Table des Matières
Publicité
NL
NL
NL
NL
NL
OPMERKING: bij deze methode moet de cilinder op
elk moment tijdens de afstelling vrij kunnen
ronddraaien.
Vooreenheden (nr. 2 en 3)
Vooreenheden (nr. 2 en 3)
Vooreenheden (nr. 2 en 3)
Vooreenheden (nr. 2 en 3)
Vooreenheden (nr. 2 en 3)
Controleer als volgt of de snijcilinders moeten
worden bijgesteld:
1.
houd een dun papiertje tussen de rand van
het ondermes en de spiraalsnijcilinder en
draai de cilinder met de hand;
2.
het papiertje moet over de lengte van het
ondermes helemaal worden doorgesneden.
Als dit niet het geval is, moet de snijcilinder
worden bijgesteld.
STELMOEREN NIET AL
VAST;
3.
de aanbevolen afstelmethode is elke
stelmoer een halve kwartslag te draaien en
vervolgens de afstelling met behulp van een
papiertje te controleren, totdat de juiste
afstelling is bereikt;
4.
draai de borgmoeren (F) goed vast.
Controleer vervolgens de afstelling opnieuw
met behulp van een papiertje.
OPMERKING: de afstelling van de snijcilinders moet
steeds na vier werkuren worden gecontroleerd. Als
na bijstelling het papiertje nog steeds niet helemaal
wordt doorgesneden, moeten de snijcilinders en het
ondermes worden teruggeslepen, om de snijkanten
van de snijcilinders en het ondermes weer scherp te
maken (zie de paragraaf "TERUGSLIJPEN" voor
meer informatie).
KEERPLATEN EN SCHRAPERS (afb. 49)
KEERPLATEN EN SCHRAPERS (afb. 49)
KEERPLATEN EN SCHRAPERS (afb. 49)
KEERPLATEN EN SCHRAPERS (afb. 49)
KEERPLATEN EN SCHRAPERS (afb. 49)
De maaieenheden kunnen worden uitgerust met
keerplaten (G) om te voorkomen dat er gras in de
motor komt of de machinebediener onder gras wordt
bedolven. Bij vochtig weer of nat gras moeten de
keerplaten worden verwijderd om de grasafvoer door
de maaieenheid te verbeteren. Zodra het gras
echter niet meer vochtig is, moeten de keerplaten
weer worden geïnstalleerd.
Tevens kunnen de maaieenheden worden uitgerust
met schrapers, die kunnen worden gebruikt in
omstandigheden waarbij er veel gras en modder aan
de achterrol blijven kleven.
2.
Le papier doit être coupé de façon nette le
long de la lame inférieure. En cas contraire,
le cylindre doit être réglé de la façon suivante.
Pour régler:
1.
Relâchez les écrous du pivot de serrage (F)
2.
Tournez l'ajusteur (E) dans le sens inverse
des aiguilles d'une montre (+) pour rapprocher
le cylindre de la lame inférieure. NE PAS
TROP SERRER.
3.
Il est recommandé de serrer chaque ajusteur
d' 1/8 de tour de façon alternée, en vérifiant
fréquemment le papier pour obtenir le réglage
correct.
4.
Resserrez les écrous du pivot de serrage (F)
une fois le réglage correct. Re-vérifiez le
réglage avec le papier.
NOTE:
Le réglage du cylindre devra être vérifié
TE
toutes les 4 heures de travail. Si aprés réglage, le
papier n'est toujours pas coupé de façon nette, alors
le cylindre et la lame inférieure devront être re-
rodés. Le re-rodage devra être effectué pour
restaurer les bords coupants de la lame inférieure et
du cylindre de coupe. (Voir instructions pour re-
rodage page 57).
DEFLECTEURS ET GRATTOIRS (fig.49)
DEFLECTEURS ET GRATTOIRS (fig.49)
DEFLECTEURS ET GRATTOIRS (fig.49)
DEFLECTEURS ET GRATTOIRS (fig.49)
DEFLECTEURS ET GRATTOIRS (fig.49)
Des gardes de déflecteurs (G) sont montées sur les
unités de coupe pour empêcher l'herbe coupée de
pénétrer dans le moteur et aussi pour empêcher
l'herbe de se répandre sur le conducteur. Par temps
humide, elles devraient être retirées pour améliorer
la décharge de l'herbe de l'unité, mais elles devront
être remises en place dès chargement de temps.
Les grattoirs (H) sont fournis pour être utilisés
lorsque l'accumulation d'herbe et de boue devient
excessive sur le rouleau arrière. Des grattoirs à tige
sont fixés sur les machines acuelles et sont laissés
en place derrière les rouleaux arrière.
F F F F F
63
Publicité
Table des Matières
