Inbedrijfstelling
ren, zodat hij met andere HomeMatic-componenten (bijv. een draadloze
HomeMatic-afstandsbediening) kan communiceren, moet het apparaat
eerst worden aangeleerd. U kunt de draadloze schakelactor aan andere
HomeMatic-apparaten of aan de HomeMatic-centrale aanleren.
5.2.1
Aanleren aan HomeMatic-apparaten
Indien u de draadloze schakelactor aan een of meerdere apparaten wilt
aanleren, moeten de beide te verbinden apparaten in de aanleermodus
worden gebracht. Ga hiervoor als volgt te werk:
Houd bij het aanleren een minimumafstand van 50 cm tussen de
HomeMatic-apparaten aan.
Activeer eerst de aanleermodus aan de draadloze schakelactor.
•
Houd de kanaaltoets (A) ten minste 4 seconden ingedrukt. Een lang-
zaam knipperende apparaatled (B) geeft aan dat de aanleermodus
is ingeschakeld. De aanleertijd bedraagt max. 20 seconden.
•
Breng nu het apparaat dat u aan de draadloze schakelactor wilt
aanleren (bijv. een draadloze HomeMatic-afstandsbediening, zie
onderstaande afbeelding), in de aanleermodus. Verwijder het dek-
sel van het batterijvak en druk met een puntig voorwerp op de aan-
leertoets.
44
> 4 s
•
Na het aanleerproces gaat de apparaatled van de draadloze scha-
kelactor uit.
U hebt aanvullend de mogelijkheid om de in- en uitschakelduur van het
apparaat alsmede een vertragingstijd voor het in- en uitschakelen van
de aangesloten verbruikers in te stellen.
Indien er geen aanleren plaatsvindt, wordt het aanleerproces
na 20 seconden beëindigd. Indien andere apparaten zich in de
aanleermodus bevinden, dan worden deze aangeleerd.
5.2.2
Aanleren aan een HomeMatic-centrale
Om uw apparaat softwarematig en comfortabel
•
te kunnen besturen en configureren,
•
direct met andere apparaten te kunnen verbinden of
•
in centrale programma's te kunnen gebruiken,
moet het eerst aan de HomeMatic-centrale worden aangeleerd. Het
aanleren van nieuwe apparaten aan de centrale gebeurt via de Home-
Matic-bedieningsinterface 'WebUI'.
Inbedrijfstelling
45