Oplossen Van Storingen - Ferroli ECONCEPT 51 A Instructions D'utilisation, D'installation Et D'entretien

ECONCEPT 51 A

3.4 Oplossen van storingen

Diagnostiek
De verwarmingsketel is voorzien van een geavanceerd zelfdiagnosesysteem. Bij een storing in de verwarmingsketel
knippert de display met het storingssymbool (detail 20 - fig. 1) en geeft de storingscode weer.
Er zijn bepaalde storingen die permanent blokkering veroorzaken (aangeduid met de letter "A"): voor herstellen van de werking hoeft
u maar 1 seconde op de toets RESET (detail 8 - fig. 1) te drukken of de (optionele) timerafstandsbediening (indien geïnstalleerd) te
RESETTEN; mocht de verwarmingsketel niet starten, dan moet de storing eerst verholpen worden.
Andere storingen zorgen voor tijdelijke blokkering (aangeduid met de letter "F"), die automatisch worden opgeheven
zodra de waarde weer binnen het normale werkingsbereik van de verwarmingsketel komt.
Storingentabel
Tabella. 5 - Overzicht storingen
Storingscode Storing
De brander
A01
ontsteekt niet
Vlamsignaal aanwezig bij
A02 uitgeschakelde
brander
Ingrijpen temperatuurb
A03
eveiliging
Ingreep veiligheidssysteem
A04
rookgasafvoerpijp
A05 Ingreep ventilatorbeveiliging
Geen vlam na ontstekingsfase
A06
(6 keer in 4 min.)
F07 Hoge rooktemperatuur
F10 Storing sensor drukzijde 1
NL
Mogelijke oorzaak
Er is geen gas
Storing van meet-/ontstekingse-
lektrode
Gasklep defect
Onvoldoende voedingsdruk
De sifon is verstopt
Storing elektrode
Storing kaart
Verwarmingssensor beschadigd
Water circuleert niet in de
installatie
Lucht in de installatie
Storing F07 deed zich 3 keer
voor in de laatste 24 uur
Storing F15 deed zich 1 uur lang
onafgebroken voor
Storing van ionisatie-elektrode
Instabiele vlam
Storing gas/luchtverhouding
(Offset) gasklep
lucht-/rookgaskanalen verstopt
De sifon is verstopt
Schoorsteen gedeeltelijk
verstopt of onvoldoende
Positie rooksensor
Sensor beschadigd
Kortsluiting in bedrading
Breuk in bedrading
cod. 3540T130 - 07/2009 (Rev. 00)
Oplossing
Controleer of de gastoevoer naar de
verwarmingsketel normaal is en of de
leidingen ontlucht zijn
Controleer de bedrading van de elektrode
en of deze correct geplaatst is en vrij van
afzettingen
Controleer de gasklep en vervang deze
Controleer de druk in de gasleiding
De sifon controleren en eventueel reinigen
Controleer de bedrading van de
ionisatie-elektrode
Controleer de kaart
Controleer positie en werking van de
verwarmingssensor
Controleer de circulatiepomp
Ontlucht de installatie
Zie storing F07
Zie storing F15
De positie van de ionisatie-elektrode
controleren en deze eventueel vervangen
De brander controleren
Controleer kalibratie gas/luchtverhouding
(Offset) bij minimaal vermogen
Ontstop de schoorsteen, de
gasafvoerpijpen, de luchtinlaten en de
eindstukken
De sifon controleren en eventueel reinigen
Controleer de doeltreffendheid van de
schoorsteen, de rookafvoerkanalen en het
eindstuk
Controleer of de positie en de werking van
de rooksensor correct is
Controleer de bedrading en vervang de
sensor
71