nl Storingen, wat te doen?
Het apparaat koelt niet, de indicatie en verlichting branden.
Presentatielicht ingeschakeld.
Het is te warm of koud in het verskoelvak.
De standaardinstelling is te hoog of te laag inge-
steld (bijv. bij vorst in het verskoelvak).
--------
102
Zelftest starten.
~ "Zelftest apparaat" op pagina 103
Na afloop van het programma schakelt het apparaat
weer over op het normale gebruik.
U kunt de temperatuur in het verskoelvak 3 standen
warmer of kouder instellen. Als de temperatuur in
het koelvak op stand 0 is ingesteld, heeft het vers-
koelvak een temperatuur van omstreeks 0 °C.
Aanwijzing:
Een verandering van de standaardin-
stelling beïnvloedt de temperatuur in het koelvak en
het vriesvak.
Toets super indrukken en ingedrukt houden tot
1.
de weergave Temperatuur knippert.
Toets + / – indrukken om de instelling te wijzi-
2.
gen.
Stand –3 is de koudste instelling.
Stand +3 is de warmste instelling.
Na een minuut wordt de ingestelde stand opge-
slagen.