Inleiding
Hartelijk dank voor de aankoop van dit Triton-product. Deze
handleiding omvat informatie die nodig is voor een veilig en
efficiënt gebruik van dit product. Dit product is in het bezit
van unieke kenmerken en, zelfs indien u bekend bent met
gelijkaardige producten, is het nodig om deze handleiding
aandachtig door te lezen om er zeker van te zijn dat u de instructies
volledig begrijpt. Zorg ervoor dat alle gebruikers van het product
deze handleiding volledig gelezen en begrepen hebben.
Productonderdelen
1. Boorgeleiders
2. Geleidingsblokken
3. Klem
4. Micro-instelling
5. Handvat hendel
6. Verzonken werkbankbevestigingsgat
7. Zijschaal
8. Basisplaat
9. Borgknop
10. Diktegeleiding
11. Magnetische stofafvoeradapter
12. Dieptekraag
13. Trapboorbit
14. Aandrijfbit
15. Schroef
16. Plug
17. Zeskantsleutel
18. Klem
Voorzien gebruik
Pocket boormal voor zich herhalende werkzaamheden bij het
uitvoeren van verbindingen. Kan gebruikt worden voor het
bevestigen van panelen, hoeken, en verstekverbindingen.
Voorafgaand aan het gebruik
WAARSCHUWING: Respecteer steeds alle
veiligheidswaarschuwingen en - instructies wanneer u gebruik
maakt van elektrisch gereedschap in combinatie van dit product.
Montage
• Het is aan te bevelen om deze boormal voorafgaand aan het
gebruik ervan te monteren op een werkbank.
• De boormal kan op een werkbank geklemd worden of hij
kan bevestigd worden met behulp van daarvoor geschikte
EN
NL
schroeven in de tegenverzonken bevestigingsgaten (6)
• De boormal kan eveneens bevestigd worden op een draagbaar
montageplatform dat niet vastgeklemd dient te worden op een
werkbank, wat de boormal draagbaar, veilig en stabiel maakt.
8
8
8
Vertaling van de originele instructies
Stofafvoer
• De magnetische stofafvoeradapter (11) wordt op de magneten
op het geleidingsblok (2) aangebracht/ (Fig. I)
• Een geschikt stofafvoersysteem of vacuüm kan verbonden
worden
• Schakel de stofafvoer/vacuüm in alvorens te boren
Werking
WAARSCHUWING: Houd de boormal NOOIT in de hand vast
wanneer er geboord wordt; hij dient stevig vast te worden gezet
op een daarvoor geschikte werkbank. Indien u dat niet doet, kunt
u het gereedschap beschadigen en kan dat aanleiding geven tot
ernstig persoonlijk letsel.
Opmerking: Algemeen geldt dat u eerst de boormal opstelt en
vervolgens de boordiepte instelt. Ideaal dient de punt van de
boor tevoorschijn te komen in de buurt van het midden van het
geboorde materiaal.
1. Bepaal de dikte van het te boren materiaal met behulp van een
rolmaat (Fig. II) of met de 0 – 50 mm Zijschaal (7)
2. Verschuif het geleidingsblok (2) tot het overeenstemt met
de dikte van het te boren materiaal, met behulp van de
diktegeleiding (10), en zet het geheel vervolgens vast met
behulp van de Vergrendelknoppen (9) (Fig. III)
3. Plaats de dieptekraag (12) op de trapboorbit (13) (Fig. IV) en
plaats dat in de boorgeleiding (1)
4. Wanneer het einde van het bit zich op 2-3 mm van de
basisplaat (8) bevindt (Fig. V) spant u de dieptekraag aan met
behulp van de zeskantsleutel (17) zonder echter overmatig
aan te spannen, en verwijdert u vervolgens het bit uit de
boorgeleiding
5. Plaats het werkstuk tegen het geleidingsblok en de basisplaat,
en duw het handvat van de hendel (5) om het werkstuk vast
te klemmen (Fig. VI). Indien er niet genoeg of teveel druk
wordt uitgeoefend, trekt u het handvat van de hendel terug en
stelt u de klem (3) en de micro-instelling (4) in door ze op de
schroefdraad te schroeven (Fig. VII), en drukt u vervolgens het
handvat van de hendel voorwaarts om opnieuw te trachten het
werkstuk vast te klemmen.
6. Plaats het trapboorbit in de boormachine en stel deze in op
hoge snelheid
7. Plaats het einde van het trapboorbit in één van de
boorgeleidingen en start de boormachine
Opmerking: Indien de magnetische stofavoeradpater (11) en een
geschikt stofafvoersysteem of vacuüm verbonden zijn, schakel deze
dan IN vooraleer u begint te boren.
8. Ga in meerdere fasen te werk bij het boren om de afvoer van
spanen en stof mogelijk te maken, tot de dieptekraag plat
tegen de boorgeleiding aanligt en stop vervolgens het boren en
verwijder het geheel uit de boorgeleiding (Fig. VIII)
9. Los de klem en verwijder het werkstuk met de geboorde
pocket boring gaten (Fig. IX). Het werkstuk is nu klaar om de
pocket boring schroeven en de pluggen aan te brengen. Zie de
onderstaande tabel voor de aanbevolen schroefgroottes