Instelling Van De Gasdrukbewaking; Vloeibaar Gas Onder Maaiveld; Gassoort Omschakelen - BRÖTJE WGB 15-110 E Notice De Montage

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Voorbereiding van de installatie
NL
3.2 Instelling van de
gasdrukbewaking
3.3 Vloeibaar gas onder
maaiveld

3.4 Gassoort omschakelen

40
WGB 70-110 E
De gaskleppen CG 20 (WGB 90-110 E) en CG 120 (WGB 70 E) zijn met een gasdruk-
bewaking (zie Afb. 1) uitgerust. Voor het gebruik van vloeibaar gas moet de gas-
drukbewaking op een waarde van 30 mbar ingesteld worden. Daarvoor moet bij
CG 20 de doorzichtige kunststof afdekking van de gasdrukbewaking verwijderd
worden en de waarde met het instelwiel ingesteld worden. Daarna moet de kunst-
stof afdekking weer gemonteerd worden. Bij CG 120 vervalt de kunststof afdek-
king en is de gasdrukbewaking direct toegankelijk.
WGB 28-50 E, BBS 28 E en BGB 28 E
Mocht de min. aansluitdruk niet duurzaam zekergesteld zijn, dan wordt de monta-
ge van een externe gasdrukbewaking aangeraden. De elektrische installatie van de
externe gasdrukbewaking geschiedt conform het schakelschema.
Het schakelschema bevindt zich in het installatiehandboek van de gebruikte con-
denserende gaswandketel.
De hogerendement-gasapparatuur voldoet aan de norm DIN EN 126 en DIN EN
298 en heeft daarom geen extra afsluitklep bij het gebruik met vloeibaar gas on-
der maaiveld nodig.
Voor het omstellen dienen de volgende werkzaamheden te worden uitgevoerd:
- branderbuis door de in de ombouwset voorkomende NIT-branderpijp vervangen
- ontstekings- en ionisatie-eenheid door de in de ombouwset aanwezige ontste-
kings- en ionisatie-eenheid vervangen
- gasmondstuk door het in de ombouwset aanwezige gasmondstuk vervangen
Opgelet! De ombouwset bevat gasmondstukken met verschillende diameter. De
correcte gasmondstukdiameter is in de tabellen met de instelwaarden in het
hoofdstuk Installatie te vinden.
- CO
-gehalte door verstelling van de mondstukdruk op de gasklep instellen (zie
2
hoofdstuk Installatie).
- Het CO
-gehalte moet zowel bij vollast als bij kleine last tussen de volgende
2
waarden liggen:
- Gebruik met aardgas: tussen 8,3% en 8,8%
- Gebruik met vloeibaar gas: tussen 10,3% en 10,7%
Bij gaswandketels van de serie WGB 28-50 E is het niet nodig, in de regeling LMS
de waarde van de ventilatielijn aan te passen (zie hoofdstuk Installatie).
Bij gaswandketels van de serie WGB 70-110 E is het niet nodig, in de regeling LMS
de waarde van de ventilatielijn aan te passen (zie hoofdstuk Installatie).
Opmerking: Gedetailleerde informatie voor de montage van de ombouwset be-
vindt zich in het hoofdstuk Montage.
Voor de CO
-instelling dient bovendien het installatiehandboek van de gebruikte
2
hogerendement-gasketel in acht te worden genomen.
Ombouwset vloeibaar gas UBS-F, serie E
346 326 11.10

Hide quick links:

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Wgb-k 20 eBbs 15-28 eBbk 22 eBgb 15-28 eBsk 15-20

Table des Matières