Publicité
RaCCORdemeNt hYdRauLIque / hYdRauLIsChe aaNsLuItING
Ce type de chaudière doit impérativement être équipé d'une boucle de circulation primaire (A) afin d'éviter des
surchauffes locales au corps de chauffe et pour contrôler la température du retour à la chaudière qui ne pourra être
inférieure à 60°C.
Un thermostat situé sur le retour et réglé à min. 60°C empêchera la mise en service des circulateurs chauffage si la
température du retour est trop basse.
Caractéristiques des soupapes de sécurité
type de chaudière
Soupape de sécurité pré-réglée à 6 bar max.
250
300
350
400
DN 50
DN 50
DN 50
DN 65
DN 65
Dit keteltype moet absoluut uitgerust worden met een primaire circulatie omloop (A) om mogelijke lokale overhitting
aan het ketellichaam te vermijden en om de temperatuur van de retour aan de ketel te kontroleren die niet lager dan
60°C mag zijn.
Een thermostaat op de retour en afgesteld op min. 60°C zal beletten dat de CV circulators gaan draaien wanneer de
retour op te lage temperatuur is.
Caractéristiques du circulateur de la boucle primaire (a)
kenmerken van de circulator van de primaire kring (a)
Type CA 250:
• Pomp(e) type UMC 32-30 F 06
• Ø 6/4" - DN 32 - PN 6
• 6,25 m
3
/h - 0,05 bar
Type CA 300 -CA 400:
• Pomp(e) type UMC 50-30 F 06
• Ø 2" - DN 50 - PN 6
• 12,5 m
/h - 0,06 bar
3
Type CA 500 - CA 1250:
• Pomp(e) type UMC 80-30 F 06
• Ø 3" - DN 80 - PN 6
• 25 m
3
/h - 0,12 bar
500
600
700
800
900
DN 65
DN 65
DN 80
DN 80
kenmerken van de veiligheidskleppen
1000
1250
ketel type
Veiligheidsklep vooraf ingesteld op 6 bar
DN 80
DN 80
7
Publicité
