Instelling Van Het Type Gemonteerde Accu (Wet Of Gel); Voor Het Starten Van De Machine; De Machine Starten En Stoppen - Nilfisk SR 1000S B Instructions D'utilisation

INSTELLING VAN HET TYPE GEMONTEERDE
ACCU (WET OF GEL)
Op basis van het gekozen type accu (WET of GEL) stelt u de
elektronische installatie van de machine en de acculader
(indien van toepassing) in, door als volgt te werk te gaan:
1. Zet de contactschakelaar (2, Afb. B) op "0".
2. Open de motorkap (10, Afb. C) en zet de steunstang (3,
Afb. U) van de motorkap vast.
Afstelling van de machine
De fabrieksinstelling van de machine is voor een accu met
lood (WET). Als deze instelling overeenkomt met het type
gekochte accu, kunt u naar het volgende deel gaan. Als dit
niet het geval is, voert u de volgende handelingen uit:
– ontkoppel de connector (6, Afb. U) van de accu's;
– draai de schroeven (13, Afb. B) los en verwijder
voorzichtig het bedieningspaneel rechts (14);
– zet de verbinding (1, Afb. T) op de connectoren (3) 'GEL'
voor accu's met gel;
– monteer het bedieningspaneel (14, Afb. B) voorzichtig
en bevestig het met de bijbehorende schroeven;
– sluit de connector van de accu's (6, Afb. U) weer aan.
De acculader instellen
1. Zet de keuzeschakelaar (12, Afb. U) op 'WET' of 'GEL'
op basis van het type gemonteerde accu.
2. Laad de accu's op (zie de procedure in het hoofdstuk
Onderhoud).

VOOR HET STARTEN VAN DE MACHINE

WAARSCHUWING!
Controleer of er geen deurtjes of kleppen open
staan op de machine en of de
arbeidsomstandigheden normaal zijn.
Controleer of de afvalcontainer (20, Afb. C)
goed is gesloten.
Als de machine na het transport nog niet is
gebruikt, moet u eerst controleren of alle
blokken en blokkeermiddelen die bij het
transport zijn gebruikt wel zijn verwijderd.
146 1957 000(4)03-2016
GEBRUIKSAANWIJZING

DE MACHINE STARTEN EN STOPPEN

Starten van de machine
1. Ga op de bestuurdersstoel (29, Afb. C) zitten. U kunt de
hendel (15, Afb. B) naar voren draaien en de stuurkolom
(31, Afb. C) naar voren kantelen om beter op de machine
te kunnen stappen.
2. Draai de hendel (15, Afb. B) naar voren en stel de
kanteling van de stuurkolom (31, Afb. C) naar voren of
naar achteren af. Laat de hendel (15, Afb. B) los en
vergrendel de de stuurkolom.
3. Zet de contactschakelaar (2, Afb. B) in de stand 'II',
zonder het gaspedaal (5, Afb. C) te gebruiken; laat deze
los en zet hem weer in de stand 'I'. Controleer of het
groene lampje (5, Afb. B) brandt (accu laadt op). Als het
gele of rode lampje (3 of 4, Afb. B) brandt, zet u de
contactschakelaar in '0' en laadt u de accu's op (zie het
hoofdstuk Onderhoud voor de procedure).
4. Schakel de parkeerrem als volgt uit:
– druk het pedaal (6, Afb. C) in en zet de hendel (7,
Afb. C) van de stand (7a) in de stand (7b);
– laat het pedaal (6) los.
5. Ga op de werkplek zitten en start de machine met de
handen op het stuur (5, Afb. C). Druk op het voorste deel
van het pedaal om de machine voorwaarts te bewegen
en op het achterste deel om de machine achterwaarts te
bewegen. De bewegingssnelheid is instelbaar van nul
tot de maximale waarde via de druk op het pedaal (5,
Afb. C).
OPMERKING
De stoel (29, Afb. C) is uitgerust met een
veiligheidssensor waardoor de machine alleen
via het pedaal (5, Afb. C) kan worden verplaatst
als de bediener op de bestuurdersstoel zit.
6. Activeer de hoofdborstel en de aanzuigventilator door de
schakelaar (9, Fig. B) voorwaarts te zetten.
7. Schakel de aanzuiging in door de hendel (3, Afb. C)
omlaag te brengen.
8. Breng de zijborstels (13 en 14, Afb. C) omlaag door de
hendel (4) omlaag te zetten.
OPMERKING
De zijborstels (13 en 14, Afb. C) kunnen ook als
de machine beweegt omlaag en omhoog
worden gebracht. De zijborstels draaien niet
als ze omhoog zijn gebracht. Ze draaien alleen
als ze omlaag zijn gebracht.
9. Als u met de veegwerkzaamheden wilt beginnen,
manoeuvreert u het stuur (1, Afb. C) met uw handen en
drukt u op het pedaal (5) om de machine te verplaatsen.
9