Xylem Lowara Q-Smart Manuel D'installation page 200

nl - Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
3. Programmeerbare
PROGR instellen (c38=1)
4. Relais van de 6CP Q-SMART MODULE
instellen, c40=9, Besturing voor Auto-test.
5. Relais van de 6CP Q-SMART MODULE
instellen, c40=10, Auto-test mislukt.
6. Op de geplande tijd pomp P1 inschakelen
nadat de elektroklep is geopend.
7. Pomp P1 na de ingestelde tijd stoppen (h29).
8. Wachttijd van een minuut.
9. Pomp P2 inschakelen.
10. Pomp P2 na de ingestelde tijd stoppen (h29).
De Auto-test wordt onderbroken in de volgende
omstandigheden:
•
De membraandrukschakelaar
ingeschakeld (de prestatie van de pomp is te
laag). Alarm A24 of A25 treedt op. Het
speciale relais van de 6CP
MODULE wordt geactiveerd. De zoemer van
de Q-SMART schakelkast
ingeschakeld en het systeem hervat de
werking in de automatische modus. Druk op
de knop (4), zie figuur 1, om de zoemer uit te
schakelen.
•
Als de druk of het niveau in het systeem
verandert, hervat het systeem de werking in
de automatische modus. De automatische
test wordt uitgesteld.
COMPENSATIE VAN
8.2
DRUKVERLIEZEN (cr14)
Soms is er een drukdaling in het systeem door
verliezen in de leidingen waardoor de watervraag
toeneemt.
Om de drukverliezen te compenseren is het
mogelijk om een besturing te activeren die druk
evenredig aan de belasting levert.
meting van het debiet wordt niet uitgevoerd, maar
er wordt aangenomen dat het evenredig is aan het
aantal pompen dat in werking is.
Als elke bedrijfspomp na de eerste wordt gestart
worden de BOVENSTE en ONDERSTE grenzen
verhoogd door de waarde die aangegeven is bij de
parameter r14. De jockeypomp is uitgesloten.
9 ALARMEN
BOOSTER APPLICATIE (de parameter bS is
geselecteerd, zie paragraaf 5.4.3)
Lijst van alarmen
N° Beschrijving
A01 Zekering F1
doorgebrand.
Lokaliseren van storingen:
Zekering 1 voor pomp 1 is doorgebrand.
Pomp 1 die getroffen is door de storing wordt van
de werking uitgesloten. Als de storing opgelost is
200
digitale ingang D IN
wordt
Q-SMART
wordt ook
Een directe
Reset
pomp 1 Auto
wordt de pomp automatisch weer ingeschakeld.
Door het doorbranden van de zekering wordt bij
vraag automatisch de andere pomp ingeschakeld.
Oorzaken/oplossingen:
•
De motor van pomp 1 is beschadigd en moet
vervangen worden.
•
De stroomkabel van de motor is defect of
versleten: vervang de kabel.
•
De condensator van de motor van pomp 1 is
beschadigd en moet vervangen worden.
N° Beschrijving
A02 Zekering F2
doorgebrand.
Lokaliseren van storingen:
Zekering 2 voor pomp 1 is doorgebrand.
Pomp 2 die getroffen is door de storing wordt van
de werking uitgesloten. Als de storing opgelost is
wordt de pomp automatisch weer ingeschakeld.
Door het doorbranden van de zekering wordt bij
vraag automatisch de andere pomp ingeschakeld.
Oorzaken/oplossingen:
•
De motor van pomp 2 is beschadigd en moet
vervangen worden.
•
De stroomkabel van de motor is defect of
versleten: vervang de kabel.
•
De condensator van de motor van pomp 2 is
beschadigd en moet vervangen worden.
N° Beschrijving
A05 De sensor is defect. Het alarm
wordt niet beheerd in de
handmatige modus.
Lokaliseren van storingen:
Het signaal is beneden de minimum waarde van
3,8 mA. In geval van een alarm worden alle
pompen gestopt. Het alarm zal verschijnen als het
signaal beneden 3,8mA is en wordt alleen beheerd
als de sensor wordt gebruikt (c03=2).
Het alarm is uitgesloten in de handmatige modus.
Oorzaken/oplossingen:
•
Controleer of
stekkerverbinding aangesloten is.
•
Doe de afdekking open en controleer of het
stroomsnoer van de sensor aangesloten is en
stevig bevestigd is aan de aansluitklemmen.
Zie figuur 6, 7 en 9.
•
Controleer of de kabel van de sensor goed
aangesloten is. Zie figuur 6,
•
De stroomkabel van de sensor is beschadigd:
vervang de kabel.
•
De plastic stekkerverbinding is beschadigd:
vervang de stekkerverbinding.
•
Vervang de defecte sensor.
N° Beschrijving
A24 Auto-test pomp 1 mislukt
Reset
pomp 2 Auto
Reset
Auto
de sensor en de
7 en 9.
Reset
Auto