Pentair Jung Pumpen BAUFIX 50 Instructions De Service page 13

worden ingeënt tegen mogelijk daar aanwezige ziektekiemen.
Let vanwege uw gezondheid ook heel goed op de hygiëne.
Zorg ervoor dat er geen giftige gassen in de werkruimte aan-
wezig zijn.
Neem de regels van de arbeidsinspectie in acht en zorg dat er
eerste-hulpmateriaal beschikbaar is.
In sommige gevallen kunnen pompen en het af te voeren mate-
riaal heet zijn, dan bestaat er kans op verbranding.
Voor installatie in explosiegevaarlijke gedeeltes zijn bijzondere
voorschriften van toepassing!
GEBRUIK
Het ondervloerse reservoir Baufix 50 is in verbinding met een
separaat te bestellen pomp een compleet kelderriolerings-
pompstation.
LET OP! Door de compacte afmetingen van het reservoir kun-
nen hier enkel de U3 KS of de U3 KS speciaal in verbinding met
de meegeleverde speciale vlotters gebruikt worden.
LET OP! De Baufix 50 mag niet in door grondwater bedreigde
bereiken gebruikt worden, omdat het reservoir met het beton
geen verbinding vormt en hierdoor niet grondwaterdicht is.
LET OP! De Baufix50 mag niet voor het transport van afvalwa-
ter uit toilet- en urinoirinstallaties gebruikt worden.
Het transportmedium mag een temperatuur van maximaal 35º
C, hebben, kortstondig 60º C.
De verschroefde afdekking is geurdicht en niveaucom-
penserend. De geïntegreerde, geurdichte bodemafvoer kan
indien nodig geopend worden.
De Baufix 50 bezit aan de zijkanten twee tot 90º verplaatsbare
toevoerleidingen DN 100 met ingetrokken toevoermoffen DN
50, een persleiding met 40 mm buitendiameter voor PVC-pers-
leiding, een verluchtingsleiding DN 70 alsook een aangevorm-
de schachthalsverlenging voor aanpassing aan de gewenste
inbouwdiepte.
Leveromvang
Ondervloers reservoir Baufix 50 compleet gemonteerd met
persleidingen (buiten), terugslagklep 1 1/4", nippel 40-1 1/4", af-
dekframe, vlakke afdichting en afdekplaat met afsluitstoppen;
afsluitstoppen voor kabeldoorvoering; persleiding; speciale
vlotter; vleugelschroevenklem; afdichtingsprofiel;
lem 1 1/2" DN 40; compl. sifon; elastische verbinding; insteek-
dichting.
Elektrische aansluiting
Gelieve de overeenkomstige instructies in de bedrijfshandlei-
ding van de pomp na te leven svp.
INBOUW
Volgens EN 12056 moet de persleiding met een lus over het
plaatselijk vastgelegde terugstromingsniveau geleid worden
en met een terugstromingsverhinderaar beveiligd worden. In
de Baufix 50 is de terugslagklep reeds ingebouwd.
Reservoir monteren
1. De ingeplaatste onderdelen uit de Baufix 50 nemen. De
voorgemonteerde leidingsonderdelen niet losmaken omdat
deze reeds ingedicht zijn.
2. De reservoirhals langsheen de markeringsgroeven op de
gewenste inbouwdiepte afzagen.
3. Het afdichtingsprofiel met het klembereik op de reservoir-
hals monteren, hierbij moeten de afdichtingslippen naar
binnen wijzen. Afdichting met montagehulp (bv. technische
vaseline) instrijken en het afdekframe vervolgens dwars in
de reservoirhals leiden, aansluitend de rest indrukken. De
lucht ontsnapt hoorbaar uit de afdichting, het afdekframe
zit vast. Na de montage van het frame de correcte zitting
van de afdichting op de reservoirhals controleren. Indien de
afdichting uitgerokken is, moet de montage herhaald wor-
den.
4. De benodigde toevoerleidingen aan de gemarkeerde plaat-
sen met een gatzaag uitboren en ontbramen. De toevoer-
en verluchtingsleiding met door de klant geleverd KG-mof-
gedeelte. De persleiding met een PVC-mof d40 (door de
klant geleverd) aansluiten.
5. Na het aansluiten van de noodzakelijke buisleidingen de
Baufix 50 uitrichten en indichten. De complete afdekking
bijft in de Baufix, om invallen van vuil te verhinderen.
6. De Baufix 50 kan tegen bovendrijven bij het gieten van de
kelderzool beveiligd worden. Hiervoor het reservoir met
passend gebogen armatuurijzers in de ondergrond of aan
andere bewapeningsmatten bevestigen.
7. Het reservoir fixeren en zorgvuldig met de bovenkant in-
betoneren. LET OP! Het afdekframe niet inbetoneren. Het
blijft tot 100 mm in de hoogte vrij verstelbaar en kan geplan-
de bodembedekkingen compenseren (estrich, tegels).
8. Voor het plaatsen van de bodembedekking het afdekframe
in de bedoelde hoogte uitrichten en fixeren.
9. Voor de hechting van een vochtbestendige afdichting moet
de hoogte van de estrik gelijk zijn aan de omtrekrand van het
afdekframe.
10. Nadat de estrik is uitgehard, wordt de meegeleverde vier-
hoekige afdichting op de geïntegreerde afdichtstrip vast-
gelijmd. Na verdere dunbedafdichting ter plaatse kan met
betegelen worden begonnen. Instructies voor het dichtkit-
ten en lijmen zijn te vinden in het informatieblad "Verbun-
dabdichtungen" (Verbindingsafdichtingen) van het Fachver-
bandes des Deutschen Fliesengewerbes im Zentralverband
slangk-
des Deutschen Baugewerbes (ZDB, vereniging Duitse tegel-
branche binnen centrale vereniging de Duitse Bouwnijver-
heid).
Pomp monteren
1. De persleidingen van de U 3 K met teflonband indichten en
de bij de pomp geleverde hoek opschroeven.
2. De meegeleverde persleiding aan de schroefdraad met tef-
lonband indichten, in de gemonteerde hoek schroeven en
uitrichten. De persleiding moet vast gemonteerd zijn.
3. De seriematige vlotter van de pomp schroeven. De speci-
ale vlotter nu met dezelfde schroef aan de schakelas vast-
schroeven.
4. De elastische verbinding volledig op het buisstuk van de
persleiding schuiven en met de slangklem vastschroeven.
5. De klem met vleugelschroef over de elektrische verbinding
leggen. Nu de pomp op de reservoirbodem plaatsen, de
NEDERLANDS
13