Beveiliging
1
Tik op het scherm met de instellingen op Algemeen Beveiliging.
2
Pas de volgende instellingen aan:
•
Contentvergrendeling: stel een methode in om bestanden te
vergrendelen in Galerij of QuickMemo+.
•
Toestel encrypten: stel een wachtwoord op het apparaat in voor
privacy. Maak een pincode of een wachtwoord dat u moet invoeren
telkens als het apparaat wordt ingeschakeld.
Raadpleeg
•
Encrypt microSD: Codeer de geheugenkaart zodat deze niet op
een ander apparaat kan worden gebruikt.
Raadpleeg
•
Veilig opstarten: beveilig uw toestel met een vergrendeling
wanneer het wordt ingeschakeld.
•
SIM-vergrendeling instellen: vergrendel of ontgrendel de
usimkaart of wijzig het wachtwoord (pincode).
•
Wachtwoord typen zichtbaar: geef het wachtwoord weer
wanneer u het invoert.
•
Apparaatbeheerders: stel bevoegdheden in om de bediening of het
gebruik van het apparaat te beperken tot bepaalde apps.
•
Onbekende bronnen: sta de installatie van apps toe die niet uit de
Play Store afkomstig zijn.
•
Controleer apps: blokkeer de installatie van kwaadaardige apps.
Geef een waarschuwingsbericht weer wanneer een kwaadaardige
app wordt geïnstalleerd.
•
Gegevensbeveiliging: hiermee beschermt u de gegevens die op het
apparaat zijn opgeslagen.
•
Certificaatbeheer: beheer het beveiligingscertificaat dat op het
apparaat is opgeslagen.
•
Trust agents: bekijk en gebruik de trust agents die op het apparaat
zijn geïnstalleerd.
•
Scherm pinnen: vergrendel het scherm van de app zodat alleen de
actieve app kan worden gebruikt.
Telefooninstellingen
Het apparaat coderen
Geheugenkaart coderen
voor meer informatie.
voor meer informatie.
107