Vents KSA 250 Manuel D'utilisation page 14

Gelieve de handleiding nauwkeurig te lezen, vooralleer het plaatsen van het product.
Het naleven van verreisten in de handleiding zorgt voor een veilig gebruik van het product
NL
gedurende zijn exploitatie termijn. Bewaar de handleiding gedurende de exploitatie termijn van het
product, want de handleiding bevat verreisten die betrekking hebben tot de bediening van het product.
Ventilators zijn gemaakt om te luchten van eigendomsplaatsen,
de publieke plaatsen en de industrie plaatsen ( de productie
plaatsen en bergruimtes, lokalen, zalen etc.).
Ventilators zijn besemd voor de montage in ronde kanalen en
kunnen niet apart worden gebruikt.
De samenstelling van de onderdelen bevat:
1.Ventilator - 1 stuk;
2.Schroeven met moeren - 4 stuks;
3.Gebruikshandleiding;
4.Verpakkingsdoos .
De ventilators worden geproduceerd voor de volgende kanaal
diameters 100, 125, 150, 160, 200, 250, 315 mm.
De ventilators moeten worden aangesloten bij een eenfasig
netwerk met een wisselstroom van 220...240 V en met een
frequentie van 50 Hz . De ventilators zijn in staat om steeds te
werken zonder het afsluiten ervan.
De toegang tot de gevaarlijke onderdelen en de penetratie van
het water, heeft een beschermingsgraad van IP 40.
De werktemperatuur van de luchtcirculatie bedraagt van min
15°C tot +50°C, kortgeldig tot min 25°C.
De ventilators moeten worden behouden in een gesloten
verpakking van de producent, in een droge, verluchte gebouw
met de temperatuur van 0°C tot + 40°C en de luchtvochtigheid
mag niet meer dan 80% bedragen (met + 25°C ).
Ventilators kunnen worden gemonteerd met behulp van
schroeven en moeren, horizontaal of verticaal op het plafond
of aan de muur (afb. 1). Ventilators bevatten een
ondersteuningsrek voor de montage.
Er zijn vier plaatsen voorzien aan de zijkant van de ventilator,
voor het vastmaken van de ondersteuningsrek voor een
optimale plaats van de ventilator.
De ventilators moeten worden gemonteerd op een manier,
zodat de richting van de wijzer op het deksel overeenkomt met
de richting van de luchtcirculatie in het systeem.
De plaatsbepaling van de ventilator moet worden aangeduid,
zodat het makkelijk te bereiken is voor het onderhoud, en de
vervanging ervan.
De ventilators dienen beschermd te worden indien ze gebruikt
worden op plaatsen waar het water mogelijk kan indringen.
Een mogelijke oplossing daarvoor, is het plaatsen van een
ventilator onder een kap of een dak.
Het installeren van de ventilator en het verdere verloop van
de aansluiting worden, weergegeven op afb. 2-5.
De buitenkant van de ventilator moet periodiek worden
gepoetst van vuil en stof (afb. 6-9). Het poetswerk ervan wordt
verricht met een stofdoekje bevochtigd in een oplossing van
water en een wasmiddel. Men moet voorkomen dat het
vloeistof in aanraking komt met de elektrische motor. De rotor
bladeren moeten elke zes maanden worden gepoetst.
Om de stof van de rotor bladeren weg te halen, is het
noodzakkelijk om gebruik te maken van een zachte droge
stofborstel of van ingedrukte lucht . Tijdens het poetswerk
moet men aandachtig blijven, om de gebalanseerde
gewichtjes van de werkende wiel niet teverschuiven.
Na het poetsen van de buitekant van de ventilator, moet men
alles droog inwrijven.
Dit product is niet bestemd voor het gebruik van de kinderen
of door de personen met een mindere fysische-, gevoels- of
verstandsvermogen of door gebrek van een levenservaring of
kennis of als ze niet onder toezicht staan of geen richtlijnen
hebben gekregen over het gebruik van deze product door de
persoon die voor de bescherming van de kinderen
verantwoordelijk is. Kinderen moeten in het oog worden
gehouden door de volwassenen zodat ze onmogelijk met deze
product kunnen spelen. Men moet de nodige maatregelen
nemen zodat de rook, de koolstof gassen en de andere
brandbare producten in het gebouw, niet in contact komt met
deze toestel door de geopende schoorstenen of andere
brandbeveiligde apparaten, men moet ook vermijden van
omgekeerde gasstroom van de apparaten die gas of open
vuur gebruiken. Het lucht, afkomstig uit de ventilator, mag
geen stof en andere harde stoffen bevatten, ook geen
plakkerige materie en geen makkelijk brandbare materiaal.
Het is verboden om het product gebruiken in het bijzijn van
brandbare vloeistoffen zoals alcohol, benzine, insecticiden enz.
HET IS TEN STRENGSTE VERBODEN om deze product te
gebruiken voor andere doeleinden, het te verbouwen of het
bijwerken. Men mag de opening van de luchtgaten niet
bedekken of blokkeren, zodat de lucht zonder hindernissen
14
optimaal door kan blazen. Men mag niet gaan zitten op het
product of het product bedekken met welk voorwerp dan ook .