aanpassingen in uw motor handleiding voor
verdere aanwijzingen.
OPBERGEN
l
l l
Leeg de tank.
Start de motor en laat hem draaien tot leidingen en
l
carburator leeg zijn.
l
l
Gebruik nooit motor of carburator schoonmaakproducten
l
in de brandstoftank. Hierdoor kan blijvende schade optreden.
Gebruik het volgende seizoen verse brandstof.
l
NOTA: Brandstof stabilisatoren zijn een aanvaardbaar
alternatief tegen brandstofafzettingen tijdens het opbergen. Voeg
stabilisatoren toe aan de brandstof in de tank of in een
opbergcontainer. Houdt u aan de mengverhouding vermeld op
de verpakking. Laat de motor minstens 10 minuten lopen na het
toevoegen van de stabilisator, zodat die ook de carburator kan
bereiken. Haal brandstoftank en carburator niet leeg bij gebruik
van een stabilisator .
Laat de olie aflopen (met een warme motor) en vervang die
door schone motorolie. (Zie: "MOTOR" in hoofdstuk
Verantwoordelijkheid van de koper van deze handleiding)
CILINDER
1.Verwijder de bougie.
2.Giet 29ml olie via de bougieopening in de cilinder.
l
3.Beweeg de starter verschillende malen om te olie te verspreiden.
4.Plaats een nieuwe bougie.
l
l ANDERE TIPS
l
l
Bewaar geen brandstof van het ene seizoen naar het volgende.
Vervang uw brandstofhouder als die roest. Roest en vuil in
brandstof veroorzaken problemen.
l
l
Berg uw grasmaaier liefst binnenshuis op en dek hem af tegen
l
stof en vuil.
l
l
Dek uw grasmaaier af met geschikt materiaal dat geen vocht
vasthoudt. Gebruik geen plastic. Plastic kan niet ademen,
l l
waardoor condensatie optreedt zodat uw grasmaaier gaat roesten.
BELANGRIJK: DEK DE GRASMAAIER
NOOIT AF ALS DE MOTOR EN UITLAAT
NOG WARM ZIJN.
WAARSCHUWING: Berg de grasmaaier nooit
op met brandstof in de tank binnen een gebouw,
waar de dampen open vuur of vonken kunnen
bereiken. Laat de motor volledig afkoelen vóór
het opbergen in een gesloten ruimte.

PROBLEEMOPLOSSING

PROBLEEM OORZAAK
1.Vuile luchtfilter
2.Geen brandstof.
3.Oude brandstof
Start niet
4.Water in brandstof
5.Bougiekabel zit los.
6.Slechte bougie.
7.Los mes of gebroken mesadapter
Start niet
8. Aandrijfschakelaar in vrije stand.
9. Aandrijfschakelaar defect.
1.Achterkant grasmaaierbehuizing of
mes sleept in hoog gras.
2.Maait teveel gras.
3.Vuile luchtfilter
Vermogenverlies
4. Samenpakken van gras, bladeren en
vuil onder de maaier.
5.Teveel olie in de motor.
6.Loopsnelheid te hoog.
1.Versleten, verbogen of loszittend mes.
2.Ongelijke wielhoogte.
Slecht/ongelijk maaien
3. Samenpakken van gras, bladeren
en vuil onder de maaier.
1.Versleten, verbogen of loszittend mes.
Overmatig trillen
2.Verbogen motoras.
1.Motor vliegwielrem staat op als de
aandrijfschakelaar in vrij staat.
2.Verbogen motoras.
Startsnoer zwaar te trekken
3.Mesadapter gebroken
4.Mes sleept in gras.
1.Te lage maaihoogte.
Opvangzak vult niet
2.Versleten mes.
(indien geplaatst)
3.Opvangzak laat geen lucht door.
1.Gras is te hoog of de wielhoogte
is te laag.
2.Achterkant grasmaaierbehuizing
Moeilijk rijden
of mes sleept in gras.
3.Opvangzak is te vol.
4.Stuurstang hoogte is niet juist.
1. Aandrijfriem versleten.
Vermogenverlies 2.Riem van poelie.
3.Vuil in aandrijfassen.
1. Zorgen voor de motor en de Blades zijn stopgezet en de bougie losgekoppeld voordat het uitvoeren van alle
onderhoud, kom niet aan de motor knalpot na gebruik bij zeer hoge temperatuur.
NL
OPLOSSING
1.Reinig/vervang luchtfilter.
2.Brandstoftank vullen.
3.Tank legen en vullen met verse brandstof.
4.Tank en carburator legen, tank vullen
met verse brandstof .
5.Sluit de bougiekabel aan.
6.Vervang bougie.
7.Mesbout aandraaien of mesadapter
vervangen
8.Aandrijfschakelaar indrukken tegen
stuurstang
9.Vervang aandrijfschakelaar
1.Zet de maaier in een hogere snijstand.
2.Zet de maaier in een hogere snijstand.
3.Reinig/vervang luchtfilter.
4.Reinig de onderkant van de
maaierbehuizing.
5.Controleer oliepeil.
6. Maai aan lagere snelheid.
1.Vervang het mes. Draai mesbout aan.
2.Zet alle wielen op dezelfde hoogte.
3.Reinig de onderkant van de
maaierbehuizing.
1.Vervang mes. Draai mesbout aan.
2.Neem contact op met een erkend
service center.
1.Druk aandrijfschakelaar tegen stuurstang
en trek dan aan het startsnoer.
2.Neem contact op met een erkend service center.
3.Vervang mesadapter.
4.Verplaats grasmaaier naar een gemaaid
stuk of harde ondergrond.
1.Verhoog de maaihoogte.
2.Vervang het mes.
3.Reinig opvangzak.
1.Verhoog de maaihoogte.
2.Zet de achterkant van de grasm
aaier een (1) stap hoger.
3.Leeg de opvangzak.
4.Pas de stuurstang hoogte aan.
1.Controleer/vervang aandrijfriem.
2.Controleer/herinstalleer aandrijfriem.
3.Reinig aandrijfassen.
14