Koelleidingwerk - Mitsubishi Electric Mr.SLIM SLZ-KA25VAQ3 Manuel D'installation

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 32

5. Koelleidingwerk

SLZ-KA25, KA35: ø9,52
SLZ-KA50: ø12,7
Fig. 5-1
90
°
Fig. 5-2
Fig. 5-3
Fig. 5-4
A
Fig. 5-5
B
Fig. 5-6
A
Fig. 5-7
50
A Binnenapparaat
B Buitenapparaat
ø6,35
a Koperen leidingen
b Goed
c Niet goed
d Scheef
e Ongelijk
f Bramen
a Braam
b Koperen buis/leiding
c Opruimer
d Pijpsnijder
a Optrompmoer
b Koperen leiding
a Trompgereedschap
b Matrijs
c Koperen leiding
d Optrompmoer
e Span
Gezien vanaf A
5.1. Koelpijpen (Fig. 5-1)
Vervaardiging van leidingen
• Koelstofleidingen van 3, 5, 7, 10 en 15 meter kunnen desgewenst worden gebruikt.
(1) Onderstaande tabel geeft de specificaties voor leidingen die in de handel verkrijg-
baar zijn.
Buitenste diameter
Model
Leiding
mm
inch
Voor vloeistof
6,35
1/4
SLZ-KA25
Voor gas
9,52
3/8
Voor vloeistof
6,35
1/4
SLZ-KA35
Voor gas
9,52
3/8
Voor vloeistof
6,35
1/4
SLZ-KA50
Voor gas
12,7
1/2
(2) Controleer of de 2 koelleidingen goed geïsoleerd zijn zodat condensvorming wordt
voorkomen.
(3) De buigzaamheidsradius van de koelleiding moet 100 mm of meer zijn.
Voorzichtig:
Gebruik isolatie van de juiste dikte. Te dikke isolatie veroorzaakt plaatsgebrek
achter de binnenunit en te dunne isolatie kan leiden tot condensvorming.
5.2. Optrompen
• De belangrijkste oorzaak van gaslekken is een fout bij het optrompen.
Voer het optrompen op de volgende manier correct uit.
5.2.1. Leidingen snijden (Fig. 5-2)
• Snijd de koperen leiding recht af met een pijpsnijder.
5.2.2. Bramen verwijderen (Fig. 5-3)
• Verwijder zorgvuldig alle bramen uit de doorsnede van de buis/leiding.
• Houd het uiteinde van de buis/leiding naar beneden om te voorkomen dat kopervijl-
sel in de leiding vallen.
5.2.3. Moeren bevestigen (Fig. 5-4)
• Verwijder de optrompmoeren die aan de binnen- en buitenunit zijn bevestigd en
bevestig deze aan de buis/leiding nadat de bramen zijn verwijderd.
(Het is niet mogelijk deze na het optrompen te bevestigen.)
5.2.4. Optrompen (Fig. 5-5)
• Gebruik optrompgereedschap voor het optrompen (zie rechts).
A (mm)
Leidingdiameter
(mm)
Bij het gebruik van het gereedschap voor R410A
Type koppeling
6,35
0 - 0,5
9,52
0 - 0,5
12,7
0 - 0,5
Houd de koperen leiding stevig vast in de matrijs met de maat uit bovenstaande
tabel.
5.2.5. Controleren (Fig. 5-6)
• Vergelijk de opgetrompte leiding met de afbeelding rechts.
• Snijd het opgetrompte stuk af en tromp de leiding opnieuw op wanneer deze on-
deugdelijk is opgetrompt.
a Rondom glad
b Binnenkant glimt overal, zonder krassen.
c Rondom even lang
d Te veel
e Scheef
5.3. Plaats van de koelstof- en afvoerleidingen (Fig. 5-7)
A Afvoerleiding
B Plafond
C Rooster
D Koelstofleiding (vloeistof)
E Koelstofleiding (gas)
F Inlaat watervoorziening
G Hoofdunit
Minimale
Dikte van
Isolatiemate-
muurdikte
isolatie
riaal
0,8 mm
8 mm
0,8 mm
8 mm
Heat resisting
0,8 mm
8 mm
foam plastic
0,045 specific
0,8 mm
8 mm
gravity
0,8 mm
8 mm
0,8 mm
8 mm
Afmetingen
+0
B
(mm)
-0,4
9,1
13,2
16,6
f Kras op het opgetrompte vlak
g Gebarsten
h Ongelijk
i Voorbeelden van ondeugdelijk optrompen

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières