Bosch AKE 30 Notice Originale page 84

Masquer les pouces Voir aussi pour AKE 30:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 31
84 | Nederlands
Indien nodig draait u de kettingspanknop 14 iets om de
kettingspanbout 25 met het boorgat van het zwaard 10 op
één lijn te brengen.
– Controleer of alle delen goed geplaatst zijn en houd het
zwaard met de zaagketting in deze stand.
(zie afbeelding A2)
– Draai de kettingspanknop 14 zo ver tot de zaagketting
slechts licht gespannen is.
– Breng de afdekking 13 nauwkeurig aan.
– Schroef de vastzetknop 12 handvast op de bevestigings-
bout 21. (zie afbeelding A3)
Als de blokkeerknop te vast wordt aangedraaid, kan de
zaagketting tijdens het gebruik spanning verliezen.
De vastzetknop mag het blad slechts licht vastklem-
men.
Zaagketting spannen (zie afbeeldingen A1–A3
en E) (AKE 30 S/35 S/1835 S/40 S/45 S)
Controleer de kettingspanning vóór het begin van de werk-
zaamheden, na de eerste keren zagen en tijdens het zagen re-
gelmatig elke 10 minuten. In het bijzonder bij nieuwe zaagket-
tingen moet in het begin met verslapping worden gerekend.
De levensduur van de zaagketting is in grote mate afhankelijk
van voldoende smering en juiste spanning.
Span de zaagketting niet wanneer deze zeer heet is, omdat de
ketting na het afkoelen samentrekt en dan te strak op het
zwaard ligt.
– Leg de kettingzaag op een recht oppervlak neer.
– Controleer of de kettingschakels goed in de geleidings-
sleuf van het zwaard 10 en op het kettingwiel 20 liggen.
– Draai de vastzetknop 12 slechts zo ver dat het zwaard nog
in de juiste stand wordt gehouden (vastzetknop niet ver-
wijderen!).
– Draai de kettingspanknop 14 in de richting van de wijzers
van de klok tot de juiste kettingspanning is bereikt. De
draaiende beweging duwt de kettingspanbout 25 en daar-
mee het zwaard 10 naar voren.
– De zaagketting 9 is goed gespannen als deze in het midden
ca. 5–10 mm kan worden opgetild. Dit moet met één hand
gebeuren door het omhoogtrekken van de zaagketting te-
gen het eigen gewicht van de kettingzaag.
– Als de zaagketting 9 te sterk gespannen is, draait u de ket-
tingspanknop 14 tegen de wijzers van de klok in. Contro-
leer vervolgens nogmaals de kettingspanning. Indien nodig
stelt u de kettingspanning zoals beschreven bij.
– Schroef de vastzetknop 12 handvast op de bevestigings-
bout 21.
Als de blokkeerknop te vast wordt aangedraaid, kan de
zaagketting tijdens het gebruik spanning verliezen.
De vastzetknop mag het blad slechts licht vastklem-
men.
F 016 L81 408 | (18.11.15)
Montage van zwaard en zaagketting
(zie afbeelding B) (AKE 30/35/40)
– Pak alle delen voorzichtig uit.
– Leg de kettingzaag op een recht oppervlak neer.
– Leg de zaagketting 9 in de rondlopende groef van het
zwaard 10. Let daarbij op de juiste looprichting. Vergelijk
daarvoor de zaagketting met het looprichtingsymbool 22.
– Leg de kettingschakels om het kettingwiel 20 en breng het
zwaard 10 zodanig aan dat de bevestigingsbout 21 en de
beide zwaardgeleidingsbruggen 24 in het langgat van het
zwaard 10 en de kettingspanbout 25 in het bijbehorende
boorgat van het zwaard 10 grijpt.
Indien nodig draait u de kettingspanschroef 27 om de ket-
tingspanbout 25 op één lijn te brengen met het boorgat
van het zwaard 10.
– Controleer of alle delen goed geplaatst zijn en houd het
zwaard met de zaagketting in deze stand.
– Breng de afdekking 13 nauwkeurig aan.
– Draai de bevestigingsmoer 26 op de bevestigingsbout 21
handvast aan.
Zaagketting spannen (zie afbeeldingen B en E)
(AKE 30/35/40)
Controleer de kettingspanning vóór het begin van de werk-
zaamheden, na de eerste keren zagen en tijdens het zagen re-
gelmatig elke 10 minuten. In het bijzonder bij nieuwe zaagket-
tingen moet in het begin met verslapping worden gerekend.
De levensduur van de zaagketting is in grote mate afhankelijk
van voldoende smering en juiste spanning.
Span de zaagketting niet wanneer deze zeer heet is, omdat de
ketting na het afkoelen samentrekt en dan te strak op het
zwaard ligt.
– Leg de kettingzaag op een recht oppervlak neer.
– Draai de bevestigingsmoer 26 tegen de richting van de wij-
zers van de klok (ca. 1 – 2 slag) los.
– Controleer of de kettingschakels goed in de geleidings-
sleuf van het zwaard 10 en op het kettingwiel 20 liggen.
– Draai de kettingspanschroef 27 met het instelgereed-
schap 18 in de richting van de wijzers van de klok tot de
juiste kettingspanning is bereikt. De draaiende beweging
duwt de kettingspanbout 25 en daarmee het zwaard 10
naar voren.
– De zaagketting 9 is goed gespannen als deze in het midden
ca. 5–10 mm kan worden opgetild. Dit moet met één hand
gebeuren door het omhoogtrekken van de zaagketting te-
gen het eigen gewicht van de kettingzaag.
– Als de zaagketting 9 te sterk gespannen is, draait u de ket-
tingspanschroef 27 iets tegen de wijzers van de klok in.
Controleer vervolgens nogmaals de kettingspanning. In-
dien nodig stelt u de kettingspanning zoals beschreven bij.
– Draai de bevestigingsmoer 26 met de gereedschapsleutel
vast.
Bosch Power Tools

Hide quick links:

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières