IMG STAGELINE TXS-2402 SET Mode D'emploi page 17

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 10
4
Ingebruikneming
1) Stel de ontvanger op (best op dezelfde hoogte
als deze van de microfoons) en richt de beide
antennes (1) loodrecht omhoog.
2) Sluit de uitgang van de ontvanger OUTPUT (6)
aan op de lijningang van het volgende apparaat
(b.v. mengpaneel, versterker). De 6,3 mm-jack
is ongebalanceerd aangesloten en levert het
mengsignaal van de beide microfoonkanalen.
Voor aansluiting kunt u het bijgeleverde snoer
gebruiken.
3) Voor de voedingsspanning van de microfoons:
schuif het deksel van het batterijvak aan de ach-
terzijde van de microfoon in de richting van de
microfoonkorf en neem het eraf. Plaats twee
batterijen of accu's van het mignontype (AA) in
het batterijvak, zoals aangegeven in het batterij-
vak en weergegeven in figuur 4.
Sluit het batterijvak opnieuw met het deksel.
Geef lege of defecte batterijen resp.
accu's niet met het gewone huisvuil
mee, maar verwijder ze als KGA (bij-
voorbeeld de inzamelbox in de gespe-
cialiseerde elektrozaak).
4) Verbind de bijgeleverde netadapter met de voe-
dingsspanningsjack (8) en plug de stekker in
een stopcontact (230 V~ / 50 Hz).
5
Bediening
1) Draai de volumeregelaar VOLUME (4) voor
beide microfoons in de stand "1", voordat u de
ontvanger een eerste keer in gebruik neemt.
2) Schakel de ontvanger in: Houd de toets
gedurende ca. 1 sec ingedrukt tot deze oplicht.
3) Schakel een of beide microfoons telkens met de
toets
(9) in. De toets licht op tijdens het
bedrijf. Als de toets niet oplicht of begint te knip-
peren, dan zijn de batterijen mogelijk te zwak en
moeten ze worden vervangen.
Na het inschakelen van een microfoon,
wordt er een radioverbinding met de ontvanger
tot stand gebracht. Een LED (3) op de ontvan-
ger signaleert telkens een bestaande verbin-
ding met de overeenkomstige microfoon. Als
een LED ondanks ingeschakelde microfoon niet
oplicht of flikkert, kan een transmissiestoring
door de andere microfoon of een ander ap -
paraat hiervan de oorzaak zijn. Wijzig in dit
geval het transmissiekanaal van de microfoon
(
hoofdstuk 5.1).
Als de transmissie verder gestoord blijft, contro-
leer dan of
– de batterijen in de microfoon te zwak zijn.
– de ontvangst wordt gestoord door voorwer-
pen in het transmissietraject of door andere
radiozenders (b.v. microgolfovens, WLAN,
babyfoon). Metalen voorwerpen in de omge-
ving van de zender of de ontvanger kunnen
het richteffect van de antenne beïnvloeden.
– de ontvangst verbetert door de antennes (1)
te draaien.
– de afstand tussen zender en ontvanger te
groot is (reikwijdte ca. 20 m in gebouwen of
30 m in de open lucht).
4) Spreek of zing in de microfoon. Dek daarbij het
bereik van de zenderantenne (10) niet af, omdat
dit de reikwijdte reduceert. Stel met de volume-
regelaars VOLUME (4) voor beide microfoons
telkens het gewenste volume in.
5) Voor het uitschakelen van een microfoon houdt
u de toets
oplicht. Als er langer dan 5 minuten niet in de
microfoon wordt gesproken, schakelt deze zich
automatisch uit. Zo wordt onnodig batterijver-
bruik vermeden.
6) Schakel de ontvanger na gebruik uit: houd de
toets
(2) gedurende ca. 1 sec ingedrukt tot
deze niet meer oplicht. Wanneer de ontvanger
gedurende een langere periode niet gebruikt
wordt, moet u de netadapter uit het stopcontact
trekken, omdat deze ondanks uitgeschakelde
ontvanger toch nog een klein verbruik heeft.
5.1 Het transmissiekanaal wijzigen
Als de transmissie van een microfoon door een
ander apparaat wordt gestoord [het geluid wordt
(2)
onderbroken of de betreffende verbindings-LED (3)
flikkert], kan de zendfrequentie ervan worden
gewijzigd. U kunt kiezen uit 16 verschillende trans-
missiekanalen.
1) Schuif het deksel van het batterijvak aan de
achterzijde van de microfoons in de richting van
de microfoonkorf en neem het weg.
2) Met een kleine schroevendraaier draait u de
schakelaar (11) in een andere stand. Bij inge-
schakelde microfoon en ontvanger kan de
nieuwe verbinding met behulp van de LED (3)
onmiddellijk worden gecontroleerd.
Om een onderlinge storing van beide micro-
foons uit te sluiten, moet een minimumafstand
ten opzicht van twee kanalen worden ingesteld.
De ideale afstand bedraagt 8 kanalen (d.w.z. de
draaischakelaars van beide microfoons wijzen
precies in de tegengestelde richting).
(9) ingedrukt tot de toets niet meer
NL
B
17

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

25.4090

Table des Matières