NORAUTO NO4087 Mode D'emploi page 31

van de lader. Zorg ervoor dat de polariteit van de batterij overeenkomst met de polariteit in de
lader. Aan weerszijden van de batterij bevinden zich plus- en mintekens die de polariteit van de
batterijpolen aangeven. Deze symbolen staan aan dezelfde zijde als hun respectieve symbolen
op uw lader. Om de lader goed te laten werken, moet de batterij volledig in het daarvoor voorziene
vak van de lader worden gestoken. Wanneer de batterij volledig in het vak is geplaatst, gaat er
een lampje branden.
2. Gebruik alleen (230 volt, alleen 60 Hz AC) de normale huishoudelijke netspanning.
3. Laad de batterij niet op als de temperatuur lager is dan 10 °C (50 °F) of hoger dan 40 °C (104 °F)
4. Probeer geen opgevoerde transformator, een motorgenerator of een DC-stopcontact te gebruiken.
5. Zorg dat niets de ventilatie-openingen van de lader bedekt of verstopt.
6. Controleer, voordat u de lader op een stroombron aansluit, of de spanning overeenkomt met die
welke vermeld staat op de lader. Een verkeerde spanningsbron kan leiden tot ernstig letsel voor
de gebruiker. Sluit bij twijfel de lader niet aan.
7. Gebruik de lader niet als deze op enigerlei wijze is beschadigd. Gebruik de lader niet met een
beschadigd snoer. Breng de lader terug naar de plaats van aankoop. Om schade aan het snoer
te voorkomen wanneer u de lader loskoppelt van de stroombron, moet u de stekker vastpakken
wanneer u deze uit een stopcontact haalt.
8. Trek de lader uit het stopcontact voordat u onderhoud of een reiniging uitvoert.
9. Vervang de lader niet door een ander type. Dit kan leiden tot elektrische schokken, brand of
lichamelijk letsel.
10. Uw nieuwe batterij is bij ontvangst niet volledig opgeladen, daarom is opladen vóór gebruik
noodzakelijk.
11. Wanneer de batterij niet in gebruik is, kan deze zonder nadelig effect in de lader blijven
(aangegeven door het rode lampje). De batterijen kunnen niet "overladen" worden. Als de batterij
echter langere tijd niet wordt gebruikt, moet de lader worden losgekoppeld van de stroombron.
12. Als u meer dan één batterij wilt opladen, wacht dan 15 minuten tussen het opladen.
BEDIENING
1. Zorg voordat u begint dat het werkoppervlak schoon en droog is. Als het werkoppervlak een
auto is, moet u teer met een schoonmaakmiddel verwijderen en overtollige vetvlekken, insecten,
vlekken en andere problemen wegwerken voordat u gaat waxen of polijsten.
2. Zorg ervoor dat het werkoppervlak vrij is van objecten die de polijstvacht kunnen scheuren of de
pad kunnen beschadigen.
3. Zorg ervoor dat u aan het begin van elk project een schone polijstvacht gebruikt.
4. Start en stop de polijstmachine altijd op of tegen het oppervlak van de auto, anders kan de
polijstvacht van de pad worden gegooid.
5. De meest voorkomende fout is dat er teveel wax wordt aangebracht.
6. Mocht de polijstvacht loskomen, wil dat zeggen dat u mogelijk teveel wax gebruikt.
7. Wax een oppervlak niet in direct zonlicht.
8. Laat geen wax op een auto of werkoppervlak achter gedurende een lange periode.
9. Houd kinderen op een veilige afstand van de werkruimte.
ONDERHOUD
ONDERHOUD VAN DE POLIJSTMACHINE
1. Laat bij het opbergen van de polijstmachine de polijstvacht niet op de pad. Niet opbergen met
aangesloten batterij.
2. De batterij moet regelmatig worden opgeladen om de levensduur van de batterij te verlengen.
30