U kunt online aanvullende informatie en uitleg vinden. Scan de
QR-code op de titelpagina.
Inhoudsopgave
1 Veiligheid ................................... 7 2
1.1 Algemene aanwijzingen . .......... 7 2
1.2 Bestemming van het appa-
raat . .............................................. 7 2
1.3 Inperking van de gebruikers . .. 7 2
1.4 Veiliger transport . ...................... 7 3
1.5 Veilige installatie . ....................... 7 3
1.6 Veilig gebruik ............................. 7 4
1.7 Beschadigd apparaat . .............. 7 6
2 Het voorkomen van materiële
schade ........................................ 7 7
3 Milieubescherming en bespa-
ring . ............................................. 7 7
3.1 Afvoeren van de verpakking . .. 7 7
3.2 Energie besparen ..................... 7 7
4 Opstellen en aansluiten . ........... 7 8
4.1 Leveringsomvang . ..................... 7 8
4.2 Criteria voor de opstelloca-
tie ................................................. 7 8
4.3 Apparaat monteren . .................. 7 9
4.4 Het apparaat voor het eerste
gebruik voorbereiden ............... 7 9
4.5 Apparaat elektrisch aanslui-
ten ................................................ 7 9
5 Uw apparaat leren kennen . ....... 7 9
5.1 Apparaat ..................................... 7 9
5.2 Bedieningspaneel ..................... 7 9
6 Uitrusting ................................... 7 9
6.1 Legplateau . ................................. 8 0
6.2 Flessenrek .................................. 8 0
6.3 Groente- en fruitlade . ................ 8 0
6.4 Deurrekken . ................................ 8 0
6.5 Accessoires ............................... 8 0
7 De Bediening in essentie . ......... 8 0
7.1 Apparaat inschakelen .............. 8 0
7.2 Opmerkingen bij het gebruik . . 8 1
7.3 Machine uitschakelen .............. 8 1
Inhoudsopgave
7.4 Temperatuur instellen . .............. 8 1
8 Extra functies ............................ 8 1
8.1 Super-functie . ............................. 8 1
9 Alarm . ......................................... 8 1
9.1 Deuralarm . .................................. 8 1
10 Koelvak .................................... 8 2
10.1 Tips voor het bewaren van le-
vensmiddelen in het koel-
vak ............................................. 8 2
10.2 Koudezones in het koelvak .. 8 2
10.3 Sticker "OK" ............................. 8 2
11 Vriesvak ................................... 8 3
11.1 Deur van het vriesvak ............ 8 3
11.2 Invriescapaciteit ...................... 8 3
11.3 Tips voor het bewaren van le-
vensmiddelen in het vries-
vak ............................................. 8 3
11.4 Tips voor het bevriezen van
verse levensmiddelen ............ 8 3
11.5 Houdbaarheid van de diep-
vrieswaren bij −18 °C ............ 8 4
11.6 Ontdooimethodes voor diep-
vrieswaren ................................ 8 4
12 Ontdooien ................................ 8 4
12.1 Ontdooien in het koelvak. ..... 8 4
12.2 Ontdooien in het vriesvak ..... 8 4
13 Reiniging en onderhoud . ........ 8 5
13.1 Apparaat voorbereiden voor
reiniging . ................................... 8 5
13.2 Apparaat schoonmaken ........ 8 5
13.3 De dooiwatergoot en het af-
voergat reinigen. ..................... 8 6
13.4 Onderdelen eruit halen . ......... 8 6
14 Storingen verhelpen ............... 8 6
14.1 Stroomuitval ............................. 8 8
14.2 Apparaatzelftest uitvoeren .... 8 9
Inhoudsopgave nl
71