Honeywell KaltecSoft Notice D'installation page 65

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 29
VOORZICHTIG!
Het afvalwatersysteem moet minstens DN50 zijn!
Gebruik alleen de bij de levering inbegrepen
flexibele slangen DN20. Zorg voor een correcte
afdichting en instelling van alle leidingen voor de
eerste ingebruikname.
VOORZICHTIG!
De spoelwaterslang en de slang op de
veiligheidsoverloop van het zouttankreservoir
moeten volgens EN 1717 en EN 14743 met een
minimale afstand van 20 mm (vrije afvoer) tot een
zo hoog mogelijk waterpeil van de afwatering
gemonteerd worden.
VOORZICHTIG!
De afvoer van de overloop van de zouttank moet
altijd aangesloten zijn. Afvoeraansluitingen volgens
de norm EN 1717.
Bescherming van het apparaat: Om de levensduur van
uw ontharder te verlengen, dient u deze op een
schone, droge plaats te houden met een
omgevingstemperatuur tussen 5 en 40 °C om schade
aan hars of componenten te voorkomen.
3.6 Installatie van uw ontharder
1.
Plaatsen van de waterontharder
Het is zeer belangrijk om de waterdruk van de watertoevoer
vast te stellen voordat u de waterontharder installeert.
Als de waterdruk in de watertoevoer laag is, kan het zijn dat
de waterontharder niet goed werkt.
Als deze te hoog is, kunnen de onderdelen in het apparaat
beschadigd raken.
Opgemerkt moet worden dat de waterdruk van de toevoer
kan toenemen in perioden van laag waterverbruik,
bijvoorbeeld 's nachts.
Als de druk overdag daarom hoger is dan 8,0 bar of als u niet
zeker bent over de druk, dan moet een
drukverminderingsventiel worden gemonteerd.
Wanneer de druk minder dan 1,0 bar bedraagt, kan een
drukpomp nodig zijn.
2.
Toevoer- en afvoeraansluitingen:
Met geopende bypasskraan en gesloten inlaat-/
uitlaatventielen kan het apparaat op het leidingsysteem
worden aangesloten.
Pijlen op de inlaat- en uitlaatleiding van de klep bevestigen de
doorstroomrichting.
Aansluitingen kunnen worden gemaakt met of conventionele
koperen buis en hulpstukken, of de bijgeleverde hoge
doorstroom, flexibele slangen; zorg ervoor dat de slangen
niet geknikt zijn omdat dit de doorstroom kan beperken.
MU0H-1420 GE23 R0618
NL
3.
Afvoeraansluiting
Schuif de flexibele afvoerslang op het getande verbinding
(afvoer) zoals aangegeven in het hoofdstuk 3.4 Ontwerp van
de installatie en zet deze vast met de bijgeleverde clip.
Leid de afvoerslang naar een standpijp of naar een
afvoerleiding.
De afvoerwaterslang moet op een afstand van minimaal 20
mm (vrije afvoer) op een zo hoog mogelijk afvoerwaterniveau
worden gemonteerd.
Het ontharde water zal geen ongunstig effect op een
septische tank hebben.
Bij voldoende druk (meer dan 3 bar) kunt u de afvoer
verlengen tot 9 m (horizontaal).
De afvoerslang mag op geen enkele manier worden geknikt
of beperkt, aangezien dit overlopen van de zoutkast
veroorzaakt.
Vorstbescherming:
Als de afvoerslang of de aansluitleidingen waarschijnlijk
worden blootgesteld aan temperaturen onder 0 °C, moeten
deze worden beschermd om bevriezing te voorkomen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan
leiden tot overlopen van de waterontharder.
De afvoerslang omhoog brengen:
Bij een waterdruk van 3 bar of meer kunt u de afvoer tot
maximaal 3 meter boven de ventielkop verhogen.
4.
Overloop aansluitingen
De slang van de veiligheidsoverloop (niet meegeleverd met
de ontharder) moet worden aangesloten op de snelkoppeling
kniestuk aan de achterzijde van de kast (zie hoofdstuk 3.5- nr.
6). Hij moet op een afstand van minstens 20 mm (vrije afvoer)
tot een zo hoog mogelijk niveau van het afwateringswater
worden gemonteerd.
Leid de pijp naar beneden tot aan de afvoer.
Als de waterontharder in een kelder is geplaatst, kan de
overloop naar een opslagtank worden geleid. Plaats de
overloopslang niet hoger.
5.
Elektrische aansluitingen.
Voor extra veiligheid, gemoedsrust en installatiegemak wordt
uw waterontharder gevoed door laagspanning via een
stekkertransformator.
6.
Het vullen van de zoutkast, gebruik van
zout:
Plaats nu het zout van de waterontharder in de zoutkast.
Gebruik de zouttablet (blokje) van uw plaatselijke dealer.
Aanwijzingen voor het gebruik van zout: Uw waterontharder
werkt alleen effectief als er tijdens het regeneratieproces zout
in de zoutkast zit.
Het zoutgehalte mag daarom niet lager zijn dan 15 cm vanaf
de onderzijde van de zoutkast.
De ontharder hoeft niet op gang te worden gebracht, voeg
geen water toe aan de zouttank.
65
Honeywell GmbH

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Ks30eKs30i

Table des Matières