Gebruiksaanwijzing
INSTALLATIE
•
De airconditioner moet op een vlak en stabiel oppervlak worden
geïnstalleerd. Blokkeer de luchtuitlaat niet en houd minstens
30 cm ruimte vrij rond het apparaat.
22
•
De bedrading moet voldoen aan de lokale veiligheidsvoorschriften
voor elektriciteit.
Installatie van afvoerslang
•
Draai beide uiteinden van de afvoerslang voor warme lucht (9) in
het raamuiteinde van de slangaansluiting (8) en in het
airconditioner-uiteinde van de slangaansluiting (10).
•
Steek het airconditioner-uiteinde (10) van de slang in de opening
aan de achterkant van de airconditioner.
•
Zet het raamuiteinde (8) van de slangaansluiting vast aan het
dichtstbijzijnde raamkozijn.