130
nederlands
|
3. Algemene informatie
De Biral-serie ModulA bestaat uit een volledige serie circulatiepompen met geïntegreerde
frequentieregeling, die een zelfstandige of gereguleerde aanpassing van de pompcapaciteit
aan de feitelijke vraag van de betreffende installatie mogelijk maakt. Daardoor wordt bij veel
installaties het energieverbruik lager en verloopt de regeling van de installatie beter.
Bovendien worden stromingsgeluiden in armaturen effectief verminderd.
Alle benodigde instellingen kunnen via het regelpaneel van de pomp worden ingesteld.
3.1 Beoogd gebruik
De Biral-circulatiepompen uit de serie ModulA zijn bedoeld voor het circuleren van vloeistof-
fen in de volgende installaties:
– ModulA RED in verwarmingsinstallaties
– ModulA BLUE in huishoudelijke warmwatersystemen
De pompen kunnen echter ook in de volgende systemen worden gebruikt:
– geothermische warmtepompen
– thermische zonne-energiesystemen
De pompen zijn geschikt voor gebruik in installaties met variabele en constante capaciteit.
3.2 Eisen aan het te verpompen medium
De pomp is geschikt voor het verpompen van schone, niet-explosieve en niet-agressieve
vloeistoffen met lage viscositeit zonder vaste of langvezelige bestanddelen, die de pomp niet
mechanisch of chemisch aantasten.
– verwarmingswater:
Eisen conform de gangbare normen die voor de waterkwaliteit van verwarmingsinstallaties
gelden (bijv. VDI 2035).
– glycol:
De pomp kan worden gebruikt voor het verpompen van water-glycolmengsels. Maximaal
toegestane viscositeit: 50 mm²/s (cSt). Dit komt overeen met een water-glycolmengsel met
een glycolgehalte van ongeveer 50% bij –10°C. De pomp heeft een capaciteitsbegrenzende
functie die de pomp tegen overbelasting beschermd. Het verpompen van glycolmengsels is
van invloed op de MAX-karakteristiek, omdat de capaciteit afhankelijk van het glycolgehalte
en de vloeistoftemperatuur dienovereenkomstig lager is. Om te voorkomen dat de werking
van de glycol vermindert, moeten temperaturen boven de voor de vloeistof aangegeven
nominale temperatuur worden vermeden. In het algemeen geldt dat de bedrijfsduur bij hoge
temperaturen zo kort mogelijk moet worden gehouden. Vóór het toevoegen van het glycol-
mengsel moet de installatie altijd worden gereinigd en gespoeld. Om corrosie en neerslag
te voorkomen, moet het glycolmengsel regelmatig gecontroleerd en eventueel vervangen
worden. Indien het glycolmengsel verder moet worden verdund, moeten de aanwijzingen
van de fabrikant van de glycol worden opgevolgd.