Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
Bedieningspaneel
Thermostaat
fig. 2
De thermostaat (fig. 2) zorgt voor de juiste temperatuur in het
apparaat. Door de thermostaatknop te draaien, met muntstuk
(1-6)stelt u een andere temperatuur (stand) in.
- stand 1
= de laagste stand ("warmste" temperatuur)
- stand 2- 5 = middelste stand
- stand 6
= de hoogste stand ("koudste" temperatuur)
Let op:
De instelling van de thermostaat is onder andere
afhankelijk van:
-
de omgevingstemperatuur
-
de ruimte waarin het apparaat wordt geplaatst
-
hoe vaak de deur wordt geopend
-
de hoeveelheid bewaarde producten
Bij een omgevingstemperatuur tussen de +20°C en +25°C
bevelen wij aan de thermostaat in het midden tussen 3- 4 in te
stellen.
Let op: onder bepaalde omstandigheden kan het nodig zijn een
hogere of lagere instelling te kiezen.
Na instelling van de thermostaat kunt u het apparaat de eerste
keer, met gesloten deur en leeg, aanzetten door de stekker in
het stopcontact te steken.
Pagina 7
De eerste keer ......
- Zet, als u het apparaat voor de eerste keer in gebruik
neemt, de thermostaat op positie 2 (fig. 2).
Controleer na 30 minuten of de vriezer koud wordt.
- Laat het apparaat de eerste keer 4 uur ongevuld op
temperatuur komen voor u reeds bevroren producten in
de vriezer plaatst en zet de thermostaat (fig. 2)
daarna tussen stand 3 –4.
- Verdeel nog in te vriezen voedsel zodanig, dat het niet in
contact komt met reeds ingevroren producten.
Invriezen van vers voedsel
****
De 4 sterren
betekenen, dat er met dit apparaat vers
voedsel kan worden ingevroren en reeds diepgevroren
producten enige maanden bewaard kunnen worden.
Raadpleeg ook de aanwijzingen van de fabrikant op de
verpakking van de producten i.v.m. de max. bewaarduur.
Voorkom zo mogelijk direct contact tussen nieuw, nog in
te vriezen voedsel en al eerder ingevroren producten.
Let op: bij het invriezen de max. invriescapaciteit
per 24 uur niet overschrijden!
Pagina 8
Publicité
