9. Elektrische aansluitingen
Fig. 9-1
Fig. 9-3
Fig. 9-4
All manuals and user guides at all-guides.com
► Voorzorgsmaatregelen bij werkzaamheden met elektriciteit
• Gebruik altijd speciale circuits met stroomonderbrekers van de aangegeven
• Bij buitenopstelling van aftakdozen dienen de elektrische kabeldoorvoeren
• Zorg voor goede aarding. Aard de unit niet op een pijp van de open-
Fig. 9-2
• Gebruik de aangegeven elektrische kabels en sluit deze op de juiste wijze
► De kabels tussen de aftakdoos en de buitenunit en tussen de aftakdoos en
► Sluit de juiste koelpijpen en de juiste elektrische kabels aan op elke binnen-
► Bevestig elke aardingsleiding apart met een aardingsschroef.
► Om te voorkomen dat kabels in het plafond door ratten, enz. kunnen wor-
9.1. Kabelbuizen gebruiken (Fig. 9-4)
Breng de horizontale kap weer aan als de buis op zijn plaats is aangebracht.
Er kan kabelbuis van maximaal 1" buitendiamater worden gebruikt.
(1) Bij gebruik van kabelbuis van 1", dient u de bus te verwijderen en aan de aftakdoos
(2) Indien u kabelbuis van 3/4" of kleiner gebruikt, keept u de bus in en voert u de
*
Waarschuwing:
spanning.
Voedingscircuits van onvoldoende capaciteit en slecht vakmanschap bij
installatie kunnen leiden tot elektrische schokken of brand.
te worden afgedicht.
Regenwater op aansluitblokken kan leiden tot brand of storingen.
Voorzichtig:
bare voorzieningen, op bliksemafleidingen of op de aarding van
telefooninstallaties.
Onvolledige aarding kan leiden tot elektrische schokken. Hoge stromen
door blikseminslag of andere bronnen kunnen schade aan de airconditio-
ner tot gevolg hebben.
aan, en zie erop toe dat er geen spanning op staat.
Het niet opvolgen van deze voorschriften kan leiden tot draadbreuk, warm-
teontwikkeling of brand.
de binnenunits dienen zowel voor voeding als voor signalen. Sluit de kabels
aan volgens de nummers op de aansluitblokken, zodat correcte polariteit
wordt verzekerd.
unit. Verkeerd aangesloten kabels verhinderen de juiste werking van de unit.
► Sluit koelpijpen en aansluitkabels op de juiste aansluitingen aan. Deze
zijn voorzien van letters (bijvoorbeeld A, B, C, D, E) op deze unit.
den aangevreten, dienen deze in buizen te worden ondergebracht.
1. Verwijder de schroeven in de afdekkap. (Fig. 9-1)
2. Verwijder de afdekkap.
3. Voer de kabels in in de aftakdoos. (Fig. 9-2)
4. Zet elke kabel met een kabelklem vast. (Fig. 9-3)
5. Sluit elke draad stevig aan op het juiste aansluitblok. (Fig. 9-3)
6. Breng de afdekkap weer aan.
7. Indien de aftakdoos buiten is geplaatst, dienen de kabelinvoeren met kit te wor-
den afgedicht om het binnendringen van regenwater te voorkomen. (Fig. 9- 2)
Elektrische afdekkap
3 bussen
Afdichting
Kabels
BC-regeling
Band
Aansluitblok: TB2B <naar buitenunit> ø1,6 - ø2,0
Aansluitblok: TB3A-TB3E <naar binnenunit> ø1,6
Kap
Kabelbuis
Ring
Moer
Kabelbuis
te bevestigen. Verwijder de horizontale kap bij het aanbrengen op de aftakdoos.
kabelbuis ongeveer 100 mm in de aftakdoos.
* Breng de horizontale afdekkap weer aan als de kabelgoot op zijn plaats is
aangebracht.
31