Brandstofzeefje
P
1
82
Verwijder zelf geen onderdelen van de kachel. Neem voor een eventuele repa-
ratie altijd contact op met uw dealer.
Laat de kachel afkoelen voordat u onderhoud pleegt.
I
OpsLAG (EINDE sTOOKsEIZOEN)
Wij raden u aan de kachel aan het einde van het stookseizoen helemaal leeg te bran-
den en daarna goed op te bergen. U gaat als volgt te werk:
1
Maak de kachel aan buiten de leefruimte en laat hem geheel leegbranden.
2
Laat de kachel afkoelen.
3
Maak de kachel schoon met een vochtige doek en droog deze af.
4
Haal de batterijen uit de batterijhouder 3 en bewaar deze op een droge plaats.
5 Reinig het brandstofzeefje (zie hoofdstuk H).
6 Berg de kachel stofvrij op, zo mogelijk in de originele verpakkingsmaterialen.
Overgebleven brandstof kunt u een volgend stookseizoen niet meer gebruiken.
Houdt u toch wat over gooi deze brandstof dan niet weg, maar volg de regels zoals
die in uw gemeente gelden voor Klein Chemisch Afval. Begin het nieuwe
stookseizoen in elk geval met nieuwe brandstof en raadpleeg opnieuw deze
gebruiksaanwijzing.
J
VERVOER
Om te voorkomen dat uw kachel tijdens transport brandstof lekt, moet u de vol-
gende maatregelen nemen:
1
Laat de kachel afkoelen.
2
Haal de wisseltank I uit de kachel en verwijder het brandstofzeefje (fig. P).
Dit kan wat nadruppelen; houd een doekje bij de hand.
Bewaar het brandstofzeefje en de wisseltank buiten de kachel.
3
Duw de transportdop op de plaats van het brandstofzeefje (fig. Q) en druk
deze goed aan.
4
Vervoer de kachel altijd rechtop.