Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
Schroef de stok aan de bodem van het pak-
ket vast en plaats deze buiten in het vrije veld.
Zorg ervoor dat de punt van de stok goed vast
in de grond staat.
30
3.1 Pakket 1 –De windmeter (Anemome-
ter) en windwijzer
Dit pakket meet de windsnelheid in kilometer
per huur (kph) en mijlen per uur (MPH).
Om de windmeter te monteren, steek je het
kleine uiteinde van de drie lepelvormige wind-
schalen op hun plek, zodat ze in de zelfde
richting staan en gemakkelijk op hun plaats
geschoven kunnen worden. Kijk hierbij naar
de afbeelding op pagina 1 ter referentie.
Wind en temperatuur zijn nauw met elkaar ver-
bonden. Het proces dat de lucht verwarmt en
mengt, wordt convectie genoemd en is een
van de belangrijkste processen waardoor het
weer wordt veroorzaakt. Convectie is het be-
langrijkste mechanisme voor de vorming en
circulatie van wolken. Warme, vochtige lucht
stijgt op en koelt af, terwijl droge en dichtere
lucht naar beneden daalt.
Sommige plaatsen worden sneller warm dan
andere. Steden bijvoorbeeld warmen sneller
op dan een open landschap. Deze processen
zorgen voor wisselende convectiepatronen,
waardoor luchtbeweging wordt veroorzaakt,
wat wind is.
Het zelfde gebeurt in veel grotere mate bij
de polen van onze planeet. De Noord- en
Zuidpool nemen maar weinig zonnewarmte
op, terwijl rond de evenaar het land juist veel
meer warmte opneemt. De warme lucht stijgt
op, en de koelere poollucht valt terug naar het
oppervlak om de opgestegen lucht te vervan-
gen.
Al deze factoren komen samen om wind te
veroorzaken. Wanneer je windmeter buiten
staat opgesteld, zullen de drie windschalen
door de wind worden rondgedraaid. De wij-
zer laat de windsnelheid zien en aan de wind-
wijzer kan je zien uit welke richting de wind
waait!
3.2 Pakket 2 – De thermometer
Een thermometer meet de temperatuur van
de lucht. Er bestaan verschillende maten voor
de temperatuur.
° is het symbool dat gebruikt wordt om een
graad aan te duiden.
In de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en
Ierland wordt de Fahrenheitschaal gebruikt.
Op de Fahrenheitschaal bevriest water bij
32° en ligt het kookpunt van water bij 212°.
Temperaturen in Fahrenheit worden door een
"F" na het getal aangeduid.
In de meeste andere landen wordt de Celsi-
usschaal gebruikt. Op deze schaal bevriest
water bij 0° en ligt het kookpunt van water bij
100°. Temperaturen in Celsius worden door
een "C" na het getal aangeduid.
Publicité
