Veiligheidsinstructies - Beko CLEARPOINT HP100S040 Instructions De Montage Et De Service

Veiligheidsinstructies

• Het personeel dat in staat voor de opstelling, de
ingebruikneming, het onderhoud en de herstelling
moet over de geschikte kwalificatie voor deze werk-
zaamheden beschikken. Het moet met name
- opgeleid zijn en ervaring hebben in de omgang
met drukluchtinstallaties en onderricht zijn met
betrekking tot de hiermee verbonden risico's,
- de inhoud van de handleiding kennen,
- over een daartoe bekwaam makende opleiding of
bevoegdheid beschikken.
• Voor alle werkzaamheden moet de behuizing druk-
loos worden gemaakt.
• Voor een veilige functie moet het product worden
ingezet binnen de gebruiksgrenzen (werkdruk, be-
drijfstemperatuur, volumestroom, materiaalbestendig-
heid).
• Bij de uitvoering met manuele aftapping (capillair
ventiel) is er aan de kant van de uitgang een extra
klep aangebracht om bij het openen geen plotse ver-
mindering van de druk te veroorzaken en om geen
personen of uitrustingen in gevaar te brengen. De
condensaatafleiding moet regelmatig plaatsvinden
onder de verantwoordelijkheid van de bediener van
de installatie. Wanneer dit niet gebeurt kunnen na-
volgende componenten van de installatie beschadigd
worden.
• Voor een zekere en kostenoptimale werking moet de
drukluchttoevoer in het geval van een lek onmiddel-
lijk worden uitgeschakeld en moet eerst de oorzaak
worden verholpen.
• CLEARPOINT- filters moeten wekelijks worden ge-
controleerd met inbegrip van de accessoires. Dit geldt
in het bijzonder voor de werking van de afvoer.
• Voor de aansluiting en voor de verbinding alleen
gebruik maken van de voor dit drukbereik geschikte
fittings met de passende schroefdraden, zie pagina
18, 20, 22.
CLEARPOINT HP 100 S040-M020, HP 350 S030-M015, HP 500 S030-S050
nederlands
Toepassingsgebied filters
CLEARPOINT-filters zijn ontworpen voor de afscheiding
van partikels vaste stof, aërosolen, oliedampen en geu-
ren uit niet-agressieve druklucht en technische gassen.
Al naargelang het gebruiksdoel beschikken de houders
over verschillende inzetstukken:
C
groffilterelement voor de afscheiding van verontrei-
nigingen tot 25 µm
G universeelfilterelement voor de afscheiding van
grote vuilconcentraties tot 5 µm
F fijnfilterelement voor de afscheiding van vloeistoffen
tot 0,1 mg/m
S ultrafijnfilterelement voor de afscheiding van vloei-
stoffen tot 0,01 mg/m
0,01 µm
N
Nanofilter voor de afscheiding van vloeistoffen tot
0,005 mg/m
A adsorptiekoolfilterelement voor de afscheiding van
oliedampen tot 0,003 mg/m
R(x) Stoffilter voor de scheiding van partikels, fijnheden
mogelijk van C - N
Toepassingsgrenzen: zie Technische gegevens, pagina
18, 20, 22.
en partikels vaste stof tot 1 µm
3
en partikels vaste stof tot
3
en partikels vaste stof tot 0,01 µm
3
en geuren
3
15