Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
6. GEBRUIKSAANWIJZING
6.1 OVERZICHT
1 Schakelaar
2 Beeldscherm
3 USB-C ingang
4 USB-uitgang
5 LED-lampje
6 EC5-startaansluiting
7 Smartbox-controlelampje
8 S martbox-jumperkabel
6.2 HET LAADNIVEAU VAN DE POWERPACK
Druk eenmaal op de schakelaar (positie 1 in het
overzicht). Het display (positie 2 in het overzicht) wordt
geactiveerd en toont de laadstatus van de Powerpack in
procenten (positie 13 in het overzicht).
6.3 DE POWERPACK OPLADEN
Gebruik een USB-lader met 2 A uitgang (niet meege-
leverd!) om de Powerpack op te laden. Steek de USB-C
stekker van de oplaadkabel (positie 11 in het overzicht)
in de USB-C ingang (positie 3 in het overzicht) van de
18
Afbeelding 1: overzicht
9 Poolklem zwart (-)
10 Poolklem rood (+)
11 USB-C oplaadkabel
12 Zakje
13 Oplaadstatus in %
14 Spanning
15 Stroomsterkte
16 Ingang / uitgang
Powerpack. Steek de USB-A stekker van de oplaadkabel
in de oplader. Sluit de lader aan op een stopcontact.
Het display toont de voortgang van het laden in procent-
en, 1% - 99%. Bij 100% is de Powerpack batterij volledig
opgeladen.
Haal na het laden eerst de lader uit het stopcontact en
koppel vervolgens de laadkabel los van de lader en de
Powerpack
6.4 STARTHULP VOOR 12V-VOERTUIGEN
1. Schakel het contact en alle verbruikers in uw voertuig
uit.
2. Zorg ervoor dat de accucapaciteit van de Powerpack
nog minimaal 75% is en dat de accupolen van uw
voertuigaccu niet vuil of geoxideerd zijn.
3. Sluit de Powerpack en de startkabel aan door de
Smartbox-aansluiting (positie 8 in het overzicht)
van de startkabel in de startaansluiting (positie 6 in
het overzicht) van de Powerpack te steken. Het LED-
lampje (positie 5 in het overzicht) wordt
geactiveerd. Controleer of de stekker goed en stevig
in het stopcontact zit. Het controlelampje (positie 7 in
het overzicht) van de Smartbox knippert afwisselend
rood/groen.
4. Sluit eerst de rode poolklem (positie 10 in het
overzicht) van de startkabel aan op de pluspool
en vervolgens de zwarte poolklem (positie 9 in het
overzicht) op de minpool van de voertuigaccu. De
poolklemmen moeten goed en stevig contact maken
met de accupolen.
5. Als de startkabels correct zijn aangesloten, brandt het
controlelampje continu groen en klinkt er een enkele
signaaltoon.
Afbeelding 2: Indicatielampje Smartbox
6. Start de motor van uw voertuig. Laat de startmotor
niet langer dan 3 seconden werken. Als de startpoging
niet is gelukt, wacht dan minstens twee minuten
voordat u de volgende poging onderneemt. Doe geen
nieuwe poging na de derde mislukte poging, maar
controleer uw voertuig op storingen.
7. Maak de startkabel los van de stroomconvertor.
Verwijder vervolgens de klemmen van de
voertuigaccu.
Publicité
