Noblex E-OPTICS NF 10x42 R advanced Mode D'emploi page 15

Aanpassing van de oogschelp
Het model is een brildragerversie. De normaalziende waarnemer schroeft
de oogschelp (C) zo ver mogelijk los om strooilicht te minimaliseren. Bril-
dragers gebruiken de verrekijker met de oogschelpen ingeschroefd om het
volledige gezichtsveld van de verrekijker te gebruiken. Daarnaast is er nog
een tussenpositie beschikbaar voor een optimale, individuele afstelling. De
verschillende standen kunnen eenvoudig worden aangepast door de oculair-
cups te draaien en ze klikken stevig vast in de respectievelijke standen.
De gezichtsscherpte aanpassen
De verrekijker is voorzien van een enkele oculairverstelling. Voor een
optimale herkenning van het doelobject kan een eventuele oogafwijking
van ± 5,0 dpt worden gecompenseerd door aan de twee dioptrieringen (D)
te draaien. Objecten die zich op verschillende afstanden bevinden, kunnen
worden scherpgesteld met behulp van de scherpstelring op het middelste
wiel.
Om de volledige prestatie en beeldkwaliteit van de verrekijker te kunnen
gebruiken, moet de volgende procedure in acht worden genomen bij het
afstellen van de verrekijker:
1. Beide dioptrieringen moeten op 0 worden ingesteld.
2. Met beide ogen naar een object in de verte kijken en Scherpstellen door
middel van een scherpstelring op het middenwiel
3. Activering van de doelmarkering door op de " "-knop (E) te drukken
4. Het richtkruis scherpstellen door het gezichtsvermogen aan de
rechterkant aan te passen oculair
5. Een object op afstand bekijken met alleen het rechteroog en
scherpstellen met behulp van de scherpstelring op het middelste wiel.
6. Dan zou een overweging en focus van hetzelfde moeten worden gedaan
Object kan alleen worden gedaan met het linkeroog. Voor dit doel de
linker dioptrie draai aan de ring tot het object waar je op mikt ook
scherp en contrastrijk weergegeven. Moet worden gebruikt om op
andere objecten te focussen later hoeft alleen de scherpstelring op de
middenaandrijving (B) te worden gedraaid.
IN- EN UITSCHAKELEN
Druk op de knop " " (E) om de afstandsmeter in te schakelen. Het wordt
altijd automatisch uitgeschakeld als er gedurende 30 seconden geen knop
wordt ingedrukt. Na het opnieuw inschakelen bevindt het apparaat zich in
de laatst gebruikte modus.
28
MEETMODI
Naast de standaardmodus heeft het apparaat nog twee andere modi, waar-
tussen u, afhankelijk van de toepassing, kunt schakelen met de modusknop
"M" (F) kan veranderen.
Afhankelijk van de weersomstandigheden en de afstand tot het te meten
object kunt u kiezen tussen de regenmodus "
dichtbij " " en de modus voor verder verwijderde objecten "
symbool wordt weergegeven in de linkerbovenhoek van het gezichtsveld (4).
(zie achteromslag). De bovenste regel van het display toont de directe
afstand tot het doel (2).
In de tweede regel kan de horizontale afstand tot het doelobject "HD" (7)
worden afgelezen in alle modi behalve de standaardmodus. In de standaard-
modus wordt de kantelhoek van het apparaat "
De afbeeldingen voor de verschillende displays vindt u op de voorkant.
I Standaard modus II Regen modus
IV Lang omhoog V Volledige weerga-
vemodus
I. Standaard modus:
In deze modus wordt zowel de directe afstand als de kantelhoek van het
apparaat tot het doel gemeten. Deze modus heeft geen eigen pictogram.
Als de standaardmodus is geactiveerd en het apparaat omhoog of
omlaag wordt gepand voordat de tweede keer op de aan/uit-knop " "
wordt gedrukt, is de continu veranderende kantelhoek zichtbaar in het
gezichtsveld. De opgegeven waarde wordt berekend uit de hoek tussen
het meetinstrument, het doelobject en de horizontaal (zie achterom-
slag). Als de aan/uit-knop nogmaals wordt ingedrukt en de meting is
gelukt, worden de gemeten afstand en de hellingshoek tijdens de meting
op het display vastgelegd.
", de modus voor objecten
". Het modus-
" (7) weergegeven.
III Korte afstanden
VI Helderheid
instellingen in
volledige weergave-
modus
29