Hydraulische Aansluitingen - Ferroli Econcept Kombi 35 Instructions D'utilisation, D'installation Et D'entretien

Econcept Kombi 35

2.3 Hydraulische aansluitingen

Het thermisch vermogen van het apparaat moet vooraf worden vastgesteld door berekening van de
warmtebehoefte van het gebouw volgens de geldende voorschriften. Voor een goede werking en lange
levensduur van de verwarmingsketel is het belangrijk dat de hydraulische installatie de juiste proporties
heeft en altijd voorzien is van al de accessoires die garant staan voor normale en regelmatige werking
en bediening.
Indien de toevoer- en afvoerleidingen van de installatie een zodanig traject volgen waardoor op enkele
punten luchtbellen kunnen ontstaan, is het wenselijk op deze punten een ontluchtingsklep te installeren.
Installeer bovendien een aftapinrichting op het laagste punt van de installatie om deze volledig te
kunnen aftappen.
Indien de verwarmingsketel is geïnstalleerd op een lager niveau dan de installatie, is het wenselijk een
flow-stop klep te plaatsen om natuurlijke circulatie van het water in de installatie tegen te gaan.
Het is raadzaam dat het temperatuurverschil tussen de toevoerverzamelleiding en de
terugloopverzamelleiding in de verwarmingsketel niet hoger is dan 20°.
Gebruik de leidingen van de hydraulische installaties niet voor aarding van elektrische
apparaten.
Reinig, voordat u de installatie verricht, alle leidingen van het systeem zorgvuldig om eventuele restmaterialen
of vuil te verwijderen, die de goede werking van het apparaat nadelig kunnen beïnvloeden.
Verricht de aansluitingen op de overeenstemmende aansluitpunten, zoals op afb. 3 is weergegeven.
Het is raadzaam om tussen verwarmingsketel en verwarmingsinstallatie afsluitkleppen te plaatsen
waarmee de verwarmingsketel zo nodig van de installatie geïsoleerd kan worden.
De afvoer van de veiligheidsklep moet worden verbonden met een trechter of een verzamelleiding,
om te voorkomen dat er water over de vloer loopt als er overdruk in het verwarmingscircuit is.
Indien dit niet gebeurt en de afvoerklep in werking treedt waardoor de ruimte onder water loopt,
kan de fabrikant van de verwarmingsketel niet aansprakelijk worden gesteld.
Sluit de verwarmingsketel zodanig aan dat er geen spanning ontstaat op de interne leidingen. Als er
tevens op het sanitair circuit (indien voorzien) een terugslagklep wordt aangebracht, moet er tussen de
verwarmingsketel en het betreffende circuit een veiligheidsklep worden geïnstalleerd.
300
A1
A3
A5
A10
A7
A9
Cod. 3540D310 - 08/2007 (Rev. 00)
A11
A1:
A2
A2:
A4
A3:
A6.1
A4:
A6
A5:
A6:
A12
A6.1:
A8
A7:
A8:
A9:
A10:
A11:
A12:
afb. 3
1ste Retour lage temperatuur (Ø")
1ste Toevoer lage temperatuur (Ø")
2de Retour lage temperatuur (Ø")
2de Toevoer lage temperatuur (Ø")
Retour installatie (Ø/4")
Toevoer installatie (Ø/4")
Toevoer installatie (Ø/4")
(met lage temperatuurkit)
Ingang sanitair water (Ø/4")
Uitgang sanitair water (Ø/4")
Aansluiting hercirculatie (Ø/4")
Gasingang (Ø/4")
Veiligheidsklep (Ø/4")
Condensafvoer
47