Ontluchting; Elektrische Aansluitingen - Kerbl C 10 Mode D'emploi

Let op!
Het waterdebiet is afhankelijk van
• waterdruk
• leidingslengte en diameter
• aantal versmallingen, bochten en drinkbakken
T-stukken, aftakkingen en doodlopende leidingen moeten worden voorkomen.
Per kniestuk en bocht moet van de totale leidingslengte steeds 1 meter worden afgetrokken.

6.8. Ontluchting

Let op!
Voor de eerste ingebruikname van het apparaat en na de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden moet de waterkringloop
zorgvuldig worden ontlucht. Nadat ter plaatse de wateraansluitingen tot stand zijn gebracht en gecontroleerd:
1. Hoofdschakelaar van de besturing (pos. 1.4) instellen op positie 0=UIT.
2. Automatische ontluchtingsventielen (pos. 2) op de stromingsbuis en in het leidingensysteem openen. Hiervoor de zwarte schroef aan de zij-
kant openen. In bedrijf mag het apparaat niet worden gesloten.
3. Afsluitkraan (pos. 9) van toevoerleiding openen.
4. Afsluitkraan (pos. 7) voor en na de circulatiepomp C10 openen.
5. De twee afsluitkranen (pos. 8) van de bypass-leiding sluiten. De waterkringloop moet via de circulatiepomp lopen.
6. De lucht kan nu via de twee ontluchtingsventielen (pos. 2) ontwijken. Het ontluchtingsproces kan door gebruik van de ventielen bij de geïn-
tegreerde drinkbakken worden versneld.
7. Het ontluchtingsproces kan eventueel meerdere keren worden uitgevoerd.
Let op!
De circulatiepomp mag nooit zonder water worden gebruikt. Dit leidt tot onherstelbare schade aan de pomp en aan het verwar-
mingselement.
8. Het ontluchtingsproces kan met behulp van de circulatiepomp worden versneld. Zie punten in hoofdstuk 6. Hiervoor hoofdschakelaar van
de besturing (pos. 1.4) instellen op positie 1 = circulatiebedrijf. De circulatiepomp is nu ingeschakeld en het water circuleert in de ringleiding.

6.9 Elektrische aansluitingen

Gevaar!
De elektrische aansluiting moet volgens de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf worden uitgevoerd. De betreffende
nationale voorschriften en richtlijnen dienen te worden nageleefd.
• Het apparaat mag alleen door een geautoriseerde vakman worden gemonteerd.
• De circulatiepomp C10 moet met een aparte aardlekschakelaar worden gebruikt.
• Aansluitleidingen van het apparaat moeten op een vereiste stroomonderbreker worden aangesloten.
Elektrische aansluiting: 230 V / L1 / N / PE / 50 Hz
Aansluitleiding: 3 x 1,5 mm²
Verdeeldoos: IP 54
Aardlekschakelaar: 30 mA
Volgens DIN VDE 0100 deel 200 moet een potentiaalvereffening op de betreffende plek op de stromingsbuis en op de
hoofdaardrail van het gebouw tot stand worden gebracht.
Let op!
Een defect inschroef-verwarmingselement of een defecte circulatiepomp kunnen de aardlekschakelaar activeren en schakelen
zodoende de circulatiepomp uit. Dat kan tot gevolg hebben dat bij dienovereenkomstig lage omgevingstemperaturen waterleidin-
gen kunnen bevriezen.
Als de aansluitkabel van dit apparaat beschadigd raakt, moet deze worden hersteld door de fabrikant of door een geautoriseerde
vakman, om risico's te voorkomen.
69