Onderhoud - Ferroli Pegasus LN Série Instructions D'utilisation, D'installation Et D'entretien

Controles tijdens de werking
• Controleer de lekdichtheid van het brandstofcircuit en van de waterinstallaties.
• Controleer de goede werking van de schoorsteen en de rookgas-luchtpijpen tijdens het werken van
de verwarmingsketel.
• Controleer of de watercirculatie tussen verwarmingsketel en installaties correct verloopt.
• Controleer of de ontsteking van de verwarmingsketel correct werkt door hem verschillende malen
te ontsteken en weer uit te zetten door middel van de omgevingsthermostaat of de thermostaat van
de verwarmingsketel.
• Verzeker u ervan dat het op de gasmeter aangegeven brandstofverbruik overeenkomt met de waarden
die vermeld staan in de tabel met technische gegevens van hfdst. 4.
Uitzetten
Om de verwarmingsketel tijdelijk uit te zetten is het voldoende om de schakelaar van de verwarmings-
ketel 6 (afb. 1) op de stand 0 te zetten.
Voor een langdurige uitschakeling van de verwarmingsketel dient u als volgt te werk te gaan:
• Plaats de knop van de schakelaar van de verwarmingsketel 6 (afb. 1) op de stand 0;
• Sluit de gaskraan bovenstrooms van de verwarmingsketel;
• Sluit de stroomtoevoer naar het apparaat af;
Om schade door vorst te voorkomen tijdens lange pauzes in de winterperiode is het raadzaam
al het water in de verwarmingsketel en de installatie af te tappen of de verwarmingsinstallatie te
vullen met een speciaal antivriesproduct.

3.3 Onderhoud

De volgende werkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalificeerd en hiervoor opgeleid per-
soneel worden uitgevoerd.
Seizoenscontrole van verwarmingsketel en schoorsteen
H
et wordt geadviseerd minstens eenmaal per jaar de volgende controles te laten uitvoeren op het
apparaat:
• De besturings- en veiligheidsinrichtingen (gasklep, thermostaten etc.) moeten goed functioneren.
• De lucht-rookgaspijpen en het eindstuk mogen niet verstopt zijn en geen sporen van lekkage ver-
tonen.
• De gas- en waterinstallaties moeten lekdicht zijn.
• De brander en de ketel moeten schoon zijn. Volg de instructies van de volgende paragraaf op.
• De elektroden moeten vrij zijn van afzettingen en correct zijn gepositioneerd (zie afb. 10).
• De waterdruk van de installatie moet in ruststand ongeveer 1 bar bedragen; indien dit niet het geval
is moet de installatie opnieuw op deze waarde worden ingesteld.
• Het expansievat, indien aanwezig, moet gevuld zijn.
• Debiet en druk van het gas moeten overeenkomen met de waarden die in de respectievelijke tabellen
staan vermeld.
• De circulatiepompen mogen niet geblokkeerd zijn.
Veiligheidsinrichtingen
De verwarmingsketel PEGASUS LN is uitgerust met veiligheidsinrichtingen die de veiligheid garanderen
in geval van storingen in de werking.
Temperatuurbegrenzer (veiligheidsthermostaat) met automatische reset
De functie van deze inrichting is te voorkomen dat de temperatuur van het water in de installatie het
kookpunt overschrijdt. De maximumtemperatuur voor de ingreep is 110°C.
De temperatuurbegrenzer kan alleen gedeblokkeerd worden wanneer de verwarmingsketel is afgekoeld
(de temperatuur moet minstens 10°C dalen) en wanneer de storing, die de blokkering heeft veroorzaakt,
is gevonden en verholpen. De veiligheidsthermostaat (detail 7 van afb. 1) bevindt zich binnen in het
bedieningspaneel.
32
Pegasus LN