WEIBANG WB386HC-M Mode D'emploi page 38

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

NL
NOTA: Verwijder de mesadapter en controleer het halterplaatje
aan de binnenzijde. Dit dient in goede staat te zijn om goed te
werken. Vervang een beschadigde adapter.
VERVANG MES
1.Zet de mesadapter op de motoras. Let erop dat het halterplaatje
in de adapter en de as in lijn staan.
2.Let erop dat de botte kant van het mes naar de motor toe, dus
omhoog wijst.
3.Plaats de mesbout met de veerring op de mesadapter en motoras.
4.Zet het mes vast met een blok hout tussen mes en behuizing en
draai de bout aan met de wijzers van de klok mee.
Afb. 13
Gebruikt voor eigen
aandrijving model
Riem aandrijving modellen
Beugel 1
Schild
Spacer
Schroef
Beugel 2
Koppeling
Bracket 3
sleutel
Spacer
Schroef
Spacer
Veerring
Centrale bout
Mes
Schroef
Modellen met BBC
BELANGRIJK: DE MESBOUT IS
WARMTEBEHANDELD TOT
STERKTEKLASSIFICATIE GRADE 10.9.
MES SLIJPEN
NOTA: Wij raden het slijpen van het mes af, maar als u het
doet, zorg dan dat het mes in balans is.
Houd het mes altijd uitgebalanceerd. Een mes uit balans zal
schade toebrengen aan de grasmaaier of de motor.
l
Het mes kan geslepen worden met een vijl of op een
slijpsteen. Probeer het mes niet te slijpen op de grasmaaier.
11
Sla, om de balans te controleren, een spijker in een balk of
l
l
in een muur. Laat de spijker ongeveer 25mm uitsteken.
Leg het mes horizontaal op de spijker met het middengat
ter hoogte van de kop. Een mes in balans blijft nu horizontaal
liggen. Als een van de einden doorslaat, slijp dat einde dan
bij tot het mes weer in evenwicht is.
Behalve model2in1)
(
OPVANGZAK
l
l
l
De opvangzak mag afgespoten worden met water, maar
moet droog zijn bij gebruik.
l
l
Controleer de opvangzaak regelmatig op beschadiging of
slijtage. Slijtage treedt op bij normaal gebruik. Vervang
h e m i n d i e n n o d i g a l l e e n m e t e e n d o o r d e f a b r i k a n t
goedgekeurde opvangzak. Geef het grasmaaier typenummer
op bij bestellingen van onderdelen.
AANDRIJFWIELEN
Controleer de aandrijfwielen bij elke maaibeurt om te zien
of ze vrij draaien. Als ze niet vrij draaien kan er gras, afval
e.d. tussen wielen en behuizing zitten. Die dient verwijderd
te worden zodat ze weer vrij kunnen draaien.
Indien nodig maak de aandrijfwielen schoon, controleer
beide achterwielen.
1.Verwijder wieldoppen, bouten, veerring en borgring.
2.Haal de wielen van de as .
3.Verwijder alle gras en vuil tussen behuizing, as en/of
tandwielen.
NOTA: De tandwielen aan beide kanten van de maaier zijn
identiek, maar moeten wel correct geplaatst worden. Bij
onjuiste plaatsing zal de aandrijving niet werken.
4.Plaats de wielen terug op de assen.
5.Plaats veerring, borgring bout en wieldoppen terug.
DRIVE BELT
Als de gordel moet worden vervangen, neem dan contact
op met uw service agent voor meer informatie.
MOTOR
Lees het hoofdstuk Onderhoud van uw motor handleiding.
SMEREN
Gebruik alleen hoge kwaliteit detergent olie met een API
service classificatie SF-SJ. Kies de SAE viscositeit volgens
de bij uw heersende werktemperatuur.
SAE VISCOSITEITSGRADEN
NIVEAU
SAE30
5W-30
F
-20
0
30
32
40
60
80
100
C
-30
-20
-10
0
10
20
30
40
Verwachte temperatuur vóór volgende olieverversing.
NOTA: Hoewel multi-viscose olie (5W30,10W30 enz.) het
starten verbeterd in koud weer, is het olieverbruik hoger bij
toepassing ervan boven 0°C (32°F). 32°F. Controleer het
oliepeil vaak om motorschade door te weinig olie te voorkomen.
Ververs de olie na elke 25 uur of tenminste elk jaar als de
grasmaaier niet gedurende 25 uur is gebruikt binnen 1 jaar.
Controleer het oliecarterniveau voordat u de motor start en
telkens na 5 uur continu gebruik. Draai de oliedop goed vast
na elke controlebeurt.
OLIE VERVERSEN
NOTA: Alvorens de grasmaaier op zijn kant te leggen om
olie te verversen, eerst de brandstof verwijderen en de motor
laten draaien om tank en leidingen te legen.
1.Maak de bougiekabel los en houd die uit de buurt van de
