• Bij het openen van afdekkingen of het verwijderen van onderdelen, ook wanneer
dit handmatig mogelijk is, kunnen spanningvoerende onderdelen worden blootge-
legd.
• Voordat het apparaat wordt geopend, moet deze van alle spanningsbronnen zijn
losgekoppeld.
• Schakel het apparaat nooit meteen in nadat het van een koude in een warme ruim-
te is gebracht. Het condenswater dat wordt gevormd, kan onder bepaalde
omstandigheden het apparaat beschadigen. Laat het apparaat uitgeschakeld op
kamertemperatuur komen.
• De netvoeding wordt warm tijdens gebruik; zorg voor voldoende ventilatie. Ventila-
tiesleuven mogen niet worden afgedekt!
• Er mogen alleen zekeringen van het aangeduide type en met de aangegeven nomi-
nale stroomsterkte worden gebruikt. Het gebruik van gerepareerde zekeringen is
niet toegestaan.
• Zorg dat de aarddraad niet wordt onderbroken, aangezien een onderbroken aard-
draad in geval van storing levensgevaarlijk is. Let bovendien op dat de isolatie niet
wordt beschadigd of verwijderd.
• De uitgangen van de voorschakeltransformator zijn niet galvanisch van de net-
spanning gescheiden (spaartransformator). Hierdoor bestaat ook bij aanraking van
de uitgangsspanning levensgevaar!
• Sluit geen gelijkspanningen (DC) aan. De voorschakeltransformator werkt alleen
op wisselspanning (AC).
• Wanneer men aanneemt dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, dan mag het
apparaat niet meer worden gebruikt en moet het worden beveiligd tegen onbedoeld
gebruik. U mag ervan uitgaan dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is indien:
- het apparaat zichtbaar is beschadigd,
- het apparaat niet meer functioneert en
- het apparaat gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden is opge-
slagen of
- het apparaat tijdens transport zwaar is belast.
• Neem ook de veiligheidsvoorschriften in acht, zoals die beschreven zijn in de
afzonderlijke hoofdstukken resp. in de gebruiksaanwijzingen van de aangesloten
apparaten.
Leveringsomvang
Voorschakeltransformator
Gebruiksaanwijzing
31