Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
NL
Montage
• Controleer aan de hand van de montage-instructies of u alle onderdelen heeft.
• Maak het dak van de auto schoon, alsmede de onderdelen van het product die in aanraking
komen met het dak.
• Lees de montage-instructies en eventuele aanbevelingen door en volg deze nauwkeurig op.
Monteer daarna stap voor stap 1, 2, etc.
• Als er in de montage-instructies geen speciale montageposities worden aangegeven, moet een
minimale afstand van 700 mm tussen de dwarsstangen worden nagestreefd.
• Bij het vervoer van een lange lading mag de afstand tussen de dwarsstangen niet kleiner zijn dan 600 mm.
• Controleer na het monteren altijd of de allesdrager goed op het dak vastzit. Probeer de allesdrager
van zijn plaats te duwen. Probeer ook om de spanklemmen van het dak te trekken. Als u op een van
beide manieren beweging in de allesdrager krijgt, moet deze steviger worden vastgezet. Deze test
moet regelmatig worden uitgevoerd.
• Sommige typen zonnedak en sommige antennes kunnen niet worden gebruikt als het
product is gemonteerd.
• Er mogen geen wijzigingen worden aangebracht in het product.
Lading
• De in de montage-instructies aangegeven maximale last mag niet overschreden worden.
Houd echter ook rekening met de instructies van de autofabrikant over de toegestane maximale
last. Als de aanbevolen maximale lasten van elkaar afwijken, dan geldt de laagste.
Max. daklast = het gewicht van de allesdrager + evt. accessoires + het gewicht van de lading.
• De lading mag aan de zijkant niet wezenlijk uitsteken buiten de allesdrager en moet gelijkmatig over
de allesdrager worden verdeeld met een zo laag mogelijk zwaartepunt.
• Als er meerdere surfplanken worden vervoerd, moeten die niet naast elkaar maar op elkaar
worden gelegd.
• Bij het vervoer van surfplanken en andere lange voorwerpen dienen deze ook aan de voor- en
achterzijde van het voertuig te worden verankerd.
• Ski's moeten met de punten naar achter worden vervoerd.
• Alle losse of afneembare onderdelen van de lading zoals een kinderzitje, fietspomp, vinnen, etc.
moeten worden verwijderd.
• De lading dient goed te worden vastgezet. Elastische zgn. "spinnen" mogen niet worden gebruikt.
• Na een korte afstand moet worden gecontroleerd of de lading goed vastzit. Daarna moet deze
controle met gepaste regelmaat worden herhaald. Zonodig moet de lading opnieuw worden vastgezet.
NB! Controleer altijd of de lading goed vastzit.
Rijgedrag en bepalingen
• De snelheid moet worden aangepast aan de vervoerde lading en aan de heersende omstandigheden
zoals toestand van de weg, de wind, het wegdek, het verkeer en de geldende snelheidsbepalingen.
• Denk er met name aan dat de hoogte van het voertuig toeneemt wanneer staande lading wordt vervoerd.
• Het rij- en remgedrag van het voertuig en de gevoeligheid voor zijwinden veranderen door de daklast.
• Producten die zijn voorzien van een slot moeten tijdens de rit altijd worden afgesloten.
Onderhoud
• Controleer versleten of defecte onderdelen van het product en vervang deze.
• De allesdrager moet altijd schoongemaakt en onderhouden worden, met name in de winter.
• Schroeven, moeren en eventuele sloten moeten met regelmatige tussenpozen worden gesmeerd.
• Als het product niet wordt gebruikt moet het gedemonteerd worden.
• Bij demontage van het product moeten eventuele losse delen op veilige wijze worden opgeborgen.
12
501-7557
Publicité
