Télécharger Imprimer la page

Vanderbilt SPCP432 Mode D'emploi page 14

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 9
12. PSU 4-pins interface: aansluiting met item 9, voedings- en
gegevensconnector, met een directe kabel.
13. Afsluitjumper: deze jumper is standaard altijd aangebracht, maar bij de
bedrading voor een sterconfiguratie moet de jumper worden verwijderd (zie
sectie Bedrading van X-BUS-interface).
14. Sabotage negeren [J1]: de jumperinstelling bepaalt de werking bij sabotage.
De sabotagefunctie kan worden gedeactiveerd door J1 aan te brengen.
15. Schakelaar sabotage voorzijde: de uitbreiding heeft aan de voorzijde een
sabotageschakelaar met veer. Wanneer het paneel wordt gesloten, wordt de
schakelaar afgesloten door de veer.
16. Led lezen: de led geeft aan dat gegevens worden ontvangen van een van de
kaartlezers.
17. Zoemer: de zoemer wordt geactiveerd om de uitbreiding te lokaliseren (zie
SPC Configuratiehandleiding).
18. Schakelaars voor handmatige adressering: met de schakelaars kan de id van
elk van de twee deurcontrollers in het systeem handmatig worden ingesteld.
19. X-BUS status-led: De led geeft de status van de X-BUS aan als het systeem
in de volledige engineermodus is, zoals in de volgende tabel wordt
aangegeven:
LED-status
Knippert langzaam (ongeveer
elke 1,5 seconde)
Knippert snel (ongeveer elke 0,2
seconde)
20. Uitgangen: de 2-deurcontroller biedt 2 relais voor het aansluiten van
deursloten.
21. Kaartlezer interface 2: afhankelijk van de configuratie wordt deze lezer
gebruikt als ingangslezer voor de tweede deur of als uitgangslezer voor de
eerste deur.
22. Kaartlezer interface 1: de ingangslezer van de eerste lezer wordt hier
aangesloten.
23. Ingangen voor de schakelaar voor deurvrijgave (DRS): elke deur heeft een
DRS-ingang. Als de ingang wordt geactiveerd, wordt de corresponderende
deur ontgrendeld.
24. Ingangen voor de sensor voor deurpositie (DPS): elke deur heeft een DPS-
ingang. De ingang wordt gebruikt om de status van de deur te bepalen (bijv.
open, dicht). Indien gewenst kan deze ingang daarnaast worden gebruikt als
inbraakzone.
25. X-BUS-interface: via de communicatiebus worden uitbreidingen gezamenlijk
aangesloten op het systeem van de SPC-serie (zie sectie Bedrading van X-
BUS-interface).
26. Ingangsvermogen:
0V moet zijn aangesloten op de SPC-controller 0V (systeem GND).
Gebruik geen 12 V ingang.
27. Klemmenstrook achterste sabotageschakelaar. (Sluit een koppeling aan over
deze strook als de sabotageschakelaar niet wordt gebruikt)
28. Achterste sabotageschakelaar. Zie sectie Installatie van achterste
sabotageschakelaar.
29. Overbrugging sabotage achterzijde [JP6]. Moet zijn geplaatst voor alle
uitbreidingen in de behuizing.
Zorg bij aansluiting van een accu op de voedingseenheid dat de positieve
en negatieve kabels worden verbonden op de bijbehorende klemmen op
de PSU. Houdt u aan alle veiligheidsmaatregelen als u werkt met
connectoren, draden, klemmen en printplaten.
Accu laden via de voedingseenheid
Tijdens normaal gebruik laadt de PSU de accu constant (druppel laden). Bij een
stroomstoring voorziet de accu de PSU-uitgangen van stroom totdat de
uitgangsspanning van de accu lager is dan 10,5V DC (zie sectie Bescherming
tegen diepontlading) en de PSU zichzelf uitschakelt.
Accuspanning testen
De PSU controleert het laadniveau van de accu door een belastingsweerstand
over de accuklemmen te plaatsen en de resulterende spanning te meten en
garandeert zo dat de accuspanning in lasttoestand niet significant daalt. De
accutest wordt om de 5 seconden uitgevoerd.
Bescherming tegen diepontlading
Als zich bij de SPCP432/433 een stroomstoring voordoet, wordt de reserveaccu
ingeschakeld om stroom te leveren. Een accu kan de voeding slechts voor een
beperkte tijd verzorgen als de stroomstoring lang aanhoudt. De accu ontlaadt
zichzelf geleidelijk.
Om te voorkomen dat een accu onherstelbaar wordt beschadigd, gebruikt de PSU
geen stroom meer van de accu als de uitgangsspanning van de accu 10,5V DC
bereikt. Als de netspanning is hersteld, wordt de accu weer opgeladen.
Bedrading van X-BUS-interface
De X-BUS-interface verzorgt de verbinding van uitbreidingen en bediendelen met
de SPC-controller. Er zijn verschillende typologieën mogelijk voor de X-BUS.
Welke wordt gekozen, is afhankelijk van de vereisten van de installatie.
Opmerking: maximale kabellengte van het systeem = aantal uitbreidingen en
bediendelen in het systeem x maximumafstand voor kabeltype.
Kabeltype
CQR-standaardalarmkabel
UTP categorie: 5 (massieve kern)
Belden 9829
IYSTY 2 x 2 x 0,6 (min)
Omschrijving
De X-BUS-communicatiestatus is OK.
Geeft de laatste uitbreiding op de lijn aan (geldt
niet voor ster- en multipuntconfiguratie)
Afstand
200 m
400 m
400 m
400 m
In Afb. 2 ziet u de bedrading van de X-Bus naar een uitbreiding/controller en een
volgende uitbreiding/controller in kanaalconfiguratie. De aansluitingen 3A/3B en
4A/4B worden alleen gebruikt voor de bedrading van een aftakking. Bij een
kanaalconfiguratie wordt de laatste uitbreiding niet terug aangesloten op de
controller.
Zie Afb. 2: Bedrading van uitbreidingen
1 SPC-controller
2 Vorige uitbreiding
3 SPCP332/333
4 Volgende uitbreiding
Zie de SPC Configuratiehandleiding van de aangesloten controller voor meer
instructies voor de bedrading, afscherming, specificaties en beperkingen.
Bedrading van ingangen
De uitbreiding heeft 4 geïntegreerde zone-ingangen.
Deurconfiguratie
Als de I/O voor een bepaalde deur is geconfigureerd als 'Deur', worden de
ingangen gebruikt voor een deurpositiesensor (DPS) en deurvrijgaveschakelaar
(DRS).
Ze kunnen voor de EOL als volgt worden geconfigureerd:
Geen End of Line (NEOL)
Enkele End of Line (SEOL)
Dubbele End of Line (DEOL)
De configureerbare zonetypen zijn:
Alarm
Ingang/Uitgang
Technisch
Ongebruikt
Zie Afb. 3: Aansluiting voor DPS-ingang
Magneetcontact
1
Zie Afb. 4: Aansluiting voor DRS-ingang
Uitgangsschakelaar
1
Zie de SPC Configuratiehandleiding voor alle mogelijke weerstandswaarden en
combinaties.
Configuratie van zones / uitgangen
Als een I/O voor een bepaalde deur is geconfigureerd als 'Zones/Uitgangen',
kunnen de ingangen worden gebruikt als normaal bedrade zones, met de
uitzondering dat hun zonenummers zweven (niet gekoppeld aan X-BUS-id,
vergelijkbaar met draadloze zonenummers). De uitgangen worden normaal
gebruikt.
Zie de SPC Configuratiehandleiding voor alle mogelijke weerstandswaarden en
combinaties naast de configureerbare zonetypen.
Antimasking wordt alleen gerapporteerd als type 'Alarm' aan ARC als
het gebied of systeem is ingeschakeld.
Bedrading van uitgangen
De uitbreiding heeft 2 relais. Dit zijn enkelpolige wisselrelais, 30V DC / 1 A
resistieve belasting.
Als de I/O voor een bepaalde deur is geconfigureerd als 'Deur', kan het relais
worden gebruikt om een deurslot te openen. Anders wordt het geconfigureerd voor
'Zones/Uitgangen' en kan het relais worden toegewezen aan een van de
uitgangen van het SPC-systeem.
In Afb. 5 ziet u de bedrading van een normaal gesloten uitgang die wordt gebruikt
met enkele typen deursloten.
Zie Afb. 5: Bedrading van deurslot
Adressering van X-BUS
Voor informatie over adressering, reconfiguratie, plaats van apparaten, bewaking,
bewerken van namen, communicatietypen van X-BUS en storingtimer zie de SPC
Configuratiehandleiding.
Installatie van achterste sabotageschakelaar
De achterste sabotageschakelaar is beschikbaar als optie (SPCY130).
De wandplaat monteren
1. Bevestig de SPC-behuizing op de gewenste positie aan de wand met alle drie
de bevestigingen (zie Afb. 8, nr. 1).
2. Trek een streep rond de binnenzijde van de uitsparing voor het achterste
sabotagecontact (zie Afb. 8, nr. 2) als oriëntatie voor de plaat op de wand.
3. Verwijder de behuizing van de wand.
4. Houd de plaat (Afb. 9, nr. 1) tegen de wand en zorg dat de plaats precies is
gecentreerd rond de eerder getekende rechthoek (Afb. 9, nr. 2).
5. Zorg dat alle vier de flenzen op de wandplaat vlak op de wand liggen.
6. Markeer de vier bevestigingen op de wandplaat.
7. Boor gaten en gebruik geschikte schroeven (max. 4 mm) voor de wand.
8. Bevestig de wandplaat aan de wand.
De achterste sabotageschakelaar monteren
9. Plaats de sabotageschakelaar (Afb. 10, nr. 2) in de achterzijde van de
behuizing zodat de taster naar buiten wijst. (Afb. 10, nr. 1)
10. Bevestig de behuizing weer aan de wand met de drie eerder verwijderde
bevestigingen.
11. Controleer visueel of de wandplaat en het metaalwerk van de behuizing goed
aansluiten.

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Spcp433