Installatie - ABB LVCS Instructions D'installation, D'utilisation Et D'entretien

Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens de
installatie aan te vatten. Hou ze tevens ter beschikking
van de gebruikers en van het personeel belast met de
installatie, het onderhoud en het gebruik.
LEES DIT VOORAF
Veiligheid
WAARSCHUWING: wacht 5 min na de condensator
spanningsloos gemaakt te hebben vooraleer hem aan
te raken.
Voor een veilig
condensatoreenheden dient op het volgende gelet te
worden:
1. Installatie en onderhoud dienen uitgevoerd te
worden door erkend en geschoold personeel met
inachtneming van
voorschriften;
2. Schakel de condensatoren vrij van het net vooraleer
er zich toegang tot te verschaffen.
Nazicht bij levering
Pak de LVCS-condensator uit en ga na of:
- de gegevens op de kenplaat overeenstemmen met
de bestelgegevens en met de plaatselijke normen;
- de LVCS-condensator niet beschadigd is.
Elke beschadiging of verlies dient onmiddellijk gemeld
te worden bij de ABB-vertegenwoordiging.
Opslag
Dient binnen te gebeuren in een droge, stofvrije en niet-
corrosieve omgeving en beschermd tegen trillingen en
schokken.
Bewaartemperatuur:
tenminste -40°C/-40°F; ten hoogste 75°C/167°F
Vervoer en behandeling
Indien zware transportomstandigheden verwacht
kunnen worden, bevelen wij aan het bord waarop de
LVCS-condensatoren bevestigd zijn zodanig te
vervoeren dat de LVCS-eenheden zich rechtop in
verticale stand bevinden (Fig. 1).
WAARSCHUWING: veronachtzaming
installatie-voorschriften kan leiden tot vroegtijdige
defecten, andere materiële schade aan de installatie of
lichamelijke schade.

INSTALLATIE

Toepasselijke normen
IEC 60831 deel 1 en 2; UL 810; C 22.2 nr. 190; de
geldende plaatselijke voorschriften.
Beschermingsgraad
De LVCS-condensatoreenheid heeft beschermingsgraad
IP20.
Opstelling en gebruik
Installatie dient binnen te gebeuren op een vaste
ondergrond of door bevestiging op een stevige
grondplaat of grondraam,
omstandigheden waar de omgevingstemperatuur de
volgende waarden niet overschrijdt: 35 °C / 95 °F
jaargemiddelde; 45 °C / 113 °F gemiddelde over 24 uur
en 55 °C / 131 °F korte duur (volgens IEC 60831 deel
1 en 2 voor producten van categorie -25/D).
WAARSCHUWING: met de omgevingstemperatuur
gebruik van LVCS-
de geldende plaatselijke
van
in goed verluchte
van in een kast ingebouwde condensatoren wordt de
temperatuur rond de condensatoren zelf bedoeld en
niet de temperatuur rond de kast.
Verticale en horizontale bevestiging
De LVCS-eenheden dienen zodanig bevestigd te
worden dat tussen twee dergelijke eenheden een
natuurlijke luchtstroom van onder naar boven verzekerd
is.
In geval van verticale montage dient een voldoende
geperforeerde montageplaat of een stel montagerail
gebruikt te worden teneinde een vrije luchtstroom
mogelijk te maken tussen de condensatoren (fig. 2). De
condensatoren mogen niet ondersteboven geplaatst
worden (fig. 3).
Zorg dat bij horizontale plaatsing de luchtstroom tussen
de condensatoren gaat (fig. 4). Vermijd elke montage
waarbij de luchtstroom gehinderd wordt (fig. 5).
Opstelling in een kast
Wanneer de condensatoren in een kast geplaatst
worden dient voor een optimale koeling gezorgd te
worden. Plaats componenten met een hoge warmte-
afgifte bij voorkeur boven de condensatoren teneinde
oververhitting te voorkomen. Indien filterspoelen
gebruikt worden dient vermeden te worden dat zij
rechtstreeks hitte afstralen op de condensatoren.
Doorgaans wordt een afscherming aanbevolen.
Filterspoelen geven meestal veel warmte af; daarom
moet met hun thermische invloed door convectie
eveneens rekening gehouden te worden.
1. natuurlijke luchtdoorstroming
het hoogteverschil tussen luchtinlaat en –uitlaat
moet groot genoeg zijn om de luchtdoorstroming te
bevorderen. De luchtstroom moet zo geleid worden
dat de heetste puntengoed gekoeld worden. De lucht
moet van onderin de kast naar boven stromen
(fig. 7). De doorsnede van de luchtuitlaatopening
dient tenminste 1,2 x die vn de luchtinlaatopening te
bedragen. Voor een gepaste bevestiging van de
LVCS-condensatoren in een kast: zie fig. 7.
de
2. gedwongen koeling
Soms is gedwongen koeling met een ventilator
nodig (fig. 6 en 7). Volg de hierna vermelde
aanbevelingen op:
- hou rekening met de hoogste omgevingstemperatuur
op de plaats van installatie met inbegrip van de
warmte-afgifte van de condensatorbank zelf;
- hou rekening met de warmte-afgifte van alle
componenten en apparatuur in de kast: spoelen,
condensatoren, magneetschakelaars, zekeringen, ...
- hou rekening met de hoogst toegelaten temperatuur
van alle componenten en apparatuur;
- richt de luchtstroom afhankelijk van de plaats van de
condensatoren (fig. 6 en 7).
3. een overtemperatuurbeveiliging wordt aanbevolen
teneinde de bank uit te schakelen bij een defecte
ventilator of in geval van oververhitting door een
andere oorzaak.
4. regelmatig onderhoud en reiniging van gebeurlijke
filters is noodzakelijk. Zonder regelmatige reiniging
kan de koeling in het gedrang komen.
16