Chicco 4 FOR ME Mode D'emploi page 35

3. Til de wandelwagen op, zodat hij gemakkelijker opengaat
(fi g. 3).
4. Druk de kruiskoppeling met de punt van de voet omlaag
om het openen te voltooien en vergrendel de wandelwagen
op de geopende stand (fi g. 4).
LET OP: verzeker u ervan dat de wandelwagen op de open
stand is geblokkeerd, door te controleren dat de achterste
kruiskoppeling is vergrendeld.
MONTAGE/DEMONTAGE VAN DE BEKLEDING
Voor meer gemak moet deze handeling worden verricht met
de zitting van de wandelwagen genomen.
5. Breng de bekleding aan door eerst de bovenste stoffen
zijdelingse vleugel erop te doen (fi g. 5 A) en vervolgens de
onderste, aan de kant van de zitting (fi g. 5 B). Herhaal deze
handeling aan de andere kant.
6. Haal de D-vormige ringen door de hiervoor bestemde ope-
ningen (fi g. 6)
7. Steek de buikgordel in de D-vormige ringen, zoals in fi guur
7 wordt getoond.
8. LET OP: het tussenbeenstuk is aan de steun van de zitting
bevestigd, die met het frame is verbonden. Voor een goed en
veilig gebruik moet het tussenbeenstuk door de opening in de
bekleding worden gehaald, zoals in fi guur 8 wordt getoond.
Voor een goed gebruik van de veiligheidsgordels raadpleegt u
de paragraaf "Veiligheidsgordels".
9. Bevestig de stof aan de zitting, door de drukknopen vast te
maken, zoals in fi guur 9 wordt getoond.
10. Bevestig de stoffen vleugels door eerst de knopen A vast
te maken en vervolgens de velcro (fi g. 10). Herhaal deze han-
deling aan de andere kant.
11. Bevestig de twee bedekkingen van de armleuningen door
de drukknopen vast te maken (fi g. 11).
LET OP: Controleer dat de bekleding goed aan het frame van
de wandelwagen is vastgezet.
VEILIGHEIDSGORDELS
De wandelwagen is uitgerust met een veiligheidssysteem met
vijf verankeringspunten bestaande uit twee schouderbanden,
een buikgordel en een tussenbeenstuk met gesp.
LET OP: om ze te gebruiken voor kinderen vanaf de geboorte
tot ongeveer 6 maanden moeten de schouderbanden eerst
door de twee afstelknoopsgaten worden gehaald.
12. Steek de veiligheidsgespen in de speciale openingen in de
stof (fi g. 12 A) en controleer dat de schouderbanden zich op
de ideale hoogte voor uw kind bevinden: stel de hoogte ervan
anders af (fi g. 12 B).
13. Na het kind in de wandelwagen te hebben gezet, steekt u
de 2 vorken in de gesp en stelt u indien nodig de wijdte van de
buikgordel met behulp van de gespen af (fi g. 13).
14. Om de buikgordel los te maken, drukt u de twee zijvorken
tegelijk in (fi g. 14).
LET OP: om de veiligheid van uw kind te garanderen, dienen
de veiligheidsgordels altijd te worden gebruikt.
MONTAGE ZITTING GEZICHT NAAR MAMA
LET OP. Bij deze versie wordt de stootbeugel niet gebruikt.
15. Om de zitting op de stand gezicht naar mama te mon-
teren, opent u de zitting en laat u de bevestigingsplaatsen
met de buizen samenvallen, zoals in fi guur 15 wordt getoond.
Voor het gemak neemt u de plaatsen van de punten A en B
van fi guur 15 als referentiepunten.
16. Als de gaten in de zitting samenvallen met de pinnen in
het frame, duwt u de zitting omlaag tot u een vergrendelklik
hoort (fi g. 16).
Herhaal de handelingen aan de andere kant van de zitting.
LET OP: voordat u het product in de versie wandelwagen ge-
bruikt, controleert u altijd dat de zitting goed is gemonteerd.
MONTAGE ZITTING GEZICHT NAAR DE STRAAT
17. Om de zitting op de stand gezicht naar de straat te mon-
teren, opent u de zitting en laat u de bevestigingsplaatsen
met de buizen samenvallen, zoals in fi guur 17 wordt getoond.
Voor het gemak neem u de plaatsen van de punten A en B van
fi guur 17 als referentiepunten.
18. Als de gaten in de zitting samenvallen met de pinnen in
het frame, duwt u de zitting omlaag tot u een vergrendelklik
hoort (fi g. 18).
Herhaal de handelingen aan de andere kant van de zitting.
LET OP: voordat u het product in de versie wandelwagen ge-
bruikt, controleert u altijd dat de zitting goed is gemonteerd.
DEMONTAGE VAN DE ZITTING
Om de zitting te verwijderen, hoeft de stof niet van de wan-
delwagen te worden genomen.
19. Duw op de zijknop A onder zitting en til de zitting op (fi g.
19). Herhaal de handeling aan de andere kant van de zitting.
DE RUGLEUNING AFSTELLEN
20. Door op de knop op de rugleuning van de wandelwagen
te drukken, kan de schuine stand ervan worden afgesteld tot
de gewenste stand wordt bereikt (fi g. 20). Door de knop los
te laten, wordt de rugleuning op de dichtstbijzijnde stand ver-
grendeld. Om de rugleuning omhoog te zetten, hoeft u hem
maar omhoog te duwen.
LET OP: met het gewicht van het kind kunnen deze handelin-
gen moeilijker zijn.
DE VOETENSTEUN AFSTELLEN
21. Druk op de twee knoppen aan de binnenkant van de
scharnier van de voetensteun (fi g. 21) om de voetensteun op
de gewenste stand af te stellen.
WEGNEEMBARE STOOTBEUGEL
22. Om de stootbeugel te verwijderen, drukt u op de twee
knoppen onder de armleuningen (fi g. 22) en trekt u de beugel
naar u toe.
Open één kant van de stootbeugel, om het kind gemakke-
lijker in de wandelwagen te kunnen zetten.
LET OP: Zet het kind altijd met de veiligheidsgordels vast. De
stootbeugel is GEEN veiligheidsysteem voor het kind.
LET OP: gebruik de stootbeugel nooit om de wandelwagen
met het kind erin op te tillen.
VERSTELBARE ERGONOMISCHE HANDGREEP DOUBLE
TWIST
23. Door op de knop op de handgreep te drukken, kan de han-
dgreep op de gewenste stand worden gedraaid en wordt hij
aan de lengte en de voor de gebruiker gemakkelijkste stand
aangepast (fi g. 23).
De handgreep kan op 8 verschillende standen worden gezet.
24. LET OP: tijdens het gebruik moet de handgreep niet op
de neergelaten stand worden gebruikt (fi g. 24 A). Tijdens het
gebruik moeten de handgrepen op een hoge stand worden
gebruikt, zoals in fi guur 24 B wordt getoond.
SAMENVOEGBARE HANDGREEP
De wandelwagen is uitgerust met een samenvoegbare han-
35