De Led Licht Op; Technische Gegevens - Monacor Carpower HPB-350 Notice D'utilisation

7 Niveauregeling
NL
Controleer de volledige bedrading van de eindver-
B
sterker van de auto-installatie nog een keer op cor-
recte aansluiting, alvorens het toestel in te schake-
len. Sluit pas daarna de negatieve klem van de
autobatterij opnieuw aan.
Tip: Om interfererende stralingen van het elektrische
circuit van de auto zo veel mogelijk te beperken,
moet het uitgangsniveau van de signaalbron mi-
nimum 1,5 V bedragen.
1) Draai de beide regelaars INPUT LEVEL (2 + 6) naar
links tot in de minimumstand.
2) Stel de signaalbron, bv. de autoradio, in op het
hoogste niet-vervormende volume (bv.
maximum).
3) Draai de rechter regelaar INPUT LEVEL (6) zo ver
open tot er net geen vervormingen optreden.
4) Stel met de linker regelaar INPUT LEVEL (2) de
subwoofer resp. de basluidsprekers in op een na-
tuurlijke of een bewust versterkte basweergave.
5) Indien u de eindversterker gebruikt als uitbreiding
van de bestaande auto-installatie, moet u telkens
het niveau van de te luide kanalen dempen om het
geluidsvolume van alle kanalen onderling aan te
passen. (Mocht het totale geluidsvolume het ge-
wenste niveau nu niet bereiken, gebruik dan krach-
tiger eindversterkers voor de te zwakke kanalen.)
8 Foutenopsporing
Indien u geen klank hoort na inschakelen van de auto-
installatie, moet u de fout aan de hand van de rode
POWER-LED (3) nauwkeuriger lokaliseren.
8.1 De LED licht niet op
1) Controleer de zekering (11) aan de eindversterker
van de auto-installatie (30 A) en de extra zekering
aan de autobatterij (40 A). Vervang defecte zekerin-
gen. Gebruik uitsluitend zekeringen met de ver-
melde waarden. Gebruik in geen geval zekeringen
met een hogere waarde. De eindversterker kan im-
mers beschadigd worden, en de garantie vervalt.
2) Controleer de 12 V-voedingskabel en de aardlei-
ding op correcte aansluiting en onderbreking.
3) Controleer of er een spanning van +12 V gemeten
kan worden aan de RMT-aansluiting (9) van de
eindversterker. Is dit niet het geval, koppel dan de
kabel los van de RMT-aansluiting en verbind kort-
stondig de RMT- en +12 V-aansluitingen (9 en 10).
Indien de eindversterker van de auto-installatie nu
inschakelt, ontstaat de fout door de afwezige stuur-
spanning. Controleer de 12 V-uitgang van de auto-
radio (resp. de aparte schakelaar of het start-
contact) en de overeenkomstige aansluitingskabel
naar de eindversterker van de auto-installatie.
4) De eindversterker wordt door een beveiligingscircuit
beschermd tegen overbelasting en kortsluiting van
de luidsprekeruitgangen evenals tegen overver-
hitting (85 °C). Bij inschakelen van het beveiligings-
circuit gaat de POWER-LED uit. Na de fouten-
opsporing of na het afkoelen schakelt de eindver-
sterker automatisch weer in.
18
Bij herhaald in- en uitschakelen, moet u de luid-
sprekerkabels op kortsluiting en de luidsprekers op
hun impedantie (min. 2 Ω per kanaal) controleren.
De oorzaak kan ook te wijten zijn aan onvoldoende
warmteafleiding (ventilatie).

8.2 De LED licht op

1) Controleer de verbindingskabels van de signaal-
bron naar de eindversterker van de auto-installatie.
Zijn de stekkers correct ingeplugd? Is de kabel on-
derbroken?
2) Controleer de signaalbron. Is de signaalbron inge-
schakeld? Zijn de juiste ingangen gebruikt? Is de
signaalbron defect?
3
/ van het
4
3) Controleer of de luidsprekerkabels niet onderbro-
ken zijn.

9 Technische gegevens

Max. uitgangsvermogen
Kanalen 1 en 2: . . . . . . . 2 x 75 W bij 4 Ω
Baskanaal: . . . . . . . . . . 1 x 150 W bij 4 Ω
Uitgangsvermogen RMS
(Kanalen 1 en 2 / baskanaal)
bij luidsprekers van 2 Ω: 2 x 60 W/1 x 130 W
bij luidsprekers van 4 Ω: 2 x 35 W/1 x 70 W
bij luidsprekers van 8 Ω: 2 x 20 W/1 x 50 W
Frequentiebereik: . . . . . . . 20 – 20 000 Hz
Ingangen, 2 x Line: . . . . . . instelbaar tussen
Scheidingsfrequentie
Laagdoorlaatfilter: . . . . . 30 – 350 Hz; 12 dB/oct.
Hoogdoorlaatfilter: . . . . . 30 – 350 Hz; 12 dB/oct.
Kanaalscheiding: . . . . . . . . > 60 dB
Signaal/Ruis-verhouding: . > 90 dB
THD: . . . . . . . . . . . . . . . . . < 0,1 %
Ingangsimpedantie: . . . . . . 10 kΩ
Uitgangsimpedantie: . . . . . alle kanalen 2 Ω
Voedingsspanning
(chassis negatief): . . . . . . . 11 – 16 V , 40 A max.
Omgevings-
temperatuurbereik: . . . . . . 0 – 40 °C
Afmetingen (B x H x D): . . 320 x 183 x 53 mm
Gewicht . . . . . . . . . . . . . . . 2,8 kg
Opgemaakt volgens de gegevens van de fabrikant.
Deze behoudt zich het recht voor de technische gege-
vens te veranderen.
0,3 tot 5 V