Algemene Veiligheidsvoorschriften - Talon AC3119E4 Manuel De L'utilisateur

INHOUDSTAFEL
ALGEMENE VEILGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
VOOZORGSMAATREGELEN TEGEN TERUGSLAG
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
• Interpretatie van symbolen en kleuren
• Gevaar! Pas op voor terugslag!
ALGEMENE INFORMATIE
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
• Veiligheidsmaatregelen
SPECIFICATIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
MONTAGE-INSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
• Montagegereedschap
• Vereisten voor de montage
• Montage van zwaard, zaagketting en koppelingsdeksel
• Instelling van de kettingspanning
• Mechanische test van de kettingrem
BRANDSTOF EN SMERING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
• Brandstof
• Brandstof mengen
• Brandstof- en smeringsymbolen
• Tabel brandstofmenging
• Aanbevolen brandstof
• Smering van ketting en zwaard
BEDIENINGSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
• Controles voor de start van de motor
• Motor starten
• Warme motor herstarten
• Motor stilleggen
• Bedrijfstest van de kettingrem
• Smering van zaagketting en zwaard
• Automatische smering
ALGEMENE ZAAGINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
• Vellen
• Snoeien
• Opdelen
• Opdelen met behulp van een zaagbok
ONDERHOUDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
• Preventief onderhoud
• Luchtfilter
• Brandstoffilter
• Vonkenvanger
• Bougie
• Instelling van de carburator
• Opslag van de kettingzaag
• De machine weer in gebruik nemen
• Onderhoud van het zwaard
• Onderhoud van de ketting
PROBLEMEN MET DE MOTOR OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
EU-CONFORMITEITSVERKLARING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
17
NL

ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Betekenis van de symbolen op het product
Lees de handleiding voor u de machine gebruikt.
Draag een veiligheidsbril om uw ogen te bescher-
men tegen rondvliegende voorwerpen en draag
oorbescherming, zoals een geluiddichte helm, om
uw gehoor te beschermen. Werkt u op een plaats
waar er voorwerpen kunnen vallen, dan moet u
ook een veiligheidshelm dragen.
Draag handschoenen om uw handen te beschermen.
Waarschuwing! Bij het gebruik van op benzine werkende apparaten moeten de gebruikelijke veilig-heidsmaatregelen
worden in acht genomen, waaronder de hiernavolgende, om verwondingen en schade te voorkomen.
Lees al deze instructies voordat u het apparaat in gebruik neemt en bewaar ze goed.
1. Bedien een kettingzaag NIET met één hand. De
gebruiker, helper, omstanders of een combinatie van
deze personen lopen meer risico op een ongeval
wanneer de zaag met één hand wordt bediend.
Een kettingzaag is bedoeld om met twee handen te
worden gebruikt
2. Gebruik een kettingzaag NIET als u moe bent of on-
der de invloed van alcohol, drugs of geneesmiddelen.
3 . Gebruik veiligheidsschoeisel, goedzittende kleding,
beschermende handschoenen en bescherming
voor ogen, oren en hoofd.
4. Wees voorzichtig bij het gebruik van brandstof. Blijf
minstens 3 m verwijderd van het bijvulpunt voordat
u de motor start.
Houd andere personen uit de buurt als u de motor
5.
start of met de zaag werkt. Houd omstanders en
dieren buiten het werkgebied.
6. Begin niet met zagen voordat u een vrij werk-gebied
hebt en stabiel staat. Zorg ervoor dat u een vluchtr-
oute voor ogen hebt voordat de boom valt.
7. Houd uw lichaam uit de buurt van de ketting als de
motor draait.
8. Ga na of de ketting niets raakt, voordat u de motor
start.
9. Draag de kettingzaag met stilstaande motor, met het
zwaard en de zaagketting naar achteren, en met de
knalpot van uw lichaam verwijderd.
10. Gebruik GEEN kettingzaag die beschadigd is, onjuist
afgesteld is, of niet volledig gemon-teerd is. De ketti-
ngzaag moet stoppen met draaien als u de hendel
loslaat.
11. Schakel de motor uit voordat u de kettingzaag
neerzet.
12. Wees uiterst voorzichtig bij het zagen van twijgen en
dunne takken. Het dunne materiaal kan vastraken in
de kettingzaag, waardoor het uw richting uit kan
schieten of u uit evenwicht kan brengen.
13. Zaagt u een tak die onder spanning staat, pas dan
op voor het wegspringen van de tak op het moment
dat de spanning in de houtvezels vrijkomt.
14. Houd de handgrepen droog en schoon en mors er
geen brandstof op.
15. Gebruik de kettingzaag alleen in goed verluchte
ruimten.
16. Gebruik de kettingzaag NIET in een boom, tenzij u
daarvoor speciaal bent opgeleid.
Ontstekingsknop
X 5
Zorg ervoor dat de kettingrem uitgeschakeld is! Trek de
handbeschermer/kettingrem naar achter om het apparaat
in te schakelen.
Akoestisch geluidsniveau LWA in overeenstemming
110
met richtlijn 2000/14/EC + 2005/88/EC
Waarschuwing! Gevaar!
Draag veiligheidslaarzen om uw voeten te beschermen.
17. Reparaties, met uitzondering van de werkzaamheden
die genoemd zijn in de veiligheids- en onderhoudsin-
structies, mogen alleen worden uitgevoerd door
bevoegde personen.
18. Gebruik bij het transport van de kettingzaag de
passende zaagblad bescherming.
19. Gebruik de kettingzaag NIET in de buurt van ontvla-
mbare vloeistoffen of gassen, binnenshuis noch
buitenshuis. Dit kan leiden tot explosie en/of brand.
20. Vul geen benzine of olie bij terwijl de kettingzaag
draait.
21. GEBRUIK HET JUISTE GEREEDSCHAP. Zaag
uitsluitend hout. Gebruik de kettingzaag niet voor
doeleinden waarvoor hij niet geschikt is. Zaag
bijvoorbeeld geen plastic, metselwerk of steen.
22. De beginner dient zich in de juiste werkwijze (Zie ook:
"Algemene zaaginstructies", op pagina 35 en verder)
te bekwamen onder leiding van een ervaren gebruiker.
23. Tracht deze machine nooit met slechts één hand te
bedienen. U kunt de sterkte van de reactiekrachten
niet voorspellen, waardoor u de controle over de
zaag kunt verliezen en het zwaard van de takken of
houtblokken af kan glijden of stuiteren.
24. Gebruik de machine nooit binnenshuis.
Zodra de verbrandingsmotor wordt gestart ontstaan
er giftige uitlaatgassen die evenwel kleurloos en geu-
rloos kunnen zijn. Tijdens het zagen met de machine
kan er zich stof ontwikkelen en kunnen er nevels of
dampen ontstaan, die chemische stoffen bevatten
waarvan bekend is dat deze schadelijk zijn voor de
de gezondheid. Wees u terdege bewust van
de schadelijkheid van stof en damp (zoals zaagstof of
oliedamp die beide vrijkomen bij het smeren van de
ketting) en pas uw persoonlijke bescherming daaraan
aan.
25. Draag handschoenen en houd uw handen warm.
Langdurig werken met kettingzaag-machines kan door
de voortdurende trillingen leiden tot dode vingers. Om dit
risico te beperken dient u handschoenen te dragen en
uw handen warm te houden. Bij de eerste symptomen
van deze aandoening moet u zich direct tot een arts
wenden.
18
NL