Télécharger Imprimer la page

Rapid PB131 Notice Technique page 24

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 15
3. Druk de neus van het gereedschap op het vast te
zetten werkstuk en haal de trekker over om nieten af te
schieten. (Figure 7)
Stel de voor het binnendringen van de nagels
benodigde minimumdruk af. Voer vervolgens een
aantal starttesten uit met de laagste druk.
4. Controleer of het bevestigingsmiddel in het werkstuk
is gedreven in overeenstemming met de vereisten.
- als het bevestigingsmiddel uitsteekt, verhoogt u de
luchtdruk in stappen van 0,5 bar en controleert u het
resultaat na elke nieuwe aanpassing;
- als het bevestigingsmiddel te diep zit, verlaagt u de
luchtdruk in stappen van 0,5 bar tot het resultaat
bevredigend is.
5. U moet in elk geval proberen met de laagst mogelijke
luchtdruk te werken.
6. Houd het gereedschap tijdens het werk zodanig vast
dat er geen verwondingen aan het hoofd of aan het
lichaam kunnen worden veroorzaakt in geval van een
mogelijke terugslag als gevolg van een onderbreking
van de energietoevoer of harde stukken in het
werkoppervlak.
7. Het gereedschap moet worden losgekoppeld van het
persluchtsysteem voor transportdoeleinden, vooral
wanneer ladders worden gebruikt of wanneer een
ongewone fysieke houding wordt aangenomen tijdens
het verplaatsen.
8. Draag het bevestigingsgereedschap op de werkplek
alleen aan het handvat en nooit met de trekker in
werking.
9. Houd rekening met de omstandigheden op de
werkplek. Bevestigingsmiddelen kunnen dunne
werkoppervlakken binnendringen of van hoeken en
randen afglijden en zo mensen in gevaar brengen.
10. Gebruik voor persoonlijke veiligheid beschermende
uitrusting zoals gehoor- en oogbescherming.
11. De trekker en het veiligheidscontact moeten voor
elke bediening worden ontgrendeld, zonder de
volgorde van bediening. Voor herhaalde schieten is
het voldoende als de trekker geactiveerd blijft en het
veiligheidscontact daarna wordt geactiveerd, of vice
versa.
12. Gebruik het gereedschap niet als het magazijn leeg is.
13. Elk defect of niet goed functionerend gereedschap
moet onmiddellijk worden losgekoppeld van de
persluchttoevoer en ter inspectie naar een specialist
worden gebracht.
14. In geval van langere pauzes tijdens het werk of aan
het einde van de werkzaamheden, koppelt u het
gereedschap los van de persluchttoevoer en wordt
aanbevolen het magazijn te legen.
15. De persluchtaansluitingen van het gereedschap
en de slangen moeten worden beschermd tegen
verontreiniging. Het binnendringen van grof stof,
spanen, zand etc. zal leiden tot lekkages en schade
aan het gereedschap en de koppelingen.
PERSLUCHTSYSTEEM
1. Voor een goede werking van het gereedschap
is gefi lterde, droge <en gesmeerde> perslucht
benodigd in voldoende hoeveelheden.
2. Als de luchtdruk in het leidingsysteem de maximaal
toelaatbare druk van het gereedschap overschrijdt,
dient een drukreduceerventiel gevolgd door een
24
stroomafwaartse veiligheidsklep in de toevoerleiding
naar het gereedschap worden aangebracht.
3. Sluit het gereedschap aan op de persluchttoevoer
met behulp van een geschikte drukslang uitgerust met
snelkoppelingen. (Figure 1)
4. De compressor dient voldoende capaciteit te hebben
op het gebied van druk en prestaties (debied) voor het
te verwachten verbruik. Leidingsecties die te klein zijn
in verhouding tot de lengte van de leiding (leidingen
en slangen), evenals overbelasting van de compressor,
zullen resulteren in drukverlies.
5. Permanent aangelegde persluchtleidingen moeten
een binnendiameter van ten minste 19 mm en een
overeenkomstige grote diameter hebben bij relatief
lange pijpleidingen of meerdere gebruikers.
6. Persluchtleidingen moeten zo worden gelegd dat
ze een helling vormen (hoogste punt in de richting
van de compressor). Gemakkelijk toegankelijke
waterafscheiders moeten op de laagste punten
worden geïnstalleerd.
7. Verbindingen voor gebruikers moeten van bovenaf met
de pijpleidingen worden verbonden.
8. Verbindingspunten voor bevestigingsgereedschap
moeten direct op het verbindingspunt worden
voorzien van een perslucht-onderhoudseenheid (fi lter /
waterscheider / olie-inrichting).
9. Olie moet dagelijks worden gecontroleerd en
indien nodig worden bijgevuld met de aanbevolen
kwaliteit olie (zie TECHNISCHE GEGEVENS).
Bij gebruik van slangen met een lengte van meer
dan 10 m kan de olietoevoer voor het gereedschap
niet worden gegarandeerd. We raden daarom aan
om 2 tot 5 druppels (afhankelijk van de belasting
van het gereedschap) van de aanbevolen olie (zie
TECHNISCHE GEGEVENS) toe te voegen via de
luchtinlaat van het gereedschap, of een oliebus die
rechtstreeks op het gereedschap is bevestigd.
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ONDERHOUD
1. Als een niet blijft vastzitten, moet u het
gereedschap losnemen van de luchttoevoer.
(Figure 8)
2. Koppel het magazijn los en schuif de rail terug.
(Figure 9)
3. Verwijder de vastzittende nagels.
ONDERHOUD:
1. Voer een dagelijkse inspectie uit om na te gaan of de
veiligheidsbeugel en trekker vrij kunnen bewegen. Het
gereedschap moet daarbij zijn losgekoppeld van de
luchttoevoer.
2. Alle schroeven moeten goed zijn aangehaald. (Figure
2)
Loszittende schroeven resulteren in een onveilige
werking en het breken van onderdelen. Spuit zachtjes
2 of 3 druppels olie in de luchtinlaat.
3. Gebruik alleen de aanbevolen olie zoals vermeld in
de technische specifi caties. Houd het gereedschap
schoon. Neem het regelmatig af met een droge doek
en inspecteer het op slijtage. Smeer van tijd tot tijd de
schuifdelen van het magazijn om slijtage te voorkomen.
4. Gebruik geen ontvlambare reinigingsoplossingen. Niet
weken en geen oplosmiddel gebruiken. Dergelijke
middelen kunnen O-ringen en andere gevoelige delen
van het gereedschap beschadigen. Gebruik schone,
(Figure 10)

Publicité

loading