Koelaggregaat inbouwen
Nr. in afb. j,
pag. 9 en
afb. k, pag. 10
1
2
3
4
LET OP!
A
Isoleer en dicht de doorvoeren in de wand na de montage weer
zorgvuldig tegen binnendringen van vocht af.
Bij koelaggregaten met klepkoppelingen
➤ Maak voor de doorvoer van de koelleidingen een gat met een diameter
van minstens 30 mm (afb. d, pag. 7). Gebruik hiervoor een cirkelsnijder.
LET OP!
A
Knik nooit de verbindingsleiding tussen verdamper en aggregaat.
Buigradius minimaal 25 mm.
6.2
Koelaggregaat monteren
De keuze van de correcte plaats voor opstelling van het aggregaat is
erg belangrijk. Om een optimale werking van het toestel te garanderen,
moet u de volgende punten in acht nemen:
Stel het koelaggregaat op een droge, beschermde plaats op. Stel het
koelaggregaat niet naast warmtebronnen zoals verwarmingen, gasovens,
warmwaterleidingen etc. op. Plaats het koelaggregaat niet op een plek
waar de zon er lang en direct op schijnt.
Installeer het koelaggregaat op boten indien mogelijk onder de waterlijn.
De verwarmde lucht moet ongehinderd kunnen wegtrekken (afb. e,
pag. 8).
Bij het inbouwen van het koelaggregaat in een gesloten ruimte zoals
klerenkast, pantry of bakskist moet er voor openingen met een vrije
dwarsdoorsnede van minstens 200 cm² (25 cm x 8 cm) voor be- en
ontluchting worden gezorgd.
Let erop, dat de luchtstroom bij de condensator (afb. e 3, pagina 8)
niet wordt beperkt.
134
Verklaring
Aansluitblok
Compressor
Ventilator
Schakelaar afb. j resp. TEC-besturing afb. k
ColdMachine
NL