Velleman AVM52ERT Mode D'emploi page 8

Masquer les pouces Voir aussi pour AVM52ERT:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 10
4.3
Batterijspanning en kabelaansluiting controleren
U kunt terzelfder tijd batterijspanning en kabelaansluiting controleren wanneer de BATT.CHECK-knop
ingedrukt is.
Batterijspanning
De batterijspanning is voldoende wanneer de naald zich in de "GOOD" zone bevindt. Zoniet, dan moet u de
batterijen vervangen (zie 5. Batterijen vervangen).
Kabels aansluiten
Druk op de MEAS.-knop. Het OK-lampje brandt als de kabels van aansluitklemmen P en C goed zijn
aangesloten en als de spreidingsweerstand van de bijkomende aardingspinnen binnen de grenzen valt die u
heeft vastgelegd. Indien het lampje niet brandt: controleer de verbinding van de kabels met aansluitklemmen
P en C of verlaag de spreidingsweerstand van de bijkomende aardingspinnen tot een gepast niveau. Dit doet u
door de grond te bevochtigen met water of door de aardingspinnen te verplaatsen.
Creëer een kortsluiting van de alligatorklemmen aan het uiteinde van de rode en de gele kabel om na te gaan
of ze niet beschadigd zijn.
Merk op dat u geen kabels hoeft aan te sluiten om de batterijspanning te controleren. Druk gewoon 1 x op de
BATT.CHECK-knop. Het OK-lampje gaat niet branden.
4.4
Spreidingsweerstand meten
Druk op één van de bereikknoppen x1Ω, x10Ω of x100Ω. Druk vervolgens op de MEAS.-knop. Vermenigvuldig
de meting met 10 voor het x10Ω-bereik of met 100 voor het x100Ω-bereik.
Het OK-lampje brandt wanneer het toestel normaal werkt. Indien het lampje niet brandt, dan wijst dit op een te
hoge spreidingsweerstand over aansluitklemmen C en E die normale werking onmogelijk maakt. Ga nog eens
na of de kabels elkaar niet raken en controleer nog eens de spreidingsweerstand van de bijkomende
aardingspinnen volgens de richtlijnen in 4.3 Batterijspanning en kabelaansluiting controleren. Het kan
gebeuren dat het OK-lampje niet brandt en dat de naald de maximumwaarde van de schaal overschrijdt
ondanks alle voorgaande controles. Verschillende oorzaken zijn mogelijk: foute werking van het geteste toestel,
beschadigde aansluitkabels van dat toestel of beschadiging van de groene aansluitkabel.
4.5
Vereenvoudigde methode om spreidingsweerstand te meten
Deze methode valt aan te bevelen wanneer u een spreidingsweerstand meet van meer dan 10 Ω, of wanneer u
geen bijkomende aardingspinnen in de grond kan slaan. U kunt de spreidingsweerstand bij benadering meten
via het systeem met twee kabels, dat gebruik maakt van reeds geaarde toestellen (zie figuur 3 hieronder).
Opmerking: Zorg ervoor dat de aarding is aangesloten op aansluitklem P wanneer u spreidingsweerstand meet
met via de netspanning (A).
Druk op de AC V knop (zie 4.2 Aardspanning meten van het geaarde toestel dat u wilt testen) om de
aardspanning te meten van het geteste toestel en vergewis u ervan dat de aardspanning kleiner is dan 2 V.
Druk op de x10Ω-knop en dan op de MEAS.-knop. Lees de spreidingsweerstand af. Druk de x100Ω-knop in als
de naald volledig naar rechts overhelt.
Het uitgelezen resultaat (RE) is een waarde die bij benadering de spreidingsweerstand weergeeft. U hoeft geen
externe kortsluiting op te wekken want aansluitklemmen P en C worden intern kortgesloten.
De aardlekschakelaar zal niet afslaan omdat de meetstroom slechts 2 mA bedraagt.
In de normale bedieningstoestand brandt het OK lampje zowel voor de normale als voor de vereenvoudigde
meetmethode (dit duidt op continuïteit tussen de verschillende aansluitklemmen E, C en P).
Bij de vereenvoudigde meetmethode worden slechts twee aansluitklemmen gebruikt. Spreidingsweerstand "re"
van een geaarde elektrode die is aangesloten op aansluitklem P moet worden opgeteld bij een werkelijke
spreidingsweerstand REX. De spreidingsweerstand wordt dus uitgedrukt door volgende formule:
RE = REX + re
Veronderstellen we dat "re" een gekende waarde is.
Veronderstellen we verder dat RE = 100 Ω en dat de te meten spreidingsweerstand bv. 100 Ω is, dan kunnen
we de werkelijke spreidingsweerstand uitdrukken als volgt:
REX = (100 Ω) – re
Aangezien re groter is dan 0, kunnen we de werkelijke spreidingsweerstand als volgt uitdrukken:
REX ≤ 100 Ω
Indien we een spreidingsweerstand meten van een paar tientallen ohm, dan mogen we ervan uitgaan dat de
uitgelezen spreidingsweerstand een werkelijke waarde is.
V. 02 – 27/05/2014
AVM52ERT
8
©Velleman nv

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières