ELEM Technic NHPTH55-180 Mode D'emploi page 22

5. Verwijder het hogedrukspruitstuk van de spuitlans en installeer het zwarte injectiespruitstuk. De
oplossing wordt automatisch vermengd met het water en uitgestoten via het spruitstuk.
NOTA: Voor bepaalde modellen, als het motortoerental niet in snelle stand wordt gezet, kan de
injectie van de oplossing worden verminderd of gestopt.
REINIGINGSTECHNIEKEN
Reinigingstechnieken
Bij het reinigen met de hogedrukreiniger kunnen vele reinigingstaken worden opgelost met alleen
water, maar voor de meeste taken is het voordelig ook een detergent te gebruiken. Een detergent
waarborgt een snel weken van het vuil waardoor het hogedrukwater kan doordringen in het vuil en het
op efficiëntere wijze kan verwijderen.
TOEPASSING VAN ZEEP OF ONTVETTER
1. Breng de oplossing aan op een DROOG werkoppervlak.
Op een verticaal oppervlak horizontaal van links naar rechts aanbrengen te beginnen onderaan om
streepvorming te voorkomen.
NOTA: Het oppervlak eerst bevochtigen is niet aan te raden, aangezien het detergent hierdoor
wordt verdund en de reinigingseffecten ervan worden verminderd.
Vermijd op hete oppervlakken of in direct zonlicht te werken om de kansen op beschadiging
van geverfde oppervlakken door de chemicaliën tot een minimum te beperken. Schade kan
optreden aan geverfde oppervlakken als we de chemische stof laten indrogen op het
oppervlak. Houd spruitstuk voldoende ver weg van het oppervlak om schade aan het
oppervlak te voorkomen.
2. Laat chemicaliën korte tijd op het oppervlak inwerken vooraleer deze af te spoelen.
3. Spoel af met schoon water onder hoge druk. Op een verticaal oppervlak eerst van boven naar
onder en dan van boven naar onder spoelen. Houd spruitstuk zowat 25 cm verwijderd van het
werkoppervlak onder een hoek van 45° en gebruik daa rbij de vlakke sproeistraal liever als een
afpelwerktuig dan een schrobborstel aan te wenden.
AANBRENGING VAN WAS
1. Breng de was aan onmiddellijk na het reinigen. Plaats de injectiebuis in de wascontainer.
2. Breng de was spaarzaam aan in een gelijkmatige laag. Breng op natte oppervlakken van onder
naar boven aan voor een gelijkmatige verspreiding en om streepvorming te voorkomen.
3. Verwijder de zuigbuis van de wasfles, spoel de overtollige was af.
NOTA: ALS DE OVERTOLLIGE WAS NIET WORDT VERWIJDERD, KAN DIT EEN
WAASVORMING IN DE AFWERKING TOT GEVOLG HEBBEN.
4. Veeg droog om watervlekken te verminderen.