Lervia KH 230 Mode D'emploi page 9

2.1. ontvlambare of smeltbare materialen (bijv. foto's enz.; deze dienen koud gelamineerd te
worden)
2.2. waardevolle, unieke voorwerpen
2.3. materialen met een dikte van meer dan 1,0 mm
2.4. tekeningen op warmtegevoelig papier c.q. materiaal waarvan de kleur c.q. de kwaliteit door
hitte-inwerking wordt gewijzigd
Bediening van het lamineertoestel
1. Koude laminering
Stop de netstekker van het lamineertoestel in een
wandcontactdoos. Schakel het toestel in met de
netschakelaar (1). De groene controlelamp „POWER"
toont aan, dat het toestel is ingeschakeld. Zet
de keuzeschakelaar (2) op de voorzijde van het
toestel op COLD. De gele controlelamp „COLD"
licht op. Steek het te lamineren medium in een
foliezakje met het passende formaat en breng dit
in het lamineertoestel. De laminering gebeurt nu
automatisch.
2. Hete laminering
Stop de netstekker van het lamineertoestel in een wandcontactdoos. Schakel het toestel in
met de netschakelaar (1). De groene controlelamp „POWER" toont aan, dat het toestel is
ingeschakeld. Zet de keuzeschakelaar (2) op de bovenste afdekking op HOT. De motor begint
nu te lopen, het toestel wordt op bedrijfstemperatuur verwarmd. Na een opwarmfase van 4–8
minuten licht de rode indicatie op; de walsen hebben dan hun werkingstemperatuur bereikt. Stop
het te lamineren object in een foliezakje met passend formaat. Breng aansluitend het foliezakje
in de toevoeropening van het lamineertoestel. De laminering gebeurt nu automatisch. Let erop,
dat het te lamineren medium voor het lamineerproces recht aansluit tegen de vouw van het
foliezakje. Het foliezakje wordt met de vouw naar voren in het lamineertoestel ingebracht.
Om een kreuken te verhinderen, brengt u het foliezakje niet met de open zijde naar voren in het
lamineertoestel in. Zo kan het zakje voor gebruik niet worden afgesneden. Neem het pictogram
aan de invoeropening in acht, om te vrijwaren, dat u het foliezakje correct in het lamineertoestel
inbrengt.
3. Verdere verwerking van het gelamineerde foliezakje
Wanneer het foliezakje na de laminering uit het toestel komt, is dit zeer heet en kan makkelijk
van vorm veranderen. Wees bij het uitnemen voorzichtig, om letsels te vermijden en het zakje
niet te beschadigen. Belast het foliezakje met een boek, een documentenordner of een ander
zwaar voorwerp, tot het is afgekoeld. Zo bereikt u een glad, smetteloos oppervlak.
4. Onderhoud van het lamineertoestel
Omdat het prestatievermogen van het lamineertoestel met de afzetting van verontreinigingen
op de walsen daalt, dienen deze na gebruik te worden gereinigd. Breng daarvoor een gevouwen
A4-papier in de toevoeropening van het lamineertoestel. Voer nu het lamineerproces uit zoals
hierboven werd beschreven. De aan de wals aanhechtende verontreinigingen worden nu aan het
papier vastgehecht. Herhaal dit proces enkele keren, tot de walsen volledig zuiver zijn. Attentie:
gebruik voor de reiniging van de walsen geen faxpapier. Het is te glad en zo dun, dat het te
makkelijk kan afrollen aan de walsen.
Verontreinigingen op de behuizing van het toestel verwijdert u best met een zachte doek en een
zacht reinigingsmiddel. Attentie: schakel het toestel voor de reiniging uit en haal de stekker uit
de wandcontactdoos. Vooraleer u het toestel opnieuw gebruikt moet dit volledig droog zijn!
In het geval van een papieropstuwing, die de walsen blokkeert en niet kan worden verholpen
omdat u het papier niet uit het toestel kunt trekken, schakelt u het toestel onmiddellijk uit,
9