Afstelling Brander; Maximum Vermogen - Riello RS 34/1 MZ Instructions Pour L'installation, L'utilisation Et L'entretien

(A)

AFSTELLING BRANDER

Om een optimale afstelling van de brander te
verkrijgen, is het noodzakelijk om de verbran-
dingsgassen te analyseren bij de uitgang van de
ketel.
Ga in volgende volgorde te werk:

1 - Maximum vermogen;

2 - Luchtdrukschakelaar;
3 - Minimum gasdrukschakelaar.
BEPALING VAN HET VERMOGEN BIJ DE
ONTSTEKING (MINIMUM)
Volgens norm EN 676.
D593
Branders met MAX vermogen tot 120 kW
De ontsteking mag worden uitgevoerd op het
max werkingsvermogen. Bijvoorbeeld:
• Max werkingsvermogen
• Max vermogen bij ontsteking
Branders met MAX vermogen boven 120 kW
De ontsteking dient te worden uitgevoerd op
een vermogen dat lager is dan het max wer-
kingsvermogen.
Als het vermogen bij de ontsteking niet boven
120 kW gaat, is geen enkele berekening vereist.
Als het vermogen bij de ontsteking daarentegen
boven 120 kW ligt, dan bepaalt de norm dat de
waarde moet worden berekend in functie van de
veiligheidstijd "ts" van de elektrische controle-
doos:
bij ts = 3s moet het vermogen bij de ontsteking
gelijk of lager zijn dan 1/3 van het max wer-
kingsvermogen zijn.
Voorbeeld:
MAX werkingsvermogen 450 kW.
Het vermogen bij de ontsteking moet gelijk zijn
aan of lager zijn dan 150 kW met ts = 3 s
Om het vermogen te meten bij de ontsteking:
- Stekker-stopcontact 23)(A)p.4 op de kabel van
de ionisatiesonde loskoppelen (de brander
slaat aan en vergrendelt na de veiligheidstijd).
- 10 opeenvolgende ontstekingen met vergren-
delingen uitvoeren.
- Lees op de teller de hoeveelheid verbrand
gas.
Die hoeveelheid moet gelijk aan of lager dan
het resultaat van volgende formule, voor ts =
3s, zijn:
Vg =
Vg: vrijgekomen volume bij de uitgevoerde ont-
stekingen (Sm
Qa: ontstekingsdebiet (Sm
n: aantal ontstekingen (10)
ts: veiligheidstijd (sec)
Voorbeeld voor gas G 20 (9,45 kWh/Sm
ontstekingsvermogen 150 kW
overeenkomstig met 15,87 Sm
Na 10 ontstekingen met vergrendeling moet het
op de meter afgelezen debiet gelijk aan of klei-
ner zijn dan:
Vg =
1 - MAXIMUM VERMOGEN
Het maximum vermogen wordt gekozen binnen
het op Pag. 5 aangegeven werkveld.
Afstelling van het gas
Meet het gasdebiet bij de gassteller. Als aanwij-
zing kan deze worden afgeleid uit de tabellen op
Pag. 6 - 7, het is voldoende de gasdruk op de
manometer af te lezen, zie Fig. (C) op Pag. 11,
en de aanwijzingen van Pag. 6 op te volgen.
- Als het gasdebiet moet verkleinen, verlaagt u
de gasdruk aan de uitgang. Als de druk al op
het minimum staat, sluit u het regelventiel
VR2 een beetje.
- Als het gasdebiet moet vergroeten, verhoogt
u de gasdruk aan de uitgang.
Afstelling van de lucht
Stel de luchtklep van de ventilator af door te
handelen op het kwadrant met schaalverdeling
1)(A), na het lossen van de schroef 2)(A).
12
: 120 kW
: 120 kW
Qa (max. debiet brander) x n x ts
3600
3
)
3
/h)
3
3
/h.
15,87 x 10 x 3
3
= 0,132 Sm
3600
):