FISCHER F-1506 Mode D'emploi page 6

NL
Gebruikershandleiding kwartsklok
Voor de ingebruikname van de klok heeft u een batterij nodig overeenkomstig
de gegevens op de klok. De batterij wordt niet meegeleverd. Plaats de batterij
in het batterijvak. Let daarbij op de polariteit (markering) „+" / „-".
Ingebruikname kwartsklok: Aan de achterzijde van de klok bevindt
zich ook een draaiwiel. Met behulp van dit wiel kunt u de klok op de
actuele tijd instellen.
Ingebruikname radioklok: Als de klok het radiosignaal heeft ontvan-
gen, wordt deze automatisch op de actuele tijd ingesteld. De zomer-
en wintertijd worden automatisch omgezet.
Batterijen vervangen: Als de klok niet meer de juiste tijd aangeeft
of blijft staan, moet u de batterij vervangen. Vervang de oude batterij
door een nieuwe batterij van hetzelfde type.
Let op: Gooi de lege batterij niet weg met het huisvuil. Geef deze
voor correcte verwijdering af bij een inzamelpunt overeenkomstig de
nationale of lokale bepalingen.
Gebruikershandleiding getijdenklok
Voor de ingebruikname van de klok heeft u een batterij nodig overeenkomstig de
gegevens op de klok. De batterij wordt niet meegeleverd. Plaats de batterij in het
batterijvak. Let daarbij op de polariteit (markering) „+" / „-".
De werking van de getijden is zeer complex en bevat vele factoren die in acht
moeten worden genomen om de vloed op een bepaalde plaats nauwkeurig te
kunnen bepalen. De berekeningen, die nood-zakelijk zijn voor het opstellen van
de plaatselijke getijdentabellen, worden normaal gesproken uitgevoerd met een
computer. De getijdenklok heeft niet de mogelijkheid om de nauwkeurige tijd van
de getijden op een bepaalde plaats aan te geven. Echter wordt de gemiddel-
de stand van de getijden weergegeven, wat voor de meeste mensen absoluut
voldoende is.
Het uitgangspunt van de getijden zijn de aantrekkingskrachten van de maan en
de zon, evenals optredende stromingskrachten. De gemiddelde tijd tussen twee
meridian doorgangen van de maan is 24 uur 50 minuten en 30 seconden. Dit
wordt ook wel de maan- of getijdendag genoemd. Dit betekent dat de getijden-
dag (waarop de getijdenklok is uitgelijnd) 50 minuten langer is dan de zondag
van 24 uur. Met andere woorden, de getijdenklok, die de gemiddelde getijden
aangeeft, loopt gedurende de reguliere tijd van 24 uur 50 minuten achter.