Basisinformatie Over De Besturing Van De Drones; Praktische Vliegtips Voor Beginners - Reely Drone 2 en 1 VORTEX MINI et aéroglisseur FPV Notice D'emploi

d) Basisinformatie over de besturing van de drones
Voordat u met de drone gaat vliegen, moet u zich vertrouwd maken met de besturingsfuncties om er zeker van te zijn
dat u de drone veilig kunt bedienen. De drone wordt bediend met de twee hendels op de afstandsbediening. Deze
hebben de volgende functies:
Hoogtefunctie
1
Met de hoogtefunctie kunt u de hoogte van de drone regelen. Om de hoogte te wijzigen
beweegt u de gashendel (8) omhoog of omlaag vanuit de neutrale stand.
Als de gashendel in de neutrale stand staat, zweeft de drone op een constante hoogte.
Wanneer de hendel naar boven wordt bewogen, neemt de snelheid van de rotors toe,
waardoor de drone stijgt. Wanneer de hendel naar beneden wordt bewogen, daalt de
snelheid van de rotors en daalt de drone. Wij raden aan om de drone niet hoger dan
10 meter te laten vliegen.
Met de gashendel kan de drone ook 360 graden naar links of naar rechts worden ge-
draaid. U kunt dus de oriëntatie van de drone in verschillende richtingen veranderen.
Stuurfunctie
2
Met de stuurfunctie kunt u vooruit, achteruit, links en rechts sturen.
Duw de stuurhendel (11) naar boven om vooruit te gaan.
Trek de stuurhendel naar beneden om achteruit te gaan.
Duw de stuurhendel naar links om naar links te gaan.
Duw de stuurhendel naar rechts om naar rechts te gaan.
Belangrijk!
De afstandsbediening kan tot 30 meter afstand met de drone communiceren. Zorg ervoor dat u binnen dit bereik
blijft. Als de drone buiten dit bereik gaat, stopt de drone en valt hij op de grond, wat de onderdelen kan beschadigen.
e) Praktische vliegtips voor beginners
Hoewel de drone in kleine gebieden kan worden gevlogen, raden wij aan een vrije ruimte van minstens 5 meter breed
en 3 meter hoog aan te houden voor de eerste vliegpogingen.
Plaats uzelf direct achter de drone. Dit zorgt ervoor dat de drone reageert op commando's van de afstandsbediening
(links, rechts, vooruit en achteruit) precies zoals u ze ziet. Als de camera naar u toe is gericht, zal de drone andersom
reageren.
Belangrijk!
Als de rotors een object raken of verstrikt raken of als de drone kantelt, schakel dan de rotors onmiddellijk uit. Trek
hiervoor de gashendel naar de onderste stand (13) totdat de motoren tot stilstand komen.
Probeer nooit de motoren te stoppen als de drone vliegt, omdat de drone dan op de grond valt en de componenten
kunnen beschadigen.
Probeer nooit de drone met uw handen vast te pakken als deze in de lucht is, omdat dit letsel kan veroorzaken.
27