bougie om toevallig starten te voorkomen.
2.Verwijder de olievuldop; leg die weg op een schoon oppervlak.
3.Leg de grasmaaier op zijn kant en laat de olie aflopen in
een geschikte bak. Schud de grasmaaier voorzichtig heen en
weer om alle olie binnenin de motor weg te laten lopen.
4.Zet de grasmaaier weer recht. Veeg alle gemorste olie van
de grasmaaier of van de zijkant van de motor.
5.Vul de motor met olie. Lees: "OLIE TOEVOEGEN" in de
Bedieningsinstructies van deze handleiding.
6.Sluit de bougiekabel weer aan op de bougie.
WAARSCHUWING: Maak de bougiekabel los
en houd die uit de buurt van de bougie om
toevallig starten te voorkomen.
SCHOONMAAK
1.Maak de onderkant van de grasmaaier schoon door al het
aangekoekte gras en vuil af te schrapen.
2.Maak de motor regelmatig schoon om te voorkomen dat
vuil aankoekt. Een vervuilde motor wordt warmer en de
levensduur wordt ingekort.
SERVICE, HERSTELLINGEN EN AANPASSINGEN
Opgelet: vooraleer u instellingen wijzigt of onderhoud
uitvoert:
1. Laat de hendel van de aandrijving en de motorrem los
om de maaier tot stilstand te brengen.
2. Vergewis u ervan dat alle bewegende delen volledig
tot stilstand zijn gekomen.
3. Koppel de kabel van de bougie los en leg hem ergens
waar hij niet met de bougie in contact kan komen.
4. Controleer of alle moeren, bouten en schroeven vast
staan en of het toestel in goede staat is.
5. Laat de maaier afkoelen alvorens u eraan werkt in een
afgesloten ruimte.
6. Houd het motorhuis en verluchtingsopeningen vrij
v a n g r a s , b l a d e r e n , o l i e e n v e t o m b r a n d g e v a a r t e
vermijden.
7. Controleer of de graskorf goed is aangebracht, of ze
niet versleten is en of ze nog goed werkt.
8 . O m v e i l i g h e i d s r e d e n e n : v e r v a n g v e r s l e t e n o f
beschadigde delen.
GRASMAAIER
BIJSTELLEN SNIJHOOGTE
Lees: "MAAIHOOGTE INSTELLEN" in het deel "Werken"
van deze handleiding.
ACHTER DEFLECTOR
De achter deflector gemonteerd tussen de achterwielen van
uw grasmaaier, moet voorkomen dat eender welk voorwerp
l
op de bestuurder terechtkomt. Als de deflector beschadigd
is, moet hij worden vervangen.
l
l
l
3.Houd oppervlakken en wielen vrij van brandstof, olie enz.
4.De grasmaaier afspuiten met de tuinslang is niet aan te
bevelen, tenzij het elektrisch systeem, demper, luchtfilter en
carburator goed afgedekt zijn tegen water. Water in de motor
verkort de levensduur van de motor.
LUCHTFILTER
De motor loopt niet goed en kan beschadigd bij gebruik van
een vuile luchtfilter. Reinig het filterelement na elke 25
werkuren of vaker als de grasmaaier gebruikt is een stoffige
of vuile omgeving.
Lees het deel Onderhoud in uw motor handleiding.
GELUIDDEMPER
Controleer de geluiddemper regelmatig en vervang een
verroeste demper, omdat die brandgevaar oplevert en/of
andere schade kan veroorzaken.
SCHOONMAKEN
BOUGIE
Vervang elk jaar de bougie, dan start de motor vlotter en
draait beter. Stel de bougie opening op 0.7-0.8 mm.
BELANGRIJK: DE BESTE PRESTATIES KRIJGT
U DOOR DE GRASMAAIER BEHUIZING VRIJ TE
HOUDEN VAN AANGEKOEKT GRAS EN VUIL.
REINIG DE ONDERKANT VAN UW MAAIER
NA ELK GEBRUIK.
HOOGTE STUURSTANG BIJSTELLEN
Behalve model2in1)
(
De stuurstang van uw grasmaaier heeft twee hoogtestanden,
om hem te kunnen instellen op een voor uw comfortabele
hoogte.
Verwijder de twee (2) knoppen en schroeven aan de
zijkanten van de onderste helft van de stuurstang. Breng het
geheel in de nieuwe stand tot de schroefgaten van de stuurstang
en steunen in elkaars verlengde liggen, monteer de schroeven
opnieuw en draai de knoppen aan.
Hendel A
Bovenste
handvat
Opsluiten
Vrijlating
Hendel A
Afb.14
MOTOR
MOTOR SNELHEID
De motorsnelheid is ingesteld op de fabriek . Probeer de
motorsnelheid niet te verhogen, dat kan persoonlijk letsel
veroorzaken. Als u denkt dat de motor te snel of te langzaam
draait, breng uw grasmaaier dan naar een erkend service center
voor herstelling of aanpassing.
NL
12

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières