Luchtdichtheidsproef, Ontluchten, En Koelvloeistof Bijvullen - Mitsubishi Electric PURY-P200YHM-A(-BS) Manuel D'installation

Table des Matières

Publicité

Vereiste torsiewaarde:
Buitendiameter van
Klepstang
Dop (N·m)
koperbuis (mm)
ø9,52
15
ø12,7
20
ø15,88
25
ø19,05
25
ø25,4
25
Let op:
Houd de klep gesloten tot de koelleidingen ter plaatse zijn bijgevuld.
Het openen van de klep voordat de unit wordt bijgevuld kan schade
aan de unit veroorzaken.
Maak geen gebruik van additieven voor lekkagedetectie.
[Fig. 10.2.3] (p.6)
A Voorbeeld van afdichtingsmaterialen (niet meegeleverd)
B De opening wordt ter plaatse afgedicht
*Als geen gepaarde lagedrukleiding wordt aangebracht.
Dicht de leiding- en kabelopeningen van het toestel goed af zodat kleine dieren,
regenwater en sneeuw buiten worden gehouden en geen schade kunnen
veroorzaken.
(1) Voer met stikstofgas de druk op tot de ontwerpdruk (4,15 MPa) en laat dit een dag zo
staan. Als de druk niet afneemt, is het systeem luchtdicht.
Als de druk echter wel afneemt en de plaats van het lek onbekend is, kunt u de
hieronder beschreven bellentest uitvoeren.
(2) Nadat het systeem onder druk is gezet, bespuit u koppelstukken en soldeernaden (en
andere mogelijke lekken) met een zeepoplossing en controleert u op bellen.
(3) Verwijder na de luchtdichtheidsproef de zeepoplossing.
Let op:
Gebruik uitsluitend de koelvloeistof R410A.
- Andere koelvloeistoffen zoals R22 of R407C, die chloor bevatten, doen de
koelmachineolie degenereren of leiden tot compressorpannes.
2 Ontluchten
Ontlucht met gesloten afsluitklep van de buitenunit; gebruik een
vacuümpomp om zowel de leiding als de binnenunit via het ventiel op
de afsluitklep van de buitenunit te ontluchten. (Ontlucht de hoge- als
lagedrukleiding altijd via de respectieve ventielen.) Wanneer het vacuüm
een waarde van 650 Pa [abs] bereikt, moet nog ten minste een uur worden
doorgegaan met ontluchten. Leg daarna de vacuümpomp stil en wacht
1 uur. Controleer vervolgens of de vacuümwaarde hoger is geworden.
(Als de vacuümwaarde met meer dan 130 Pa hoger is geworden,
kan dit wijzen op water in het systeem. Verhoog de druk op het
stikstofgas tot 0,05 MPa en ontlucht opnieuw.) Sluit ten slotte het
systeem via de hogedrukleiding af met het vloeibare koelmiddel, en pas de
lagedrukleidingen zo aan dat deze tijdens de werking van een voldoende
hoeveelheid koelvloeistof worden voorzien.
* Gebruik nooit koelvloeistof om het systeem te ontluchten.
[Fig. 10.3.2] (p.7)
A Meettoestel
B Laagregeling
D Ventiel
E Lagedrukleiding
G Poort op afsluitklep
H Driewegkoppelstuk
J Ventiel
K Cilinder met R410A
M Vacuümpomp
N Naar binnenunit
82
Moersleutel
Afsluitklep
(N·m)
(mm)
(N·m)
6
4
9
4
15
6
12
30
8
30
8
Luchtdichtheidsproef
C Hoogregeling
F Hogedrukleiding
I Ventiel
L Schaal
O Buitenunit
Let op:
Dicht de leiding- en kabelopeningen af.
Dieren, regenwater of sneeuw in het toestel kunnen schade
veroorzaken.
10.3. Luchtdichtheidsproef, ontluchten, en
koelvloeistof bijvullen
1 Luchtdichtheidsproef
Voer de proef uit met gesloten afsluitklep van de buitenunit, en zet leidingen
en binnenunit onder druk via het ventiel op de afsluitklep van de buitenunit.
(Zet de hoge- als lagedrukleiding altijd onder druk via de respectieve
ventielen.)
[Fig. 10.3.1] (p.7)
A Stikstofgas
B Naar binnenunit
D Laagregeling
E Hoogregeling
G Lagedrukleiding
H Hogedrukleiding
J Poort op afsluitklep
Neem bij het uitvoeren van de luchtdichtheidsproef de onderstaande
beperkingen in acht om de koelmachineolie tegen negatieve effecten te
vrijwaren. Lekkage van niet-azeotropische koelvloeistoffen zoals R410A
veroorzaakt een verandering in de samenstelling ervan en beïnvloedt de
prestaties. Voer daarom de luchtdichtheidsproef met zorg uit.
Als een ontvlambaar gas of zuurstof wordt gebruikt om
het systeem onder druk te zetten, ontstaat brand- of
ontploffi ngsgevaar.
Opmerking:
Vul altijd een aangepaste hoeveelheid koelvloeistof bij. Gebruik ook
alleen vloeibaar koelmiddel voor het bijvullen.
Gebruik gereedschappen die geschikt zijn voor de koelvloeistof
opgegeven op de unit.
Gebruik een gravimeter. (Een exemplaar dat tot op 0,1 kg kan meten.)
Gebruik een vacuümpomp met een terugslagklep.
(Aanbevolen vacuümpomp: ROBINAIR 14830A Thermistor)
Zorg voor een vacuümpomp die vijf minuten na inschakeling een druk
bereikt van 65 Pa [abs] of lager.
3 Koelvloeistof bijvullen
Omdat de koelvloeistof niet-azeotropisch is, moet deze in vloeibare toestand
worden bijgevuld. Als u de unit bijvult met koelvloeistof uit een cilinder die
niet over een sifon beschikt, moet u de cilinder omdraaien, zoals afgebeeld
in Fig. 10.3.3. Als de cilinder daarentegen wel met een sifon is uitgerust, kan
het vloeibare koelmiddel zoals rechts afgebeeld gewoon worden bijgevuld.
Schenk daarom de nodige aandacht aan de cilindereigenschappen. Als de
unit wordt bijgevuld met een koelmiddel in gasvorm, moet alle koelvloeistof
door het nieuwe koelmiddel worden vervangen. Maak geen gebruik van de
koelvloeistof die nog in de cilinder zit.
[Fig. 10.3.3] (p.7)
A Sifon
B Als de cilinder met R410A niet over een sifon beschikt.
C Meettoestel
F Ventiel
I Buitenunit
Beperkingen

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières