DE GB NL FR
3.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Het apparaat dient absoluut met water gevuld te zijn
voordat deze wordt aangesloten op het elektrici-
teitsnet!
Het apparaat dient altijd aangesloten te worden met
een inlaatcombinatie!
Om het apparaat te vullen: Open één van de warmwater
tappunten aangesloten op de boiler. Open vervolgens de
kraan van de inlaatcombinatie. Zodra het water uit het tap-
punt begint te stromen is de boiler gevuld. Indien het appa-
raat in gebruik wordt gesteld zonder dat deze gevuld is met
water, dan zal het apparaat afslaan door de automatische
zekering. Het apparaat zal nu niet meer werken totdat deze
gereset wordt als gevolg van afkoeling van het apparaat.
(Zie storingswijzer)
Ga bij het eerste gebruik na of de temperatuurcontrole (het indicatielampje voor op het
apparaat) normaal werkt. Het verwarmingselement zal automatisch afslaan zodra de wa-
tertemperatuur het ingestelde punt heeft bereikt. Het apparaat zal het water weer op-
nieuw gaan opwarmen zodra de watertemperatuur weer onder het ingestelde punt zakt.
Temperatuurinstelling
low
high
off
Draai de aan/uit knop om de boiler in te schakelen.
Draai de linkerknop om de gewenste temperatuur in te stellen. Het 'HEATING' lampje
zal gaan branden, totdat het water is opgewarmd.
Gebruik
Het instellen en aanpassen van de thermostaatschakelaar is hierboven beschreven.
Gebruik van het apparaat met de schakelaar op positie ‚low' wordt aangeraden. Dit is
de meest economische stand, en door de watertemperatuur van ongeveer 55°C zal het
warmteverlies aan de omgeving en de aanzet van kalk lager zijn dan bij gebruik van het
apparaat in een hogere stand.
Het functioneren van het apparaat wordt aangegeven door het controlelampje, dat
brandt totdat het water de met de thermostaatschakelaar ingestelde temperatuur heeft
bereikt.
30